Als
Magherman die avond thuiskomt, staat Swa’s wagen er nog. Het is geen bescheiden
familiewagen, zoals de wagen waarmee Magherman rondrijdt. Nee, het is een hippe
sportwagen met een schuifdak en een opgefokte motor, het soort wagen waarmee je
terecht kan in Zolder en in Francorchamps. En blijkbaar ook op de gewone weg.
Op
de veranda ligt een berg pompoenen gestapeld, voldoende pompoenen om minstens
één sprookjeskoets te toveren. ‘Abracadabra,’ zegt Magherman, terwijl hij met
zijn vingers knippert. Er gebeurt niets en Magherman probeert het nog eens,
maar ook dan gebeurt er niets.
Magherman heeft vanzelfsprekend nooit een
tovenaarsdiploma gehaald, wel andere getuigschriften waarvoor hij voorbeeldig
gestudeerd heeft, maar nooit een tovenaarsdiploma. Zo creatief is hij niet, wel
voorbeeldig, al kan dat snel veranderen eenmaal hij zijn creativiteit bevrijdt.
Ontgoocheld trapt hij de stapel pompoenen omver. Ze rollen naar alle kanten,
maar het heeft niets sprookjesachtigs, eerder iets zieligs, iets pijnlijks
zelfs. Ik trek de pijn aan als een magneet, bedenkt Magherman, maar het is niet
eens abnormaal. Daar is hij een martelaar voor. Een stille martelaar, maar toch
een martelaar.
Door het raam ziet hij Swa ontspannen op het
salontafeltje zitten. Hij heeft de benen gekruist en vertelt breedvoerig. Zijn
armen bewegen wild in alle richtingen alsof ze van plan zijn om op korte
termijn zijn lichaam te verlaten maar er nog niet uit zijn waar precies hun
toekomst ligt.
Benieuwd naar het vervolg van 'Risk'? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten