Na alles wat er de voorbije jaren is
gebeurd, kan Robert moeilijk geloven in toeval. Nee, toeval strookt niet met de
Freek die hij gaandeweg heeft leren kennen, wel met de Freek uit de beginjaren
van Risk. Was dat een ander iemand of wou Robert toen enkel een andere man
zien? Iemand die meer op hem geleek en zijn waarden deelde.
Maar hoe achterdochtig Freeks afwezigheid
hem ook maakt, Robert is er toch niet rouwig om. Hij tekent met een brede zwaai
de papieren af en wil de sleutel in ontvangst nemen maar Karin grist die voor
zijn neus weg.
‘Kom,’ zegt ze. Het is het eerste
woord dat ze uitspreekt sinds ze het kantoor zijn binnengegaan. Ze neemt nog
snel een derde eitje en wijst naar een flatscreen aan de muur waarop men
huisjes aan de Côte d’Opale aanprijst, voor wie de Belgische kust te volgebouwd
waant.
Het zien er cleane maar toch gezellige huisjes uit, het ene hoeft het
andere niet uit te sluiten. Ze beschikken over een comfortabele zithoek die een
ongerept zicht op de zee biedt. Misschien dat je op heldere dagen zelfs de
witte kliffen van Dover kan zien.
Bij
het buitenkomen, voelen ze opnieuw de kille wind. Er valt wat lichte regen,
gemengd met smeltende sneeuw. In de straten van het kustplaatsje lijkt het erg
mee te vallen met de drukte. Robert heeft een parkeerplek gevonden op het
aanpalende Fabiolaplein.
Midden op het plein staat een fontein die niet spuit
en daar voorbij, achter een rij bloembakken met blauwe viooltjes, hangen in
volle paasperiode nog kerstlichtjes. Ofwel is iedereen die uit het oog verloren
ofwel wil men die recupereren voor een volgend kerstfeest. Zelfs een
gemeentebestuur moet tegenwoordig als een bedelmonnik op de kleintjes letten.
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten