Elke
middag als hij de krant op haar vaste plek legt, tilt Magherman ook even de
topper van het moment op. Hij controleert of er geen stof op de kaft ligt en of
er geen vieze vingers van de werkster te bespeuren zijn. De werkster komt uit
Polen. Werksters uit Polen zijn goedkoop, nog altijd, maar ze hebben geen respect
voor ongelezen boekentoppers.
De Poolse werkster is vroom. Magherman weet niet
of alle Poolse werksters vroom zijn, maar hun werkster is het ongetwijfeld. Om
haar hals bungelt een verguld kruisje en ze begint elke werkdag met een gebed. Van dat gebed begrijpt Magherman geen
gebenedijd woord, geen sikkepit, maar dat stoort hem niet. Hij merkt dat de
werkster ingetogen bidt, zoals zijn eigen moeder lang geleden met een
paternoster tussen haar vingers geklemd, en hij ziet dat het goed is. Niemand
zal met recht en reden kunnen beweren dat Magherman geen respect opbrengt voor
de anderen.
‘Waar
bleef je zo lang, Thomas?’ vraagt zijn vrouw Katia als hij als een
slaapwandelaar hun kamer binnenslentert.
Ze ligt reeds tussen de lakens. Ze heeft nachtcrème
opgedaan, witte vegen lopen over haar wangen en haar hals. Zijn vrouw draagt
een witte pyjama, geen hagelwitte, maar een pyjama waarop pandabeertjes staan
afgebeeld.
Beertjes op hun kop, beertjes die achter elkaar aanzitten, die met
een bal spelen of elkaar knuffelen. Magherman houdt het meest van de
knuffelende beertjes, knuffelbeertjes zijn het. Het oranje nachtlampje werpt
een stemmig maar zuinig licht over het nachtkastje.
Benieuwd naar het vervolg van 'Risk'? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten