Misschien was het beter geweest als hij levenswijsheid had opgebouwd als vader, dan had hij zich makkelijker in haar denkwereld kunnen verplaatsen. Dan had hij ook geweten hoe hij haar moest waarschuwen voor mannen als Freek.
Hij ging in zijn kantoor voor het raam staan. Er viel weinig te zien, een duistere, volgebouwde straat was het die overdag grotendeels verlaten was. De achterkant van een restaurant kwam in de straat uit. Altijd stond er een container met bedorven voedsel op het trottoir. De voedselresten stonken, het meest nog op hete dagen, zodat je nauwelijks het raam durfde te openen.
Robert wou maar dat hij een boom kon zien, bijvoorbeeld een plataan, bij voorkeur een plataan. Platanen deden hem denken aan zonovergoten pleintjes in het zuiden, waar mannen met tijd, met savoir-vivre, een petanqueballetje gooiden en zich verfristen aan de dorpsfontein.
Robert Impens had er nood aan om met
iemand te praten. Zoveel mensen waren er niet waarmee hij kon praten. Hij greep
de telefoon en belde naar Yvonne.
Maar ze was er niet, ze was er steeds minder wanneer hij haar nodig had, en dus bleef de telefoon overgaan.
Maar ze was er niet, ze was er steeds minder wanneer hij haar nodig had, en dus bleef de telefoon overgaan.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten