Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 16 december 2015

De roos en de lavendel (31)

Wat voorafging: Mireille Calendal vond als jonge geitenhoedster de liefde bij de Vlaamse zwerver Johan Wielewael. Maar kan de geitenboer begrip opbrengen voor haar prille liefde?

Op een keer zaten ze gezapig wat te drinken, hielden elkaars hand vast en wisselden lieve woordjes, die ze niet tenvolle begrepen maar die oprecht klonken. Toen werden ze betrapt door de geitenboer die hijgend kwam aangelopen. Hij was woedend, want er waren reeds verscheidene geiten en schapen in de buurt gestorven aan een merkwaardige, tot dan onbekende ziekte. De dierenarts stond voor een raadsel. Maar hij was slim en ervaren genoeg om dat niet toe te geven en sprak van een nieuwe geitenpest, te wijten aan vreemde microbes.

De landbouwer stuurde zijn honden achter Johan Wielewael aan. Het waren bloeddorstige dieren met schuim op de mond, die zelden eten kregen. De boerderij lag immers geïsoleerd en de boer wou de beesten vif houden voor de dag dat er dieven of andere indringers langskwamen. Mireille vreesde het ergste voor Johan. Ze schrok nauwelijks toen de boer haar 'een hoer' noemde en op staande voet ontsloeg. Waarschijnlijk was 'hoer' niet eens een belediging uit zijn mond.

Toen François haar snikkend vond, vertelde ze hem dat ze voortaan werkloos was omdat de boer zijn geiten tijdelijk op de boerderij liet. Er woedde immers een verschrikkelijke plaag en eenmaal de kille winternachten de stallen in de bergen te onherbergzaam maakten, werden de dieren toch naar lager gelegen gronden gebracht in de buurt van de hoeve. François aanvaardde de jobstijding morrend. 'Wat moeten we nu toch beginnen,' zuchtte hij. Mireille haalde de schouders op. Ze wist het ook niet meteen.

Van dan af hield ze opnieuw de kookplaat warm tegen het moment dat haar echtgenoot moegetergd terugkeerde van het station van L'Isle-sur-la-Sorgue.
'Die verdomde bureauluizen uit Parijs,' bromde hij, terwijl zij de pantoffels met pompons aan zijn voeten schoof. 'Ze vertikken het om iets te doen voor de Provence. Nergens rijden er nog zulke oude treinen rond. Als ik stationschef van L'Isle was, ging ik nog liever op de sporen liggen dan ze toegang tot mijn station te verlenen.'

'Niet doen, schat,' zei Mireille met een monkellachje. 'Je zou nog beroemd kunnen worden.' Intussen gleden haar gedachten af naar Johan Wielewael, de mysterieuze vreemdeling die ze allicht nooit meer zou zien, maar wiens handen ze nog voelde in de tinteling van haar vingers.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 9 december 2015

De roos en de lavendel (30)

Wat voorafging: in haar jonge jaren kwam geitenhoedster Mireille Calendal uit de Provence in de ban van een mysterieuze Vlaming. Gelukkig vermoedde haar man François Arnaud aanvankelijk niets.

Elke dag passeerde Fernandel voortaan langs de weiden waar zij de geiten hoedde. Ogenschijnlijk nonchalant wandelde hij met de handen in de zakken de weg naar het dorp op en af. Hij probeerde een deuntje te fluiten, maar dat lukte niet zo best en het bleef een gek gezicht. 

Als zij dichterkwam, haalde hij uit zijn zakken snoepgoed en koeken die hij eerder zelf in het dorp had gekocht. Mireille had een zoet mondje en snoepte zoals ze vroeger zelden gemogen had. 

De gesprekken met Fernandel bleven in het begin kort omdat Frans niet zijn moedertaal was en zij gewoon was van naar François te luisteren. Maar ze vond het aangenaam om naast hem in het gras te zitten en keek bewonderend toe hoe hij met de geiten omging. Hij was duidelijk bedreven met dieren. Geen ogenblik stoorde ze er zich nog aan als ze soms half naakt naast hem zat en die keer dat hij zelf zijn hemd uittrok, stak ze niet weg dat ook zij zijn lichaam aantrekkelijk vond.

Was François in die dagen niet zo intens bezig geweest met zijn eigen besognes, dan had hij vast en zeker de veranderingen bij zijn vrouw waargenomen. Ze had meer schik in het leven en kocht nieuwe kleren. Die waren weliswaar vaak zwart, maar korter of geraffineerder of met een diepere decolleté. Ze wou niet langer wegstoppen wat ze in huis had. Voor buitenstaanders leek het dat haar rouw aan een milder regime werd onderworpen. 's Morgens fietste ze te vroeg en fluitend naar het werk. Wie haar zag passeren, kon het nauwelijks geloven.

Iedere dag ontmoette ze Johan Wielewael. Ze at van zijn snoepgoed, dronk van zijn wijn en keek hem aan met verliefde ogen. Zo vernam Mireille Johans trieste levenslot. Ze vleide zich tegen hem aan, en liet zijn verweerde hand, die zogezegd alleen troost zocht, langs haar arm, haar hals en haar gezicht glijden. Zijn vingertoppen streelden haar met een bedachtzame tederheid die ze al veel te lang had moeten missen en die haar deed vergeven dat Johan in die dagen zo'n voorzichtige minnaar was.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 2 december 2015

De roos en de lavendel (29)

Wat voorafging: lang geleden hoedde Mireille Calendal geiten in de Provence. Toen reeds geraakte ze in de ban van een Vlaming. 

Mireille had de hoop al opgegeven ooit de legendarische Chèvre d'or van de Provence, de gouden geit met de glinsterende horens van Paul Arène, te aanschouwen toen plots de Leeuw van Vlaanderen opdook. Net als Maarten Dekeyser twee decennia later was de vreemdeling immers uit het noorden van België afkomstig. 

Die eerste keer leek hij een kluizenaar uit de bergen. Hij volgde het kiezelpad en droeg een zakje met keien en rotssteentjes in de hand. De vreemdeling had een baard die in dagen niet was bijgeknipt. 's Avonds schreef Mireille in haar dagboek dat hij een wat haveloze indruk gaf. 

Hij hield halt toen hij haar zag. De geiten stonden op en liepen naar hem toe. Dat was niet ongewoon. Ze liepen naar iedereen toe, in de hoop wat extra-voedsel mee te graaien. Mireille was nieuwsgierig, want ze ontmoette weinig mensen. Ook zij sprong op om hem van dichtbij te begroeten. 

Hij lachte en ze zag zijn paardengebit, maar ook zijn ogen die haar zonder schaamte aftastten. Toen pas realiseerde ze zich dat ze schaars gekleed voor een onbekende man stond. Ze sloeg in paniek de armen voor haar borsten. Maar hij lachte en bijna onmiddellijk slikte ze haar schaamte in.

Toen hij haar de hand schudde, voelde ze de ruwe handen van een man die gedurende lange tijd zware handenarbeid had verricht. Van dichtbij waren zijn rimpels pijnlijk zichtbaar. Maar iets in hem stelde Mireille op haar gemak. Vreemd genoeg wist ze op dat moment reeds dat ze zijn handen niet eens zou afslaan als hij ze op haar borsten zou leggen. Ze lachte hem vol vertrouwen toe en hij noemde zijn naam. Maar Mireille begreep hem niet.

'Jean?' herhaalde ze weifelend.
'Johan,' verbeterde Wielewael.Het lukte Mireille niet om zijn naam een Vlaamse tongval mee te geven. Hij lachte keer op keer zijn paardentanden bloot. Toen kreeg ze een ingeving. 'Fernandel,' zei ze. Hij begreep haar niet, maar zij had een nieuwe naam voor hem gekozen.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 25 november 2015

Mijn golvend land














Zo dapper is mijn golvend land
dat het kreunend wakker wordt
als een zwangere vrouw die dra moet baren.

Zo hard holt het kind
dat het zes zwarte paarden achterlaat
met enkel de groene heuvels als getuigen.

Zo zalig smaakt de laatste bron
dat eenhoorns zich gulzig laven
voor ze vervagen in een waterval van zonnelicht.

En ik? Ik staar naar de grond.
Geen stil verdriet maar vruchtbaar weten
dit golvend land dat aan mijn leden kleeft
als speelse liefde aan het leven
zal ik nooit of nooit vergeten.



Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 18 november 2015

Patrick

Patrick Verdonck (Foto: Johan Vekeman)
Het is geen hip café, met designstoelen, aangepaste verlichting en een jazzy muziekje op de achtergrond. Evenmin is het een café zoals vader Abraham het bezingt. De inkleding van de zaak is charmant, eerder rustiek dan ouderwets.

Achter Patrick staat een vitrinekast, volgestouwd met de meest uiteenlopende gedateerde producten, van shampoo en tandpasta tot koekjestrommels. Patrick keert zich om en ook hij ziet nu bovenop de kast de twee bekers, uit de tijd waarin Vlaanderen op zondag voor de ochtendmis nog massaal met de duiven speelde.

De chaos in de kast is van die aard dat het geheel, vermoedelijk ongewild, iets artistieks krijgt. Het herinnert mij aan rekken vol Oost-Europese producten die ik ooit in het SMAK opmerkte. Tot kunst verheven door niemand minder dan wijlen Jan Hoet.

Het brengt mij ertoe om te vertellen over mijn zomerreis naar Tsjechië. Over de onverstaanbaarheid van de taal ginds, de restanten van het communisme op het platteland, de overrompelende hoofdstad Praag, waar men de laatste souvenirs van de Fluwelen Revolutie op het altaar van de commercie heeft geofferd. Het zijn geen spectaculaire onthullingen, maar het helpt de tijd te doden tussen de tomatensoep en de kip archiduc.

Dan begint Patrick plots over zijn reis lang geleden naar Polen. ‘Nog voor de tijd van Walesa,’ beklemtoont hij. En die toevoeging maakt mij stil, want ze refereert in mijn gedachten naar het meest ongebreidelde communisme. Patrick vertelt hoe hij en zijn gevolg de Oost-Duitse grenswachten moesten trotseren en ten slotte strandden in een plaatselijke kroeg. Iedereen hing er aan hun lippen en één Oost-Duitser bood hen zelfs onderdak aan in zijn eigen woning. ’s Nachts kwam hij zowaar nog met een bak bier aandraven. Veel beter kan je als Belg niet onthaald worden. 

Zelf heb ik als kind één keer aan de Oostenrijks-Hongaarse grens gestaan, maar het enige wat ik mij daarvan herinner, was dat er veel kikkers en ooievaars in het gebied voorkwamen. Voor een kleine jongen was dat haast even interessant als de dreigende wachttorens aan de einder. Zo niet bij Patrick. Bij hun terugkeer werd zelfs de achterbank van de wagen weggehaald. School daar geen Pool of DDR-onderdaan die zijn geluk in het vrije Westen wou beproeven? Maar Patrick had niets of niemand meegesmokkeld. Alleen zijn verlangen naar de vrijheid en de liefde voor zijn vaderland…

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 11 november 2015

De roos en de lavendel (28)

Wat voorafging: zal Maarten Dekeyser veilig L'Isle-sur-la-Sorgue kunnen ontvluchten of moet hij werkelijk vrezen voor zijn leven?

Het was al middag toen hij het hotel verliet op weg naar de place Gambetta. Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij François Arnaud ontmoette. Begon die dan ogenblikkelijk te slaan of erger? Hoe meer hij erover nadacht, hoe schichtiger hij zich begon te gedragen.

Het was in feite al te gek. Dagen had hij onbekommerd rondgekuierd door de stad, gegeten op terrasjes en gescharreld in boekenstalletjes. Nu schrok hij als een voortvluchtige van zijn eigen schaduw.

De bus daagde ook al niet op tijd op. Dat was meestal zo. Er naderde een vreemde hufter uit de richting van het park Gauthier. Misschien was het wel een moordenaar, ingehuurd door François Arnaud. Dat moest kunnen. Wist hij veel hoe moordenaars eruitzagen. 

Zo meteen haalde de man een geweer uit zijn grote gitaarkist. Er heerste een landerige rust in de straat. Het tijdstip en de plaats waren gewoon perfect voor een afrekening. Een kort salvo, en wanneer de eerste omstanders naderen, is de moordenaar alweer verdwenen. Het moest wel een professional zijn, een boef met een ongelukkige jeugd en een bloederige toekomst, om met alle omstandigheden van zijn gepland misdrijf in die mate rekening te houden.

Dan kruisten hun blikken elkaar. Weinigen was het gegund hun moordenaar recht in de
ogen te kijken. Moest Maarten zich nu uitverkoren voelen? Toen haalde de man een gitaar te voorschijn. Muziek weerklonk. Maarten haalde opgelucht adem en liet een fles water over
zijn hoofd leeglopen, zoals een regenbui de laatste druppels uitperst boven de hoogste berg.




Geen lijk dus op deze Wapenstilstandsdag! Maar hoe zit het intussen in 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

woensdag 4 november 2015

De roos en de lavendel (27)

Wat voorafging: gewaarschuwd door de moeder van Rose, besluit Maarten Dekeyser halsoverkop de zonnige Provence te ontvluchten. Maar moet hij vrezen voor de wraak van Roses vader?

Omdat Maarten toch niet kon slapen, begon hij zijn spullen in te pakken. Onderaan in zijn koffer legde hij de pulls, de lange broeken en de paraplu die hij vergeefs had meegebracht, in de ijdele overtuiging dat die zomer in de Provence minder heet en dor zou zijn. 

Een bijzonder plekje in zijn bagage voorzag hij voor het kruikje lavendel dat hij had aangeschaft, zodat het leek alsof hij toch iets van Rose naar huis meenam. 

Daarna bestudeerde hij nauwgezet de uren van de bussen en de treinen. Toen hij ten slotte toch in slaap sukkelde, begon het reeds te schemeren en maakte de zon zich op voor een zoveelste ellenlange werkdag. Hij sliep nog enkele uren en was bijna te laat voor het ontbijt, wat de zussen Grenier hem niet eens kwalijk zouden genomen hebben.

'Ik vertrek vandaag,' zei hij tegen Célia.
'Jammer,' zei ze, maar ze scheen het ook al niet te menen.

Het duurde nog een tijd voor Ghislaine zijn rekening klaar had. Ze telde en hertelde, intussen voldoende zuchtend om de legende van het zuchtende L’Isle in herinnering te brengen. 

In het besef dat elke vergissing in het eigen nadeel een drama was en elke vergissing in het nadeel van de klant een accident de parcours, rondde ze veiligheidshalve het bedrag naar boven af, zodat Maarten een groot deel van zijn geld bij elkaar moest schrapen om haar te voldoen. 

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 28 oktober 2015

De roos en de lavendel (26)

Wat voorafging: Mireille Calendal komt Maarten waarschuwen voor haar man? Zal hij haar waarschuwing opvolgen of net in de wind slaan?

Maarten wou eventueel uit L’Isle vertrekken. Misschien was dat inderdaad niet onverstandig, maar dan wel nadat hij fatsoenlijk afscheid had genomen van Rose.

'Rose komt niet meer. Nooit meer,’ beklemtoonde Mireille. ‘Ga dus zo snel mogelijk.’ Het klonk als een koel bevel dat ze ogenblikkelijk afzwakte door haar motivatie te verklaren. 'Ik wil geen dode op mijn geweten.'

Even vroeg Maarten zich af of de vrouw soms waanzinnig was of een misselijke grap met hem probeerde uit te halen.
'Lach niet,' zei ze. 'Je zou heus de eerste dode niet zijn.' Ze zuchtte verschillende keren. Daarna liep ze weg.

Ze meende het. Pas nu drong het helemaal tot Maarten door. Ze was niet gek, daarvoor stonden haar ogen te weinig waanzinnig, en ook geen flauwe grapjas, daarvoor ontbrak het haar aan speelse creativiteit. Dit was bittere ernst.

Een lichte paniek maakte zich van hem meester en hij haastte zich terug naar het hotel van de zussen Grenier. Ghislaine bekeek hem argwanend vanachter de balie toen hij binnenstormde. Ze sakkerde want haar geliefde tv-feuilleton liep. Net op dit heuglijke moment viel de held in de armen van zijn buurmeisje.

Maarten sloot zich op in zijn kamer en barricadeerde de deur aan de binnenkant met een gammel tafeltje, dat beslist nog de feestelijke opening van het hotel had meegemaakt. Gelukkig voor hem was Ghislaine hardhorig. Hij liet het rolluik naar beneden en installeerde zich op het bed. 

Vanuit de kamer probeerde hij verwoed de politie te bereiken. Hij was zo zenuwachtig dat hij zich eerst tweemaal in het nummer vergiste en toen hij het juiste nummer draaide, kreeg hij een suikerzoete dame op een bandje te horen. Het was een zwoele en discrete stem, helemaal geen stem die je verwachtte als je het nummer van de politie belde. Deze lieve vrouw gaf hem de raad mee om de volgende morgen eens terug te bellen. Maarten gromde ontgoocheld.

Hij durfde geen beroep te doen op Ghislaine en Célia, die hij onvoldoende betrouwde. Geen oog deed hij die nacht dicht. Hij woelde en rolde voortdurend van de ene op de andere zij. De hele tijd dacht hij aan François Arnaud, en verder gingen zijn gedachten uit naar Mireille en vooral naar Rose. Ze was mooi, ze was leuk, ze was aardig, en nog wel een paar dingen meer. Al begreep hij niet hoe hij eerst zo puberaal smoor op haar was. 

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 21 oktober 2015

De roos en de lavendel (25)

Wat voorafging: Maarten Dekeyser maakte geregeld een afspraakje met de bloedmooie Rose in L'Isle-sur-la-Sorgue. Maar dat was zonder haar familie gerekend...

Elke avond wachtte Maarten Dekeyser Rose op op een bankje nabij het postkantoor in de avenue des Quatres Evangélistes. Maarten had geen oog voor de zieltogende duiven of voor de honden met hun baasjes. Hij bleef angstvallig het postkantoor in de gaten houden. 

Niet dat het gebouw architecturaal zo bijzonder was, het was zelfs eerder stijlloos met veel beton en opvallend smalle ramen om de zon buiten te houden. Het was het soort gebouw waarvan men doorgaans welwillend zegt dat het functioneel is om vooral niet te moeten toegeven dat het lelijk is. Af en toe kwam er iemand vruchteloos aan de klink van het gebouw rommelen en keerde dan onverrichter zake op zijn stappen terug of gooide een kaartje of een brief in de daartoe bestemde bus.

Op een avond kwam een vrouw naast Maarten op de bank zitten. Op dat moment besefte Maarten reeds dat Rose niet de vrouw van zijn leven zou worden. Weliswaar wist hij met een zekerheid waarmee men ten oorlog trekt dat hij zelden een mooier meisje had gezien en nooit eerder zo’n aantrekkelijke verschijning had gezoend. 

Maar hij had intussen, met scha en schande, voldoende levenservaring opgebouwd om te beseffen dat het aloude cliché waar was dat de echte schoonheid diep in het hart school. Hij kon best enkele uren naar het zangerige Provençaals van Rose luisteren, maar niet de rest van zijn leven. Het verdriet van België liet zich niet drogen door wat flarden Provençaalse zon.

Het was één van die avonden dat Rose veel te laat was en dat hij begon te twijfelen of hij de volgende dag wel zou terugkomen. Misschien begon het tijd te worden om naar huis terug te keren. Hij was hier al te lang en de Vlaamse problemen die hij ontvlucht was, geraakten stilaan verstrengeld in nieuwe provençaalse problemen. Je kon je noodlot niet ontvluchten. Hij kreeg ook het gevoel dat hij Rose reeds te lang kende, dat er geen toekomst voor hen was weggelegd. Het was mooi geweest, maar hoe moest het nu verder?

De vrouw begon tegen hem te praten. Hij probeerde haar aan te kijken als iemand die van belangrijke zaken wordt afgehouden. Maar hij had niets belangrijks om handen, dus kwam dat weinig geloofwaardig over. Hij staarde haar aan en merkte dat ze ooit knap moest geweest zijn, wel niet zo knap als Rose, maar toch het soort vrouw dat in haar jonge jaren werd nagefloten en waar mannen gespeeld stuntelig tegen aanliepen om haar dan met veel verontschuldigingen een glaasje pastis op een terrasje aan te bieden.

Mireille Calendal, de moeder van Rose, was evenwel niet in de stemming voor een glaasje anijsdrank. Ze kon zich zelfs niet herinneren dat ze zich ooit door vreemde mannen op terrasjes had laten versieren. Zonder zichzelf voor te stellen, zei ze tegen Maarten dat ze gekomen was om hem te waarschuwen. 

Niet zomaar, maar voor haar man die de laatste tijd zichzelf niet was en die, als hij één van zijn in L’Isle beruchte buien had, de dwaasheden opstapelde. ‘Hij houdt zo al niet van Belgen,' vervolgde Mireille en ze vertelde dat François iets vermoedde. 'Over jou en Rose, bedoel ik.' Ze aarzelde. 'In deze stemming acht ik hem tot alles in staat. Vertrek uit L'Isle voor er verschrikkelijke ongelukken gebeuren.'

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 7 oktober 2015

Alles verandert?

Over Kristien Hemmerechts heb ik hier reeds eerder bericht. Deze veelzijdige schrijfster hoeft niet meer voorgesteld te worden. Zij heeft verhalenbundels, romans en essays op haar naam en werd herhaaldelijk voor haar werk bekroond. 

Ter gelegenheid van haar zestigste verjaardag verscheen haar nieuwe roman 'Alles verandert'. Deze roman spiegelt In ongenade, het bekroonde werk van Nobelprijswinnaar Literatuur J.M. Coetzee. 

Iris Verdonck is een gewaardeerde universiteitsprofessor. Haar leven kantelt evenwel wanneer ze halsoverkop verliefd wordt op een Poolse studente. Iris zet alles op het spel en dreigt alles te verliezen waarvoor ze gedurende jaren gevochten heeft. Uiteindelijk vindt ze haar zoon Peter terug en trekt in in het huis dat hij bewaakt in opdracht van een diplomaat. Daar wordt ze evenwel met haar eigen dildo verkracht door drie Afrikaanse (mogelijk Somalische) vrouwen.

Daarmee lijkt de cirkel rond: de feministe die zelf een vrouw aanrandt, wordt op haar beurt door drie vrouwen aangerand. Alles verandert, maar Iris Verdonck heeft tijd nodig om dat in te zien. Meer dan haar zoon, die zich sneller en nederiger neerlegt bij de veranderende machtsevenwichten in de wereld. Iris heeft een ontwikkeling meegemaakt, is in ongenade gevallen, maar lijkt op het einde toch niet helemaal afstand te kunnen nemen van haar oude denkpatronen.

Kristien Hemmerechts wil net als haar hoofdfiguur wijzen op het belang van gender in het gedrag en op de mannelijke focus op seksualiteit in de literatuur. 'Alles verandert' is een boeiende en intrigerende roman, een typische Hemmerechts ook. Minpunt is dat het verhaal niet altijd even geloofwaardig overkomt.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 30 september 2015

Roger Raveel

Vanop het kerkhof van Machelen kan je de oude Leie-arm zien. Het schijnt dat Roger Raveel zelf nog heeft geijverd voor het behoud ervan. Daar ben ik Raveel dankbaar voor, want het is heerlijk toeven op de oever, terwijl de herfstzon op je gezicht blakert en een hengelaar zijn materiaal uitprobeert.

Roger Raveel rust onder een witte vierkante steen. Daarvoor staan in sierlijke letters zijn naam en die van zijn tweede vrouw geschreven. Ongetwijfeld een idee van haar, alsof ze duidelijk wil maken wie tot in de dood met de schilder verbonden blijft. Blijkbaar bestaat daar twijfel over.

Het toeval wil dat ik net een week eerder rondliep op een veel ruimer kerkhof in de wijk Montparnasse in Parijs. Het onweerde, donder en bliksem zorgden voor een haast mythische ervaring, veel meer dan om het even welke toeristenattractie dat ooit zou kunnen. Beekjes van bruin water stroomden langs de monumentale praalgraven. Ik zocht het graf van de componist César Franck en vond het niet. Misschien omdat ik verkeerd zocht, of net niet goed genoeg zocht.

Als je van het Raveelmuseum langs de kerk en het kerkhof naar de Leie stapt, kan je het graf van Roger Raveel niet missen. Iets moeilijker om te vinden is het graf van Zulma, zijn eerste echtgenote, die aan de andere kant van de kerk een onderkomen heeft gevonden. Zulma heeft met Raveel samen geleefd toen die nog meer inspiratie dan centen had. Af en toe denk ik wel eens dat het bij sommige gevestigde artiesten net andersom is, maar allicht is dat een te stoute gedachte.

Zulma ging schoonmaken en baatte een dorpswinkeltje uit om voor wat brood op de plank te zorgen. 'En nu liggen ze definitief gescheiden,' vertelt de gidse van dienst. Ze is opgemaakt, meer opgemaakt dan ik van een gidse verwacht. Wellicht is dat normaal als je hele dagen tussen de schilderijen doorbrengt.
'Ze kunnen elkaar zelfs niet meer zien,' vult ze aan.
'Wat erg!' zeg ik gedachteloos. Maar misschien hebben hun zielen elkaar reeds lang gevonden. Ja, daar wil ik best blijven in geloven…

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag! 



woensdag 23 september 2015

De roos en de lavendel (24)

Wat voorafging: zelfs in de Provence was het leven niet altijd rozengeur en maneschijn. Mireille Calendal, de vrouw van de merkwaardige stationschef van l'Isle-sur-la-Sorgue, was steeds ziekelijk geweest. Zelfs een gerenommeerd arts uit Nîmes had daar niets kunnen aan verhelpen.

Mireilles gezondheid verbeterde alsnog in de periode dat haar relatie met François minder onschuldig werd. De oorzaak was te zoeken bij François' dolle praatjes, die ze niet geloofde maar die de dagelijkse werkelijkheid wat glans gaven. Zelfs nu nog dacht ze vaak met weemoed terug aan de tijd toen hij haar in zijn sappig provençaals Mirèio noemde.

Vreemd genoeg bloeide de vrouw pas helemaal open op het moment dat ze zich reeds enkele jaren in sombere, zwarte kleren hulde en aan een zware depressie leek te lijden. Het was de periode tussen de geboortes van haar twee dochters.

Wie Mireille vroeger gekend had, verwonderde zich over de metamorfose die volgde. Ook de foto's uit die tijd toonden de spectaculaire omschakeling van een ziekelijk muurbloempje in een provençaalse schoonheid. Vaak prijkte ze met zwaaiende armen en getuite lippen op de foto, leek ze zo'n meisje dat iedereen wel wil meenemen als ze staat te liften. 

Vooral op die sepiakleurige portretten was de verwantschap met haar dochter Rose niet te loochenen. Buitenstaanders meenden zelfs dat het Rose betrof die zich had laten fotograferen in een nostalgisch decor.

Mireille Calendal herviel in haar vroegere trieste ziekelijkheid enkele jaren na de geboorte van Rose. In die periode begon ze zich ook godsvruchtiger te gedragen. Uren zat ze te vertellen over haar droeve jeugd, alleen opgefleurd door de spelletjes met François. Ze converseerde over de wereldoorlog alsof ze die persoonlijk in de loopgrachten had doorgebracht. In werkelijkheid had ze er veel over gelezen in kranten en boeken en goed geluisterd naar de verhalen van haar moeder, die zich gelukkig evenmin gehinderd voelde door een groot waarheidsbesef.

Over ziektes geraakte Mireille evenmin uitgepraat. Haar ogen twinkelden terwijl ze de bloedigste operaties beschreef. Wanneer ze in een goede bui was, legde ze uit hoe je een arm zonder veel verdoving moest amputeren of een vergiftigde baby tot overgeven dwingen. Dat laatste onderwerp sneed ze bij voorkeur aan tijdens het gebak. 

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 16 september 2015

De roos en de lavendel (23)

Wat voorafging: Mireille Calendal, vrouw van François Arnaud en moeder van de bevallige Rose, was reeds als kind erg ziekelijk. Tot wanhoop van haar ouders.


Nog elke keer kreeg Mireille tranen in de ogen als ze terugdacht aan dat heerlijke kerstfeest met Rose. Zelf was ze geen zondagskind. Geluk was voor haar iets uit slechte boeken of uit melige films. De tweede wereldoorlog woedde nog volop toen zij krijsend het levenslicht zag in een mas, speelbal van de mistral in een desolaat landschap. In tegenstelling tot haar jongste dochter was ze zelf een schrale, uitgemergelde baby. 

'De dokter gaf mij drie dagen,' vertelde ze graag alsof ze het zich levendig herinnerde. 'Hij was in een milde bui.' Onmiddellijk berechtte men haar. Dat vond men wel het verstandigste. Men vulde een schoendoos met rood papier om als lijkkistje te dienen. Op het kerkhof werd reeds een put gegraven en een houten kruis van haar naam voorzien. Maar als bij wonder spartelde ze door die eerste winterse dagen. 

Gezien de erbarmelijke oorlogsomstandigheden toonde de grafdelver zich begripsvol. De put kon immers snel dienen voor een ander kind. Het kruis werd gerecycleerd als brandhout, zeer tot ongenoegen van Eliane, Mireilles moeder. Ze schreeuwde dat ze nog liever doodvroor dan zich te warmen aan het opstoken van Gods symbool. Maar aangezien ze bedlegerig was van de bevalling, had ze weinig keuze.

Later liep Mireille alle mogelijke ziektes op. Ze stond afwisselend vol met afstotelijke blauwe, groene en rode vlekken, bloedde eens uren aan een stuk zonder dat de wonde wou stelpen, liep op hondshete dagen te hijgen als een astmalijder en haalde geregeld meer dan veertig graden koorts. Als men wijn had gegeven voor het ziekste kind, was de familie Calendal onophoudend lazarus geweest.

Mireille was gek op poezen en men vermoedde dat zij sommige ziektes van hen overnam. Het was de tijd waarin het op de patio wemelde van de zwerfkatten die sliepen onder de amandelbomen, maar 's morgens binnenglipten aangetrokken door de kommetjes melk die Mireille overal in het huis achterliet. Ten slotte kocht Eliane een hond die Mireilles hart wist te winnen en meteen de katten uit het huis hield.

Maar de huisdokter was ervan overtuigd dat Mireille de ziektes zou ontgroeien. Toch bleef ze klagen over uiteenlopende kwalen, zodat haar ouders een specialist in Nîmes consulteerden. De man genoot een voortreffelijke reputatie in de betere kringen, die hij voor de meest voorname ziektes had behandeld.

De specialist onderzocht Mireille van kop tot teen, maar kon niets vinden. 
'Dit kind is gezond,' concludeerde hij uiteindelijk. Hij klonk zelfs een beetje bedrukt, want geen diagnose was soms erger dan een verkeerde diagnose.

De familie Calendal had zich op het ergste voorbereid, maar dit was toch te gortig. Voor een dergelijk buitensporig honorarium verwachtte je op zijn minst een fatsoenlijke ziekte. Het was de eerste en meteen ook de laatste keer dat ze een arts in een vreemde stad raadpleegden. 

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 9 september 2015

De roos en de lavendel (22)

Wat voorafging: al van in de wieg liet Rose de mannenharten sneller slaan. Tot grote bezorgdheid van haar vader, François Arnaud, de markante stationschef van L'Isle-sur-la-Sorgue.

Dokters en verplegers bleven in de kraamkliniek hun kamer in- en uitlopen met doorzichtige smoesjes, vochten haast om het tere wicht te verversen of om de koorts van Rose te meten. François werd nerveus van al die drukte en maakte zijn beklag. Hij vreesde voor een ontvoering. 'Lach niet,' zei hij tot moeder overste, 'het zou niet de eerste keer zijn dat een kind ontvoerd wordt uit de kraamkliniek.'

De fotograaf van Le Provençal moest binnensluipen toen François naar zijn werk was. De man slaakte op zijn beurt geestdriftige gilletjes en nam een heel filmrolletje opnamen van het kind. Eén foto werd gepubliceerd onder de hoofding 'de mooiste baby van het jaar'. De familie Arnaud kreeg een korf suikerbonen gratis en een krat wijn, geteeld op de beste wijngaarden rond de Mont Ventoux.

Voor Mireille Calendal was het een teken dat God haar permanente bedevaart had verhoord. Hij had haar aanvankelijk op de proef gesteld met twee ongelukkige kinderen. Toch was haar jaren later nog een derde kind gegund, ook volgens haar een haast engelachtig wezen. 

François meende dat de 'zwarte weduwe' zich daarop in het hoofd had gehaald dat ze haar Schepper alleen kon bedanken door een eeuwigdurende boetedoening. Vruchteloos probeerde hij haar nadien nog aan te raken. 'Ik mag niet,' was de enige verklaring die ze hem schonk voor haar permanente onthouding. 

Mireille was overtuigd van haar aanvoelen toen le père Jacob de kleine Rose, net elf geworden, uit de plaatselijke schooljeugd had uitverkoren als Maagd Maria voor het Kerstmisspel. Ze naaide zelf de jurk afgewerkt met een kanten boordje en weefde strikken door Roses haar. 

Gedurende uren zat het meisje te glimlachen in de kerststal naast een huilende baby, een nerveus schuifelende Jozef en een zwarte stier uit de Camargue die als een schoothond alleen maar af en toe met zijn staart kwispelde. Het hielp het beest geen zier, want enkele maanden later werd het als slachtvee de Romeinse arena van Arles ingejaagd. Het vlees van de stier werd naderhand door de parochie verdeeld onder de medewerkers aan het Kerstgebeuren. Nooit had Mireille steviger vlees geproefd. Zij twijfelde er geen ogenblik aan dat de gewijde momenten tussen de kerstrozen in de stal van L'Isle-sur-la-Sorgue hiervoor verantwoordelijk waren. 

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 2 september 2015

De roos en de lavendel (21)

Wat voorafging: nu de herfst zo stilaan zijn opwachting maakt, kan de warmte van de Provence misschien voor wat troost zorgen. De Provence is immers niet alleen een populaire vakantiebestemming, maar ook een bakermat van vele mythes en legendes.
François Arnaud, telg van een roemrijk zuiders geslacht, maakt zich nog steeds zorgen over zijn drie kinderen. Zij zouden in de buurt de Maagd Maria hebben gezien.

François Arnaud, de extravagante stationschef van het pittoreske L'Isle-sur-la-Sorgue, wou veel geloven. Maar dat zijn kinderen aan de rots van Fontaine-de-Vaucluse de Maagd Maria hadden gezien, ging er bij hem niet in. Hij had veel veil om te weten wat er werkelijk gebeurd was en wie of wat er achter het verhaal zat. 
Het kon niet zo moeilijk zijn om zodanig op zijn zoon Bernard in te praten dat hij na enige tijd oprecht geloofde de Maagd te hebben aanschouwd. Ook zijn dochter Marie viel licht te overtuigen. De jonge vrouw was zo onschuldig - meestal zei men gewoon achterlijk - dat ze nog steeds scheen te geloven dat de Tarasque de Rhône bewaakte. Eerst prevelde ze een schietgebedje en pas dan sloop ze op de toppen van haar tenen over de brug van Tarascon uit schrik voor de eeuwenoude waterdraak. François moest er niet aan denken dat iemand zijn dochter op die pijnlijke momenten herkende.
Nochtans bestonden er middeleeuwse legenden waarin de Arnauds zich manifesteerden als krijgshaftige ridders, heldhaftiger dan de roemruchte Tartarin de Tarascon. In een nostalgische bui citeerde François uit het provençaalse gedicht van Mistral over de Rhône, 'Lou Pouèmo dou Rose'. De goddelijke Rhône, slagader van de Provence, bloem van een rivier, 'Rose' in het provençaals, zoals de naam van zijn jongste dochter. Vooral het aandeel van Rose in de hele zaak verontrustte François. 

Hij had met zijn vrouw gesproken over zijn bezorgdheid over Rose. Maar Mireille die voltijds rouwde, weigerde zijn angstgevoelens te delen. Sinds haar geboorte was Rose haar oogappel. Niet alleen omdat ze steeds sprekender op haar geleek in een perfectere uitvoering maar omdat zij de mooiste en de normaalste was van haar kinderen. 

Amper geboren verrukte Rose in de kraamkliniek de artsen en de verplegers die zich rond haar wieg verdrongen. Ze sloten verhitte weddenschappen af over het feit of ze al ooit een mooiere baby ter wereld hadden geholpen. Het meisje had toen reeds betoverende donkere lokken en een raadselachtige glimlach op de lippen die vooral de mannen in verwarring bracht.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 26 augustus 2015

Gitte van de boswachter

Sinds haar debuut 'Een zuil van zout' publiceerde Kristien Hemmerechts (°1955) meer dan twintig romans, verhalenbundels en essays. Hemmerechts ontving voor haar werk onder meer de Belgische Staatsprijs. Zeker in het begin van haar carrière oogstte Kristien Hemmerechts nagenoeg unaniem lof voor haar proza. Daarna kwam er bijwijlen enige ruis op de lijn met lezers en recensenten. Allicht niet toevallig op het moment waarop Kristien Hemmerechts zich meer en meer tot een mediafiguur ontwikkelde, die over de meest uiteenlopende onderwerpen haar standpunt kenbaar maakte.

Dat neemt niet weg dat Kristien Hemmerechts zonder twijfel één van onze beste schrijfsters blijft. In 2008 verscheen van de hand van Mark Cloostermans een interessante bespreking van het oeuvre van de schrijfster met als titel 'Bloot zijn en beginnen'. 

Cloostermans bespreekt de parallellen doorheen het werk van Kristien Hemmerechts. Hij beschrijft hoe haar personages geteisterd worden door het menselijke onvermogen. Ze willen het verleden afwerpen en willen verlost worden van herinneringen, rollenpatronen en zeker ook van fatsoens- en andere normen. In haar boeken ruimt ze over het algemeen vrij veel plaats in voor de beleving van de (vrouwelijke) seksualiteit. Het ontluisterende verhaal 'Kerst' over de liefde en de seks tussen een man en zijn kindvrouw zorgde destijds bijvoorbeeld voor de nodige ophef. 

Ook nadien is Kristien Hemmerechts natuurlijk volop blijven schrijven. Daarbij ging er veel aandacht naar haar dagboek 'De dood heeft mij een aanzoek gedaan' en naar haar roman 'De vrouw die de honden te eten gaf' over de vrouw van Marc Dutroux. Het maakte dat haar roman 'Gitte' uit 2011, die ik onlangs las, misschien wat tussen de mazen van het net is geglipt. 

Gitte en haar broers Onno en Woud wonen aan de rand van een bos, waar ooit hun overgrootvader-boswachter Lionel werd vermoord. Het gezin leeft in een paradijselijke onschuld, totdat Woud waanbeelden krijgt. Gitte begint zelf te trippen en wordt later aan de universiteit verliefd op de zoon van de dichter die destijds avances maakte tegenover haar moeder. Het begin van de onthulling van het familiegeheim. 

Gitte is een roman over identiteit en afkomst, en sluit aldus thematisch aan bij haar vroeger werk. Kan een mens zich ontworstelen aan zijn (voor)geschiedenis? Waar Gitte en haar broers als kinderen een katholieke mis naspelen, zal Gitte als jongvolwassene haar 'paradijs' eerder in de seksualiteit zoeken. De roman werd destijds gemengd onthaald, maar 'Gitte' blijft een intrigerend verhaal over de mate waarin het leven van onze (voor)ouders doorwerkt in ons eigen leven.

Op haar 60e verjaardag (27/8/2015) publiceerde Hemmerechts de nieuwe roman 'Alles verandert'. Een verhaal waarin ze opnieuw de macho-seksualiteit op de korrel neemt. Hoofdfiguur is een vrouwelijke literatuurprofessor met een meer dan gewone belangstelling voor een studente.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 19 augustus 2015

De doos van Aspe

Pieter Aspe is een sterk merk. In die mate dat zijn nieuwste boek 'De doos' onder de vlag van Aspe nv is uitgekomen. Onder de vleugels van Manteau heeft hij nu immers zijn eigen uitgeverij, waarbij zijn thrillers over Van In worden gepubliceerd.

Pieter Aspe, pseudoniem van Pierre Aspeslag (° 1953, Brugge), was een man van twaalf stielen die uiteindelijk zijn roeping vond in het schrijven van thrillers. Hij debuteerde in 1995 met 'Het vierkant van de wraak'. Inmiddels heeft hij al drie miljoen boeken verkocht in België en in het buitenland.

In zijn nieuwste boek 'De doos' wordt Barend Vossen dood aangetroffen in zijn huis. Deze teruggetrokken man is de zoon van een vermeende collaborateur uit de Tweede Wereldoorlog. Kort daarna schiet iemand Robert Dewilde, zoon van een verzetsheld, koelbloedig neer aan de Damse Vaart. De vete tussen de families Vossen en Dewilde, die teruggaat naar de Tweede Wereldoorlog, loopt als een rode draad doorheen het verhaal. Welke geheimen bevat de doos in Elounda op Kreta? En wat betekent het motief van de veerman?

De oorlog, de collaboratie en de repressie leven verder bij de getraumatiseerde families. Maar Aspe verweeft ook nog andere thema's in zijn thriller, zoals de rol van de Albanese maffia, de malaise bij een deel van het gerecht, de drang naar winstbejag of de belastingontduiking in de diamantsector. Aspe verwijst verder zijdelings naar de recente actualiteit, o.m. naar de Waalse kritiek op de huidige federale regering of als een nevenfiguur aan ALS lijdt. En natuurlijk leiden Van In en Versavel de lezer rond doorheen het historische kader van Brugge.

Aspes concurrent Luc Deflo vertelde mij ooit tijdens een interview dat Aspe er niet vies van was om soapelementen in zijn boeken te verwerken. Van Ins relatie met Hannelore Martens is daar in elk geval een bewijs van. Soms komen de personages ook wat karikaturaal over, Denken we bijvoorbeeld aan de vrouwenbezetenheid van de anatoom-patoloog of de drankzucht van Van In, die van Duvel zowaar is overgeschakeld naar Omer.

De plot van deze thriller mist op een aantal punten wat geloofwaardigheid. Maar dat neemt niet weg dat het verhaal spannend blijft tot het einde. Ofschoon Pieter Aspe bewijst zijn vak steeds beter te beheersen, zal hij ook voor 'De doos' wel geen literaire prijzen ontvangen. Maar wie op zoek is naar enkele uren pretentieloos vakantieamusement zal niet bedrogen uitkomen.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 12 augustus 2015

Jana's dagboek van een moordenaar

Foto Ingrid Deloose
"Ik ben Veronica. Ik heb een zus. Beter gezegd, ik had een zus. Mijn zus is dood. Mijn zus is dood en dat is mijn schuld. Het was niet mijn bedoeling om haar te vermoorden. Dat gebeurde gewoon."

Jana Baeskens uit Brakel moet nog 18 worden, maar ze schreef reeds het vlotte verhaal 'Veronica. Dagboek van een moordenaar'. De vijftienjarige Veronica gelooft dat ze haar kleine zus heeft vermoord. Op school wordt ze gemeden, alleen Esmeralda wil absoluut haar vriendin worden. Met een moordlustig hoofdpersonage moet dit gegeven bijna onvermijdelijk tot een merkwaardige plot leiden.

Jana heeft een thriller met een donker randje geschreven, een verhaal balancerend op de rand tussen verbeelding en realiteit. Ofschoon haar boek zich richt tot jong-adolescenten behandelt ze ook grote thema's als schuld(gevoelens), rouw en loslaten. Jana Baeskens is immers geîntrigeerd door de menselijke psyche, wat ook uit haar volgende werken zal blijken. Ze is inmiddels reeds volop bezig aan een volgend boek, dat dit keer niet verteld is vanuit het perspectief van een moordenaar. Al komt er wel opnieuw een moord in het boek.

Nu Jana Baeskens afgestudeerd is aan het KTA in Brakel, richting Latijn-Wetenschappen, start ze binnenkort aan de Gentse universiteit in de richting taal-en letterkunde, Nederlands-Engels. Ze ziet zichzelf als 'creatief, emotioneel en leergierig', wat mij alvast een goede voedingsbodem lijkt voor een schrijverscarrière.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 5 augustus 2015

Het zomerhuis van Herman Koch

Vorige week hoorde ik een VRT-journaliste op radio 1 'Zomerhuis met zwembad' aanprijzen van Herman Koch. Ze had het boek net voor de tweede keer gelezen en het opnieuw niet kunnen wegleggen voor het helemaal uit was. Verrassend is dat niet, want het betreft een meeslepende en bijwijlen grappige whodunit. 

Nu wil het toeval dat ik het boek vorig jaar tijdens mijn vakantie zelf las. We verbleven toen in een zomerhuisje in Frankrijk, zowaar met een zwembad. Al gebiedt de eerlijkheid op te merken dat het zwembad eerder een ruim ploeterbad was en dat het weer zo tegenviel dat ik het werk binnen heb gelezen. Airco uit en een pull aan. Op de koop toe waren de Rode Duivels net op de wereldbeker voetbal uitgeschakeld door Argentinië. Het boek moest dus wel echt goed zijn om mij zoveel 'ellende' te doen vergeten.

'Zomerhuis met zwembad' is echter een meer dan waardige opvolger voor 'Het diner', waarmee Koch hoge ogen scoorde. Hoofdfiguur is dokter Marc Schlosser, die zo zijn bedenkingen heeft bij de artistieke wereld. En die koestert hij zeker over de succesrijke acteur Ralph Meier, die anderhalf jaar eerder plots in zijn wachtkamer opdook. Meier sterft evenwel, waarvoor de niet altijd even gewetensvolle huisarts Schlosser zich moet verantwoorden voor het Medisch Tuchtcollege. Alles heeft te maken met merkwaardige gebeurtenissen aan en rond het zwembad van het vakantiehuis, waarin Marcs dochter Julia de dramatische hoofdrol vertolkt.

Herman Koch weet de lezers tot het einde in de ban te houden dankzij zijn goed opgebouwd verhaal, dat de hele tijd mooi in balans blijft. Ook hier wordt de lezer bovendien geconfronteerd met morele vraagstukken als de overspelige huisarts wel een toegewijde vader blijkt. Zeker in een zwoele vakantieperiode is 'Zomerhuis met zwembad' een aanrader!

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!