De dame in het immobiliƫnkantoor zag er
ook deze keer uit alsof ze zo meteen naar een feestje moest of naar de
verkiezing van een garnalenprinses. Misschien had Robert Impens er een
opmerking moeten over maken, maar je wist natuurlijk nooit vooraf hoe iemand
reageerde. De grens tussen een compliment en een belediging was soms
flinterdun.
‘Dag, meneer Impens,’ zei ze met een
brede glimlach. Het was niet duidelijk of die lach berekend was of uit oprechte
tevredenheid omdat ze zijn naam had onthouden.
‘Goeie middag, mevrouw,’ zei Robert.
Ook hij probeerde een glimlach, wat krampachtig, maar toch. Hij besloot
onmiddellijk met de deur in huis te vallen. ‘Zou het een probleem betekenen als
we het huisje tot Pasen zouden huren?’
‘Helemaal niet.’ Ze klopte met haar
vingertoppen tegen elkaar. Het was geen klappen in de handen, maar het kwam wel
in de buurt. ‘Helemaal niet,’ herhaalde ze. ‘Met dit weer, dit ongelooflijke
rotweer regent het afzeggingen. De telefoon staat niet stil.’
Ze keek naar het telefoontoestel. Hij
volgde haar blik. Maar het toestel bleef stil. Het hield even op met
afzeggingen te regenen.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten