Nog elke keer kreeg Mireille tranen in
de ogen als ze terugdacht aan dat heerlijke kerstfeest met Rose. Zelf was ze geen
zondagskind. Geluk was voor haar iets uit slechte boeken of uit melige films.
De tweede wereldoorlog woedde nog volop toen zij krijsend het levenslicht zag
in een mas, speelbal van de mistral in een desolaat landschap. In tegenstelling tot haar jongste dochter was ze zelf een schrale, uitgemergelde baby.
'De
dokter gaf mij drie dagen,' vertelde ze graag alsof ze het zich levendig
herinnerde. 'Hij was in een milde bui.' Onmiddellijk berechtte men haar. Dat
vond men wel het verstandigste. Men vulde een schoendoos met rood papier om als
lijkkistje te dienen. Op het kerkhof werd reeds een put gegraven en een houten
kruis van haar naam voorzien. Maar als bij wonder spartelde ze door die eerste
winterse dagen.
Gezien de erbarmelijke oorlogsomstandigheden toonde de
grafdelver zich begripsvol. De put kon immers snel dienen voor een ander kind.
Het kruis werd gerecycleerd als brandhout, zeer tot ongenoegen van Eliane,
Mireilles moeder. Ze schreeuwde dat ze nog liever doodvroor dan zich te warmen
aan het opstoken van Gods symbool. Maar aangezien ze bedlegerig was van de
bevalling, had ze weinig keuze.
Later liep Mireille alle mogelijke ziektes op.
Ze stond afwisselend vol met afstotelijke blauwe, groene en rode vlekken,
bloedde eens uren aan een stuk zonder dat de wonde wou stelpen, liep op
hondshete dagen te hijgen als een astmalijder en haalde geregeld meer dan
veertig graden koorts. Als men wijn had gegeven voor het ziekste kind, was de
familie Calendal onophoudend lazarus geweest.
Mireille was gek op poezen en men vermoedde dat zij sommige ziektes van hen overnam. Het was de tijd waarin het op
de patio wemelde van de zwerfkatten die sliepen onder de amandelbomen, maar 's
morgens binnenglipten aangetrokken door de kommetjes melk die Mireille overal
in het huis achterliet. Ten slotte kocht Eliane een hond die Mireilles hart wist te winnen en meteen de katten uit het huis hield.
Maar de huisdokter was ervan overtuigd
dat Mireille de ziektes zou ontgroeien. Toch bleef ze klagen over uiteenlopende kwalen,
zodat haar ouders een specialist in Nîmes consulteerden. De man genoot een
voortreffelijke reputatie in de betere kringen, die hij voor de meest voorname
ziektes had behandeld.
De specialist onderzocht Mireille van
kop tot teen, maar kon niets vinden.
'Dit kind is gezond,' concludeerde hij
uiteindelijk. Hij klonk zelfs een beetje bedrukt,
want geen diagnose was soms erger dan een verkeerde diagnose.
De familie Calendal had zich op het ergste
voorbereid, maar dit was toch te gortig. Voor een dergelijk buitensporig honorarium
verwachtte je op zijn minst een fatsoenlijke ziekte. Het was de eerste en
meteen ook de laatste keer dat ze een arts in een vreemde stad raadpleegden.
Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten