Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 27 mei 2015

De roos en de lavendel (14)

Wat voorafging: de Vlaming Maarten Dekeyser is op zoek naar rust en lijkt die te vinden in L'Isle-sur-la-Sorgue, een schattig stadje in de Provence. Hij trekt zich terug in een verouderd hotel.


De toeristische groeimogelijkheden van L'Isle bleken te optimistisch berekend. Op weekdagen buiten het volle hoogseizoen verviel het stadje snel weer in een veredelde winterslaap. Het trok dan vooral bezoekers aan die precies op zoek waren naar rust. Maarten Dekeyser was één van hen en op aanraden van stationschef Arnaud zocht hij een vrije kamer in het hotel van de stokoude zussen Grenier net buiten het centrum. Ghislaine zette haar bril even op de top van haar neus om zich toch enigszins een beeld van hem te kunnen vormen.

'Waar kom je vandaan?' vroeg ze.
'Ik kom uit Vlaanderen.'
Ze knikte, want ze nam aan dat Vlaanderen een streek in het noorden van Frankrijk was waar men een vreemdsoortig dialect sprak. 'Dan is het goed.' Ze hoestte als een ziek oudje. Waarschijnlijk was ze dat ook. 'Ik dacht even dat je uit België kwam.'
'Het geeft niet,' zei hij. 'Dat is een vergissing die men wel meer maakt.'

Ze leidde hem naar kamer zeventien en vervolgens naar tweeëntwintig omdat hij een balkon verlangde. Toen hij ook een ligbad wenste, hoestte ze nog een keer.
Ze bracht hem ten slotte naar kamer vijfentwintig. 'Het is onze mooiste kamer,' zei ze, maar dat had ze van de twee vorige ook al gezegd. Ze gaf hem de sleutel. Het was een zware sleutel met een loden bol aan. Het soort bol dat gevangenen in stripverhalen moedeloos achter zich aanzeulen, maar gelukkig wel kleiner. 'Veel plezier in kamer 25,' zei ze nog. Het was haar aan te zien dat ze dat niet meende.

Achter de sportvelden en de villawijken, waarboven zwaluwen waakten, kon Maarten Dekeyser de bergen van de Luberon en het plateau van de Vaucluse ontwaren. Als hij over de balustrade hing, ving hij zelfs een glimp op van de Sorgue. Op momenten waarop er geen wagens passeerden, hoorde hij het klateren van het heldere water en het kwaken van de eenden, die elkaar bevochten voor een weggegooide kruimel brood.

Het ontbijt werd beneden, in een zaaltje achter de receptie, opgediend door Célia Grenier. Met zo weinig mogelijk woorden, serveerde ze elke morgen hetzelfde rantsoenmandje, gevuld met één homp stokbrood, één croissant en één vlootje boter. Iedere dag aangevuld met een potje aardbeienjam.
'Alweer aardbeienjam,' klaagde Maarten.

Ghislaine Grenier nam hem in vertrouwen. 'Martin,' zei ze, met verrassend veel passie voor zo'n oud besje. 'Martin, ik heb ooit een schoonheidswedstrijd gewonnen. Aardbeienprinses. Als prijs heb ik mijn gewicht in confituur gekregen, een tricolore lint en zoenen van de jury.' Ze zette haar bril af en lachte haar geschonden gebit bloot. Haar gezicht leek één rimpel. Hoeveel eeuwen was die wedstrijd geleden?
'Ze liegt,' verklapte Célia, 'altijd liegt ze. Ze zeggen dat het een ziekte is. Eén van die ziektes met een heel moeilijke naam. Dat zijn de ergste.'

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 20 mei 2015

Ik kom terug

Ik heb ooit iemand gekend die enkel naar de Nederlandse VPRO keek voor Adriaan Van Dis. De erudiete Nederlandse schrijver en televisiepresentator (°1946 in het Nederlandse Bergen) won op 11 mei de Libris Literatuurprijs met zijn moederroman 'Ik kom terug'. Van Dis, onder meer bekend van 'Indische tuinen', schreef reeds eerder over zijn familieverleden. 

Hij is de zoon van de Nederlandse militair Just Mulder en van een weduwe van een donkere Indo die door de Japanners werd onthoofd. In zijn nieuwe autobiografische roman komt voor het eerst zijn moeder in die mate op de voorgrond. Van Dis opteerde eerder reeds voor de familienaam van zijn moeder.

'We stonden tegenover elkaar, mijn moeder en ik.' Zo begint (en eindigt) 'Ik kom terug'. In het begin vechten zoon en moeder om de sleutel van een oude kist. De inhoud van die kist zal uiteindelijk tegenvallen, maar gaandeweg vernemen we wel de geheimen die de moeder van Van Dis meedraagt. Haar hele leven hield zijn bokkige moeder afstand en zweeg ze over wat er werkelijk toe deed. Maar in het rusthuis op haar 98° maakt de trotse, eigenzinnige vrouw een merkwaardige deal met haar schrijvende zoon: hij mag haar biografie neerschrijven in ruil voor pillen en een zachte dood.

En het is heel wat dat deze ogenschijnlijk kille vrouw heeft meegemaakt. Tumultueuze oorlogen, de breuk met haar milieu van protestantse grootgrondbezitters, een huwelijk met een gekleurde militair, een overspelige relatie met een Duitse dokter, ontberingen in een Japans gevangenenkamp, het samenleven met een reeds getrouwde, geesteszieke man, het vluchten in een geloof in reïncarnatie. Het leidt, niet alleen bij de schrijvende ik-figuur, tot enig begrip voor het (ver)zwijgen. Al blijft Van Dis' moeder tot het einde haar naaste familieleden manipuleren. 

De sterke persoonlijkheid van de moeder van Adriaan Van Dis zorgt ervoor dat de roman blijft boeien. Dankzij het vakmanschap van de auteur vervalt dit emotionele verhaal op geen enkel moment in sentimentaliteit. Op tragikomische wijze gaan we naar de kern van een woelig en merkwaardig mensenleven.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 13 mei 2015

De zomer van Dimitri Verhulst

Dimitri Verhulst (° Aalst, 1972) schreef dit jaar voor de boekenweek van maart het Boekenweekgeschenk, dat traditioneel in een enorme oplage wordt gedrukt en verspreid. Nu kent iedereen natuurlijk Verhulst vooral van zijn verfilmde bestseller uit 2006 'De helaasheid der dingen'. Al heeft de Vlaamse schrijver intussen een uitgebreid oeuvre op zijn naam, waar wel meer pareltjes tussen zitten. 

Het Boekenweekgeschenk 'De zomer hou je ook niet tegen' past stilistisch volledig in het werk van Dimitri Verhulst. In zijn typische Vlaamse stijl, bloemrijk en barok, geestig en navrant, soms ook een tikje vulgair, sleept hij de lezer mee in zijn wereld. 

Hoofdfiguur Pierre Vantoren ontvoert Sonny, een 'vegetatieve imbeciel', uit de instelling waar hij wordt verpleegd. Hij brengt de hersendode tiener naar een heuvel in de Provence. Pierre, een zestiger, wil de jongen voor zijn zestiende verjaardag een verhaal aanbieden. Niet zomaar een verhaal, maar het relaas van de overrompelende liefdesaffaire die hij ooit beleefde met diens moeder, die intussen helaas is overleden. 

Inhoudelijk sluit 'De zomer hou je ook niet tegen' eveneens aan bij de rest van Verhulst oeuvre. Vertrouwde motieven keren terug: de ongemakkelijke wereld van de instellingen, de bijwijlen sombere perceptie van het menselijke gedrag en een alles verschroeiende liefde. De invloed van Verhulsts eigen leven als inspiratiebron is daarbij meermaals voelbaar. Uiteindelijk spelen leeftijdsverschil en de kinderwens een grote rol in het verhaal.

Misschien klinkt dat allemaal niet zo spectaculair, maar wie van Verhulsts sappige taalgebruik en zijn thematiek houdt, zal ook van deze novelle (94 pagina's) genieten. Voor de zeldzame lezers die toch nog niet vertrouwd zijn met zijn werk, biedt het boekenweekgeschenk een interessant opstapje naar meer. Opvallend trouwens hoe deze Vlaamse 'volksschrijver' par excellence de Provence kleurrijk en haast tastbaar in beeld brengt.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 6 mei 2015

De buitenkant van meneer Jules

Op vakantie in het buitenland heb ik wel eens de neiging om in een boekhandel te gaan snuisteren op zoek naar (vertaald) werk van Vlaamse schrijvers. Dat durft al een keer tegen te vallen, zoals ik jaren geleden in Keulen mocht ondervinden. Ik trof wel verschillende boeken van de Nederlander Arnon Grunberg aan, maar de Vlamingen had men helaas uit het oog verloren.

Tot ik 'De buitenkant van meneer Jules' ontdekte van de hand van schrijfster en journaliste Diane Broeckhoven. Zij werd in 1946 geboren in Antwerpen, maar woonde gedurende 30 jaar in Nederland. Diane Broeckhoven publiceerde meer dan 20 jeugdboeken. Daarbij ging ze geen taboes uit de weg. Zo had ze het onder meer over de dood van een kind en over aids.

In 1998 schreef ze haar eerste roman voor volwassenen. In 2001 verscheen dan 'De buitenkant van Meneer Jules'. De Duitse vertaling ervan, 'Ein Tag mit Herrn Jules', werd opgepikt in het populaire literaire tv-programma (geen contradictio in terminis) Lesen! en begon aan een veroveringstocht bij onze oosterburen. Er werden zo'n 100.000 exemplaren van verkocht. 

In 'De buitenkant van meneer Jules' vindt de bejaarde Alice op een ochtend het levenloze lichaam van haar man Jules. Ze wil niet onmiddellijk scheiden van haar echtgenoot en zal het lijk nog een dag bij zich houden zodat ze fatsoenlijk afscheid kan nemen. Terwijl Jules geleidelijk verandert in een haast marmeren beeld, haalt Alice herinneringen op en zegt ze dingen tegen hem die ze niet eerder heeft kunnen of durven uitspreken. Ook de autistische buurjongen zal meneer Jules in zijn fauteuil nog komen opzoeken. Het is een sobere en ontroerende vertelling die later door Kurt Defrancq als theatervoorstelling werd gebracht.

Eind vorig jaar verscheen van Diane Broeckhoven 'De poppendokter'. De roman vertelt over een gebroken liefde ten tijde van de Holocaust. Het boek kreeg echter minder aandacht in de media.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag! 
De bestseller van Diane Broeckhoven inspireerde mij bij de naamgeving van een Spaanse gier, zoals verderop in 'De eenzaamheid van het grensgebied' zal blijken.


Op 5 mei 2014 publiceerde ik de eerste berichten op deze blog. Tijd dus om de verjaardagstaart te laten aanrukken. Alvast dank aan alle lezers!