Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 9 december 2015

De roos en de lavendel (30)

Wat voorafging: in haar jonge jaren kwam geitenhoedster Mireille Calendal uit de Provence in de ban van een mysterieuze Vlaming. Gelukkig vermoedde haar man François Arnaud aanvankelijk niets.

Elke dag passeerde Fernandel voortaan langs de weiden waar zij de geiten hoedde. Ogenschijnlijk nonchalant wandelde hij met de handen in de zakken de weg naar het dorp op en af. Hij probeerde een deuntje te fluiten, maar dat lukte niet zo best en het bleef een gek gezicht. 

Als zij dichterkwam, haalde hij uit zijn zakken snoepgoed en koeken die hij eerder zelf in het dorp had gekocht. Mireille had een zoet mondje en snoepte zoals ze vroeger zelden gemogen had. 

De gesprekken met Fernandel bleven in het begin kort omdat Frans niet zijn moedertaal was en zij gewoon was van naar François te luisteren. Maar ze vond het aangenaam om naast hem in het gras te zitten en keek bewonderend toe hoe hij met de geiten omging. Hij was duidelijk bedreven met dieren. Geen ogenblik stoorde ze er zich nog aan als ze soms half naakt naast hem zat en die keer dat hij zelf zijn hemd uittrok, stak ze niet weg dat ook zij zijn lichaam aantrekkelijk vond.

Was François in die dagen niet zo intens bezig geweest met zijn eigen besognes, dan had hij vast en zeker de veranderingen bij zijn vrouw waargenomen. Ze had meer schik in het leven en kocht nieuwe kleren. Die waren weliswaar vaak zwart, maar korter of geraffineerder of met een diepere decolleté. Ze wou niet langer wegstoppen wat ze in huis had. Voor buitenstaanders leek het dat haar rouw aan een milder regime werd onderworpen. 's Morgens fietste ze te vroeg en fluitend naar het werk. Wie haar zag passeren, kon het nauwelijks geloven.

Iedere dag ontmoette ze Johan Wielewael. Ze at van zijn snoepgoed, dronk van zijn wijn en keek hem aan met verliefde ogen. Zo vernam Mireille Johans trieste levenslot. Ze vleide zich tegen hem aan, en liet zijn verweerde hand, die zogezegd alleen troost zocht, langs haar arm, haar hals en haar gezicht glijden. Zijn vingertoppen streelden haar met een bedachtzame tederheid die ze al veel te lang had moeten missen en die haar deed vergeven dat Johan in die dagen zo'n voorzichtige minnaar was.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten