Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zaterdag 31 december 2016

RIP De Beiaard

Afbeelding Wikipedia
Op vrijdag 30 december 2016 verscheen het laatste nummer van De Beiaard uit Zottegem. Het regionale weekblad, uitgegeven door de nv Printor, was al gedurende 114 (!) jaar een monument in Zuid-Oost-Vlaanderen. Het evolueerde gaandeweg van een katholiek naar een onafhankelijk weekblad.

Het doet altijd pijn als een geliefde definitief heengaat. Zelfs als het 'maar' een geliefd medium betreft, dat intussen reeds een krasse eeuweling is. In een (te) ver verleden heb ik zelf diverse artikels geschreven voor De Beiaard, toen nog geleid door de gedreven en inspirerende hoofdredacteur Paul De Clercq. Zo heb ik onder meer streekgenoten geïnterviewd van Geraardsbergen tot in Denderwindeke, van Leeuwergem tot in Merelbeke. Doorgaans waren het boeiende gesprekken, altijd waren het warme ontmoetingen. 

De Beiaard nam de streek en zijn bewoners immers ernstig. Die authenticiteit voelden de mensen aan en maakte dat weinig deuren in Zuid-Oost-Vlaanderen voor het blad gesloten bleven. Bij elk interview werd mij wel een glas of een beker toegeschoven.

Een unieke herinnering blijft het interview dat hoofdredacteur Paul De Clercq en ikzelf afnamen van toenmalig premier Wilfried Martens in diens ambtswoning, de Lambermont. We beseften best dat het geen alledaagse gebeurtenis betrof, hoewel op het moment zelf slechts ten dele, en we glommen van trots toen de premier verklaarde ons weekblad te kennen. Achteraf lachten we eens meewarig met die ene zuurpruim die ons lang gesprek met Wilfried Martens wou afdoen als een ordinaire persconferentie.

Naarmate mijn professionele loopbaan een heel andere richting uitging, vergrootte mijn afstand steeds meer tot De Beiaard. De meer instabiele periode met verschillende hoofdredacteurs die eindigde met de haast irreële moord op Toon De Clercq op 3 september 2011 maakte ik gelukkig slechts vanop verre afstand mee. Het had letterlijk de doodsteek voor het weekblad kunnen zijn.

Voor communicatiewetenschappers was De Beiaard sowieso al een anachronisme in een tijd van globalisering en sociale media. Andere regionale weekbladen hadden er reeds het bijltje bij neergelegd of waren opgeslorpt door grotere mediabedrijven.

Een jongere generatie trad aan en het leek alsof het weekblad nogmaals een nieuwe adem vond. Het DNA van De Beiaard bleef innig verbonden met dat van de streek, wat ook de sterkte van de krant uitmaakte. Natuurlijk was De Beiaard het werk van mensen met hun sterktes en hun zwaktes, maar hun enthousiasme en hun inzet maakten de schoonheidsfoutjes en de zeldzame uitschuivers ruimschoots goed.

Helaas haalde de economische realiteit het weekblad alsnog in. Het zal vanaf 2017 stil worden in Zuid-Oost-Vlaanderen. Te stil... 

zondag 25 december 2016

Risk (42)

Wat voorafging: het mag dan Kerstmis zijn, het reclamebureau Risk viert reeds Pasen. Tijdens de paasdagen wil men herbronnen aan de kust, meer bepaald in Oostduinkerke. Robert herkent de omgeving, zoals onder meer het boothotel.

Het huis dat Robert en Karin hebben gehuurd zo net voor Pasen, bevindt zich in de Goede Aardelaan, in de wijk Sint-André. Ze moeten de Albert I-laan verlaten ter hoogte van het boothotel. 

Het hotel-restaurant heeft het uitzicht van een gestrande boot, met patrijspoorten en een ophaalbrug. Die indruk wordt nog versterkt door de zeilscheepjes die voor de ramen staan. Bij gebrek aan echte zeemansavonturen, moet het avontuur worden opgeroepen door miniatuurbootjes.

Robert is hier ooit eerder geweest, het is intussen een hele tijd geleden, meer bepaald in 1989. Er was een potvis aangespoeld op het strand. Hij strandde op een zandbank. Was hij ziek, kapot van liefdesverdriet of simpelweg het leven moe?

‘Ik wil die zien,’ had Yvonne gezegd. Dat was op zijn minst ongebruikelijk, want er waren toen weinig dingen die Yvonne echt wilde zien, althans dat hij wist, althans dat ze hem verklapte. Parijs vond ze in die tijd te chique, Spanje te warm en de bergen te gevaarlijk. 

Zelf was Robert liever het museum van Delvaux gaan bezoeken in Sint-Idesbald, of desnoods naar werk van Ensor of Spilliaert gaan kijken in Oostende.

Vrolijk kerstfeest!
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 18 december 2016

Risk (41)

Wat voorafging: Robert wou dat hij een beter contact had met Melanie, de stagiaire. Alleen in zijn kantoor wordt hij overvallen door een gevoel van eenzaamheid. Maar kan hij wel bij iemand terecht?

Misschien was het beter geweest als hij levenswijsheid had opgebouwd als vader, dan had hij zich makkelijker in haar denkwereld kunnen verplaatsen. Dan had hij ook geweten hoe hij haar moest waarschuwen voor mannen als Freek.

Nu bleef Robert achter met het gevoel dat hij gefaald had. En haar vertrouwen in hem, als dat er al geweest was, zou nu wel deels verdwenen zijn.

Hij ging in zijn kantoor voor het raam staan. Er viel weinig te zien, een duistere, volgebouwde straat was het die overdag grotendeels verlaten was. De achterkant van een restaurant kwam in de straat uit. Altijd stond er een container met bedorven voedsel op het trottoir. De voedselresten stonken, het meest nog op hete dagen, zodat je nauwelijks het raam durfde te openen. 

Robert wou maar dat hij een boom kon zien, bijvoorbeeld een plataan, bij voorkeur een plataan. Platanen deden hem denken aan zonovergoten pleintjes in het zuiden, waar mannen met tijd, met savoir-vivre, een petanqueballetje gooiden en zich verfristen aan de dorpsfontein.

Robert Impens had er nood aan om met iemand te praten. Zoveel mensen waren er niet waarmee hij kon praten. Hij greep de telefoon en belde naar Yvonne. 

Maar ze was er niet, ze was er steeds minder wanneer hij haar nodig had, en dus bleef de telefoon overgaan. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 11 december 2016

Risk (40)

Wat voorafging: Robert had Melanie letterlijk met zijn hand de mond gesnoerd. Hij kan maar niet begrijpen dat ze zich zo gemakkelijk aan Freek heeft gegeven. Zij zit echter niet op zijn goede raad te wachten. 

Melanies ademhaling was onrustig alsof ze net een marathon had gelopen. Het was vreemd maar hij moest aan haar polsslag denken. 

Elke keer als hij liefdevol zijn hand op haar pols legde, telde hij de slagen van haar pols. Ze had doorgaans een lage polsslag. Hij wond haar niet of weinig op. Behalve dan vandaag, ze hijgde, ze stond in lichterlaaie.

Even dacht hij, ik zou haar kunnen slaan nu. Het zou niet eens onrechtvaardig zijn na wat er gebeurd was. Maar ook Jezus had mededogen met de overspelige vrouw en in wezen was Melanie niet eens overspelig. 

Wie was trouwens zonder zonde? Robert Impens was evenmin zondeloos. Dat besefte hij best en die gedachte dwong hem opnieuw tot nederigheid.

Stil verliet hij het lokaal. Hij voelde zich treurig en triest. Eenzaam ook, vooral eenzaam. Het was een diepe, een haast existentiële eenzaamheid die hij ondervond. Al begreep hij dat dergelijke dure woorden bij herhaling misbruikt werden. Verkracht werden in zekere zin, bij het gebruik van dat woord voelde hij een zure smaak in zijn mond zoals hij ondervond als zijn maag opspeelde na een zware maaltijd.

Hij had nooit kwade bedoelingen gehad met Melanie. Maar hij nam wel aan dat ze een vertrouwensband hadden opgebouwd, dat ze begreep dat ze hem kon vertrouwen en dat hij het goed met haar voor had. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 4 december 2016

Risk (39)

Wat voorafging: Robert probeert Melanie, de stagiaire bij het reclamebureau Risk, te overtuigen van zijn goede bedoelingen. Hij wil niet dat ze haar leven zomaar vergooit.

‘Als je goed naar die verhalen luistert, als je erover nadenkt, kan je een beter mens worden. Het draait in het leven niet alleen om geld, Melanie. Het draait evenzeer, of zelfs meer, om geluk, om naastenliefde. Niet alleen om materiële dingen, om genot, om…’ Seks, wou hij zeggen.
‘Bespaar me je preken, Robert. Ik heb als kind genoeg naar preken moeten luisteren.’

Ze deed hem opnieuw pijn, ze kwetste hem nu waar het het meest pijn deed. Kinderen werden pubers en pubers brachten zorgen mee. Het was niet ongewoon dat ze op die leeftijd rebelleerden. ‘Ik heb het goed met je voor, Melanie. Ik wil dat je een mooie mens wordt, dat je mij…’ 
‘O nee, je wil toch niet beweren dat jij... Nee toch…’ Haar gezicht vertrok. ‘Hypocriet! Jij smerige hypocriet!’ schreeuwde Melanie.

Ze schreeuwde zo hard dat hij naar haar toestapte en zijn hand op haar mond drukte. Ze liet hem geen keus, hij kon zich toch niet zomaar laten beledigen? Hij was geen huichelaar met een januskop.

Eerst spartelde ze nog wat tegen, ze beet zelfs in zijn hand, maar het deerde hem niet echt. Een hondenbeet was gevaarlijker. Daar kon je hondsdolheid van oplopen, tenzij je voldoende gewijd brood at op het naamfeest van Sint-Hubertus. 

In andere omstandigheden had hij haar zonder twijfel de legende van deze volksheilige verteld. Het was een boeiende legende maar het moment leek hem minder aangewezen voor een verhaal over een hert met een lichtend kruis tussen zijn gewei. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!