‘Nu moeten jullie heel voorzichtig zijn,’ zei meester
Lukas, ‘zeker jij, Seppe. Want hier wordt het pad verschrikkelijk modderig.’
‘Geen probleem,’ reageerde Seppe zelfverzekerd. Hij zocht
zich een lange tak uit. Het was een tak die bijna zo lang was als hijzelf.
Volgens Femke lag die tak er al lang en was hij enigszins verdord. Maar ze
vertikte het om daar iets over te zeggen. Niet dat Seppe naar haar zou
geluisterd hebben.
‘Kijken jullie maar goed: ik breek het wereldrecord
polstokspringen!’ riep Seppe uit. En hoewel meester Lukas hem nog probeerde
tegen te houden, nam hij een forse aanloop, stootte zich af, plantte zijn stok
in de modder, die kraakte en brak vervolgens, Seppe vloog kort door de lucht en
landde… midden in de blubber. Met zijn hoofd voluit in het slijk.
Bedremmeld
kwam hij recht. Zijn gezicht, zijn jasje, zijn broek, zijn schoenen, alles was
vies en vuil. De tranen stonden hem nader dan het lachen. Hij haalde zijn
zakdoek tevoorschijn om de modder van zijn gelaat te vegen, maar ook die was
smerig.
‘Zwarte Piet!’ gilde Elien en zowat iedereen proestte het
uit. Ook Femke. Eigen schuld, dikke bult, dacht ze de hele tijd. Was dit niet
Seppes verdiende loon?
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten