Robert en Yvonne hadden die avond zoals elke
donderdag vol-au-vent gegeten, die Yvonne zelf had bereid met hoevekip,
gehaktballetjes, champignons en veel saus. Het was één van haar specialiteiten,
net als Vlaamse stoverij. Ze hadden een glaasje tafelbier gedronken en daarna
samen naar ‘Thuis’ gekeken, ook dan al een vaste waarde op de openbare omroep
en voor Robert zijn dagelijkse portie guilty pleasure.
Freek daarentegen bleef vasthaken aan
de periode dat hij de commerciële televisie in Vlaanderen had opgestart. ‘Ik
was de allereerste netmanager, Rob. Er ging niets op antenne zonder mijn zegen.
Werkelijk niets! Had men toen meer naar mij geluisterd, het medialandschap en
de reclamewereld hadden er helemaal anders uitgezien.’
Hij greep Roberts arm
vast. Robert hield er niet van, noch van Freeks handtastelijkheden noch van
zijn voorspelbare tirade. ‘Af en toe voelde ik mij als de paus, Rob. Er werd
geen programma uitgezonden zonder mijn zegen.’
Robert
knikte flets. Hij hoopte dat Freek hem niet zou zegenen. Zoveel
schijnheiligheid had hij niet overleefd. Dat klonk pathetisch, maar hij
herinnerde zich uit de beginperiode van het bewuste commerciële
televisiestation vooral inhoudsloze actiefilms en pornoprogramma’s.
Hij vroeg
zich af waarom hij de moed ontbeerde om op te merken dat hij liever naar Canvas
keek, en soms naar Nederland drie of Arte.
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten