Na een tijd draaide een groep
wielertoeristen de straat in en hield met snerpende remmen halt voor het café.
Het hele fietspad werd ingenomen door hun fietsen. Er waren dure fietsen bij,
fietsen waar een modale werknemer één, twee of misschien zelfs drie maanden
hard moest werken. Toch zagen het er heel gewone jongens uit.
Het was alsof de baas op hun komst had gewacht om de radio aan te zetten. Populaire levensliedjes vulden de kroeg. Enkele jongens begonnen mee te zingen, dat kleine café in de haven, dromen zijn bedrog, dat soort dingen. Ze werden rumoeriger, er volgden enkele vloeken en vettige grappen.
Robert lepelde haastig zijn soep uit. Buiten passeerde een man die twee honden uitliet. Het waren twee kleinere honden waarvan Robert de naam niet kende. De man moest uitwijken voor de fietsen, bleef even staan en gaapte naar binnen. Hij keek recht in Roberts gezicht. Robert deed alsof hij nog wat broodkruimels in zijn mond stopte en de man stapte toch maar door.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten