Na een hele tijd keerde de bankbediende
terug. Hij lachte nu, het leek wel alsof hij heel erg opgelucht was.
‘Ik heb gelukkig iemand kunnen bereiken
op het hoofdkantoor. Er zijn nog gekken die vandaag werken.’ Hij lachte
opnieuw, dit keer smakelijk, met gekheid viel aardig te lachen.
Robert vond het echter niet opportuun om te reageren. ‘U hebt inderdaad een volmacht op alle rekeningen van Risk. We zullen u een bankcheque meegeven, meneer Impens.’
Robert vond het echter niet opportuun om te reageren. ‘U hebt inderdaad een volmacht op alle rekeningen van Risk. We zullen u een bankcheque meegeven, meneer Impens.’
Hij gaf de indruk alsof het een zware
persoonlijke toegeving betrof.
‘Ik wens ook een deel in contanten.’
‘Duizend euro kan. In ons kantoor geven
we nooit meer dan duizend euro mee. Om veiligheidsoverwegingen, weet u wel.’
‘Tweeduizend euro. Ik wil tweeduizend
euro.’ Hij zei het met dezelfde beslistheid die hij zo vaak van Mike had
gezien.
‘Vijftienhonderd?’ probeerde de
bankbediende aarzelend. Hij klonk nu als een ordinaire sjacheraar.
‘Tweeduizend, geen cent minder.’ Robert
schrok van zichzelf.
De man krabde in zijn haar. ‘Hier kan ik problemen mee krijgen. Grote problemen.’ Hij zuchtte. Robert had met de man te doen, hij herkende zich best in hem. Daarna stond hij op en verliet opnieuw het kantoortje.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten