Wat voorafging: Robert Impens bevindt zich in deze Paasdagen in een verhuurkantoor. Is er nog een woning vrij waar ze de komende dagen kunnen doorbrengen?
‘U hebt geluk,’ zegt de vrouw. Misschien heeft ze ooit in een ver verleden de roulette bediend in een casino, bedenkt Robert. Hij heeft nooit een voet in een speelzaal willen zetten, hij geeft het geluk liever snel door als een brandend houtje, maar hij ziet de vrouw al uitzinnig uitroepen: ‘Het lot is met u: rood, zeventien!’
Ze lacht hem poezelig toe. Haar gebit is gaaf zoals bij omroepsters op televisie. Haar kantoor heeft nog één woning vrij. ‘Het is druk, zo kort voor Pasen,’ beklemtoont ze. Ze wappert met haar hand alsof het drukker wordt naarmate zij meer wind verplaatst. Verwacht ze dat hij die hand gaat kussen? Robert doet het toch maar niet. Etiquette mag dan een man sieren, te veel etiquette werkt contraproductief.
‘U hebt geluk,’ zegt de vrouw. Misschien heeft ze ooit in een ver verleden de roulette bediend in een casino, bedenkt Robert. Hij heeft nooit een voet in een speelzaal willen zetten, hij geeft het geluk liever snel door als een brandend houtje, maar hij ziet de vrouw al uitzinnig uitroepen: ‘Het lot is met u: rood, zeventien!’
Ze lacht hem poezelig toe. Haar gebit is gaaf zoals bij omroepsters op televisie. Haar kantoor heeft nog één woning vrij. ‘Het is druk, zo kort voor Pasen,’ beklemtoont ze. Ze wappert met haar hand alsof het drukker wordt naarmate zij meer wind verplaatst. Verwacht ze dat hij die hand gaat kussen? Robert doet het toch maar niet. Etiquette mag dan een man sieren, te veel etiquette werkt contraproductief.
Karin Bosch die hem vergezelt, neemt ongegeneerd een chocoladen eitje uit de korf die op de balie staat om de kinderen zoet te houden die aan vaders of moeders hand het woningbureau binnenwandelen. Ze wikkelt het eitje uit het glanzende papiertje en stopt het genietend in haar mond.
Robert heeft ook wel trek, maar hij durft niet. Als mensen hem aanstaren, voelt hij zich onbehaaglijk, als het lelijke eendje. Alleen vreest hij dat hij de kans heeft verkeken om zich tot een zwaan te ontpoppen. Bovendien is het de Goede Week, er moet gevast worden, voorlopig moet zijn lust het afleggen tegen zijn geweten.
Karin is net als hij katholiek opgevoed. Dat is iets langer geleden dan het lijkt. Ze is goed bewaard, zoals Freek het uitdrukt en het is één van de zeldzame onderwerpen waarover Robert en hij het nog eens zijn.
Karin heeft halflange blonde haren, speelse ogen in een verrassend ongerept gelaat, maar het meest ontwapenend is haar glimlach, die altijd vertedert. Ze draagt een broek die minstens een maat te klein is, al moet Robert toegeven dat haar spannende billen ook hem niet onverschillig laten. Onder haar korte jas draagt ze een olijfgroen truitje dat elke keer als ze zich rekt een bruin stukje buik laat ontdekken.
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten