Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 28 oktober 2015

De roos en de lavendel (26)

Wat voorafging: Mireille Calendal komt Maarten waarschuwen voor haar man? Zal hij haar waarschuwing opvolgen of net in de wind slaan?

Maarten wou eventueel uit L’Isle vertrekken. Misschien was dat inderdaad niet onverstandig, maar dan wel nadat hij fatsoenlijk afscheid had genomen van Rose.

'Rose komt niet meer. Nooit meer,’ beklemtoonde Mireille. ‘Ga dus zo snel mogelijk.’ Het klonk als een koel bevel dat ze ogenblikkelijk afzwakte door haar motivatie te verklaren. 'Ik wil geen dode op mijn geweten.'

Even vroeg Maarten zich af of de vrouw soms waanzinnig was of een misselijke grap met hem probeerde uit te halen.
'Lach niet,' zei ze. 'Je zou heus de eerste dode niet zijn.' Ze zuchtte verschillende keren. Daarna liep ze weg.

Ze meende het. Pas nu drong het helemaal tot Maarten door. Ze was niet gek, daarvoor stonden haar ogen te weinig waanzinnig, en ook geen flauwe grapjas, daarvoor ontbrak het haar aan speelse creativiteit. Dit was bittere ernst.

Een lichte paniek maakte zich van hem meester en hij haastte zich terug naar het hotel van de zussen Grenier. Ghislaine bekeek hem argwanend vanachter de balie toen hij binnenstormde. Ze sakkerde want haar geliefde tv-feuilleton liep. Net op dit heuglijke moment viel de held in de armen van zijn buurmeisje.

Maarten sloot zich op in zijn kamer en barricadeerde de deur aan de binnenkant met een gammel tafeltje, dat beslist nog de feestelijke opening van het hotel had meegemaakt. Gelukkig voor hem was Ghislaine hardhorig. Hij liet het rolluik naar beneden en installeerde zich op het bed. 

Vanuit de kamer probeerde hij verwoed de politie te bereiken. Hij was zo zenuwachtig dat hij zich eerst tweemaal in het nummer vergiste en toen hij het juiste nummer draaide, kreeg hij een suikerzoete dame op een bandje te horen. Het was een zwoele en discrete stem, helemaal geen stem die je verwachtte als je het nummer van de politie belde. Deze lieve vrouw gaf hem de raad mee om de volgende morgen eens terug te bellen. Maarten gromde ontgoocheld.

Hij durfde geen beroep te doen op Ghislaine en Célia, die hij onvoldoende betrouwde. Geen oog deed hij die nacht dicht. Hij woelde en rolde voortdurend van de ene op de andere zij. De hele tijd dacht hij aan François Arnaud, en verder gingen zijn gedachten uit naar Mireille en vooral naar Rose. Ze was mooi, ze was leuk, ze was aardig, en nog wel een paar dingen meer. Al begreep hij niet hoe hij eerst zo puberaal smoor op haar was. 

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten