Robert mag dan passé zijn, voor
sommigen even voorbijgestreefd als een schrijfmachine, dat geldt voor wel meer
mensen, al betekent dat amper een troost.
De dame achter de balie in het
verhuurkantoor aan zee is bijvoorbeeld opgedirkt alsof ze zo meteen naar een
ouderwets dansfeest moet. Haar haren zijn opzichtig geblondeerd, haar
vingernagels keurig gevijld en gitzwart gelakt. Robert merkt dat haar mascara
al hopeloos is uitgelopen. De prinses van de avond zal ze niet meer worden,
prinsessen moeten jong en fris zijn, alsof de leeftijd geen vat op hen heeft.
Nochtans draagt ze een niet onaardige
bloes, met veel frutseltjes en kant. Daaronder heeft ze een keurige rok en
laarzen. Het is het seizoen waarin nog altijd veel vrouwen laarzen dragen. Laarzen in
alle vormen en kleuren, zwarte en bruine, korte en lange, met of zonder hakken,
het maakt niet uit. Volgens sociologen willen de dames aangeven dat ze niet
langer met zich laten sollen. Zoals ook gelaarsde soldaten niet met zich laten
sollen.
Waarom denkt Robert op dat moment aan
gedrilde soldaten? Het is een vreemde gedachte en het is ondenkbaar dat het
zijn compagnon Freek zou overkomen. Die had reeds lang aangeboden om de
baliedame te vergezellen naar haar feestje. Freek houdt van swingen, tot in de
nachtelijke uurtjes, hij ziet zichzelf nog steeds als een koning van de
dansvloer.
Zelfs
nu, gestrand in een badplaats, in Oostduinkerke op een weekdag, draagt Robert
onder zijn overjas een colbert met een vers gesteven hemd. De stropdas
ontbreekt niet, enkel op hondsdagen durft hij zich zonder das op straat te
wagen. Als deze tijd wat kleding betreft een onoverzichtelijke oceaan is, wil
Robert Impens een vuurtorenwachter zijn. Stijlvol en discreet, maar wel een
baken voor wie het nodig heeft.
Ook op Pasen benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten