‘Boos?’
herhaalt hij ongelovig, of eerder nog verbijsterd. Waarom zou hij boos zijn
omdat haar ex, de man uit haar verleden, langskomt? Daar dienen exen toch voor
om de kinderen af te zetten voor het weekend. Het kind is de navelstreng die
hen bindt, de navelstreng die ze niet kunnen doorknippen, niet willen
doorknippen.
‘Ben
je boos?’ probeert ze opnieuw.
Magherman
kijkt haar aan met een vernietigende blik, zo vernietigend heeft hij haar nog
niet vaak aangekeken.
Doorgaans is hij een adept van de lieve vrede, maar ook
de lieve vrede heeft haar grenzen. Hij denkt: als ogen konden doden, was je nu
een hoopje smeulende as, een kruimel ellende. Maar ogen kunnen niet doden,
alvast de ogen van Magherman kunnen niet doden. Dus is hij zelf een brokje bittere
ellende.
‘Ik ben niet boos!’ schreeuwt hij. ‘Hoe kom je erbij? Ik ben nooit
boos. Dat zou je onderhand wel mogen weten. Hooguit doe ik soms alsof ik boos
ben.’ Daar is hij trouwens goed in, in doen alsof hij boos is. Het is een
talent, misschien geen talent dat je kan te gelde maken, zoals tweedehands
auto’s verkopen of advies geven over gewaagde beleggingen, maar toch een soort
talent.
Het
Katje is niet overtuigd van zijn talent. Ze haalt alleen maar de schouders op,
hulpeloos, als iemand die een vegetariër over de vloer krijgt en enkel een
sappig stukje vlees op de pan heeft sudderen.
‘Kan ik het helpen dat Swa zelf
langskomt? Moet ik dan elke keer mijn ouders inschakelen? Wat heb jij in
hemelsnaam tegen Swa?’
Zoveel vragen. Ook dat is een beroepsafwijking
natuurlijk.
Benieuwd naar het vervolg van 'Risk'? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten