Robert Impens hield ervan om in de tuin
te werken. Het was geen grote tuin, maar een tuin was als een minnares en vroeg
altijd aandacht en kleine attenties. Er waren mannen die hun vrouw bedrogen met
een collega, met iemand van de hobbyclub, met een andere man soms, ook dat
gebeurde.
Maar Robert had Yvonne nooit bedrogen, tenzij dan met hun tuin. Soms
had hij geweigerd om haar te vergezellen bij het shoppen omdat er dringend
moest gespit of gemaaid worden of omdat er onkruid moest gewied worden. Hij had
groene vingers en hij vond het leuk om in open lucht te zijn.
In zijn tuin was nauwelijks een vrije
plek om wat groenten te kweken. Robert had een bedje veldsla, tijm, radijsjes,
een paar struikjes trostomaatjes en bieslook. Yvonne hield niet van bieslook.
Ze vreesde dat haar adem er ging van ruiken of erger nog, dat de kat van de
buren haar gevoeg had gedaan in de aarde waarin de groene stengels groeiden.
Zelf knipte Robert bij tijd en stond een stengel bieslook af die hij naar zijn
neus bracht, waarna hij de geur in zich poogde op te nemen. Hij verwerkte de
bieslook in de soep of in een slaatje.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten