Het huis dat Robert en Karin hebben
gehuurd zo net voor Pasen, bevindt zich in de Goede Aardelaan, in de wijk
Sint-André. Ze moeten de Albert I-laan verlaten ter hoogte van het boothotel.
Het hotel-restaurant heeft het uitzicht van een gestrande boot, met
patrijspoorten en een ophaalbrug. Die indruk wordt nog versterkt door de
zeilscheepjes die voor de ramen staan. Bij gebrek aan echte zeemansavonturen,
moet het avontuur worden opgeroepen door miniatuurbootjes.
Robert is hier ooit eerder geweest,
het is intussen een hele tijd geleden, meer bepaald in 1989. Er was een potvis
aangespoeld op het strand. Hij strandde op een zandbank. Was hij ziek, kapot
van liefdesverdriet of simpelweg het leven moe?
‘Ik
wil die zien,’ had Yvonne gezegd. Dat was op zijn minst ongebruikelijk, want er
waren toen weinig dingen die Yvonne echt wilde zien, althans dat hij wist,
althans dat ze hem verklapte. Parijs vond ze in die tijd te chique, Spanje te
warm en de bergen te gevaarlijk.
Zelf was Robert liever het museum van Delvaux
gaan bezoeken in Sint-Idesbald, of desnoods naar werk van Ensor of Spilliaert
gaan kijken in Oostende.
Vrolijk kerstfeest!
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten