Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 24 februari 2019

Notenwijn (12)

Inleiding: wat heeft een jong kind als Jitske met de componist Janacek? En is er verrassend nieuws op komst in de vakantiewoning in de Vercors?

Jitske spreekt de familienaam van Leos Janacek bijna foutloos uit, wat mij doet vermoeden dat Sofie haar die zachtjes heeft ingelepeld. Met succes trouwens. Jitske straalt als ik in de auto de Kinderrijmen van Janacek laat horen.

‘Het is een prachtige tekening,’ zeg ik. Ik kan het niet helpen dat ik enigszins ontroerd ben.
‘Vind jij de muziek van Janacek ook zo mooi?’
Ik knik. 

Jitske haalt met een zachte wijsvinger een traan weg van mijn wang en stopt daarop haar vinger in de mond.
‘Zout! Je traan smaakt naar zout.’ Ze loopt vrolijk weg. ‘Ik hou van zout! Krijg ik nu chips?’
Ze huppelt als een jong lam de gîte binnen. Ik hol achter haar aan en zie in het voorbijlopen dat Sofie geconcentreerd in de weer is met een predictor. Ik haal een zak chips en een fles notenwijn te voorschijn.

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 17 februari 2019

Notenwijn (11)

Inleiding: wie zou er geen notenboer willen worden in de prachtige Vercors? Maar met een levendig kind als Jitske zijn verrassingen, ook op vakantie, nooit ver weg.

Ik zit in een tuinstoel aan de zijkant van de gîte onder de bloeiende linde die ook in de namiddag nog ruime vlekken schaduw biedt. De lucht is heiig geworden van de droge hitte. Er hangt een onwaarschijnlijke rust over de vallei. 

Op het gras lopen twee kakelbonte kippen van de buren op zoek naar achtergebleven kruimels. De derde kip is samen met de haan in het hok achtergebleven waar ze een ei uitbroedt. Misschien dat er binnenkort nieuw leven rondloopt in de buurt van de vakantiewoning.

Jitske komt aangelopen met een prentkaart waarop de ruwe bergen van de Vercors en een notenboomgaard te zien zijn. ‘We moeten een kaart schrijven naar papa,’ zegt ze opgewonden.
Ze heeft alvast met haar kleurpotloden op de keerzijde een kleine tekening geschetst. 

Ik bekijk het zoals al haar tekeningen met een welwillende aandacht maar ook deze keer is het mij niet meteen duidelijk wat er staat afgebeeld.
‘Het is een engeltje,’ verklaart ze, ‘dat weent omdat het de muziek van Janacek zo-o-o mooi vindt.’

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 10 februari 2019

Notenwijn (10)

Inleiding: het aangename klimaat en de prachtige omgeving doen de hoofdfiguur van 'Notenwijn' dromen van een leven als notenboer in de Vercors. De streek tussen Grenoble en Valence staat immers bekend voor zijn uitgestrekte boomgaarden vol notelaars.

Het gros van de Franse export van walnoten is afkomstig van de notelaars in de Vercors. Men verwerkt er de noten onder meer in wijn, olie, kaas en zelfs gebak.

‘Waaraan denk je?’ vraagt Sofie.
‘Ik zie mezelf reeds mijn eigen noten plukken,’ mijmer ik. Als bij ons de klamme herfst door de boomgaarden sluipt, in afwachting van de somberste dagen van het jaar. 

‘Ik zou best een goede notenboer zijn.’ Mijn stem trilt. Het moet een hard maar eerlijk beroep zijn. Werken met de handen. Ik heb het nooit goed gekund. Maar ik kan mij niet voorstellen dat ik in deze streek achter een computerscherm zit of belastingaangiften verwerk terwijl de zon brandt aan de staalblauwe hemel en kinderen spelen in opblaasbare zwembadjes.

‘Ik zou echt een gelukkige notenboer zijn,’ herhaal ik.

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 3 februari 2019

Notenwijn (9)

Inleiding: met een weekje vertraging het vervolg van 'Notenwijn', waarin de hoofdfiguur zichzelf al ziet uitwijken naar de Vercors om er een nieuw leven te beginnen.

‘Meen je het dat je hier zou kunnen wonen?’ vraagt Sofie. Ze deelt het chocolaatje dat bij haar koffie lag met Jitske.

‘Natuurlijk,’ zeg ik achterover leunend in de rotan stoel, ‘als ik denk aan de zon, de rotsen, de stilte, de rust en het trage levensritme, dan twijfel ik geen ogenblik.’
‘En als je denkt aan de verlatenheid, de onherbergzame winters, de spinnen en de bijen?’
Er klinkt spot door in haar stem. Ik doe alsof ik het niet hoor. ‘Dan wil ik hier pas goed komen wonen,’ zeg ik.

Ik meen het echt wel dat ik naar het zuiden wil uitwijken, vivre comme Dieu en France, zelfs al is dat een verraderlijk cliché. Misschien is het wel onze laatste kans om de grauwheid en de regen van het vaderland te ontvluchten. Schapenherder lijkt mij wel wat. 

Of notenboer. Zoals je in nog zuidelijker streken in elk dorp een uitgestrekte olijf- of wijngaard aantreft, wemelt het in de Vercors van de boomgaarden vol notelaars. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!