Die
avond trek ik mijn sandalen uit op het terras en loop op blote voeten het hete
duinenzand in. Het is een tropisch warme avond. Ik kijk achterom naar het muggengaas
waarachter onze zoon ligt te dromen van kindsoldaten met machetes, van rivieren
vol lijken en gorilla’s in de mist.
Jouw
vliegtuig doorklieft de lucht, voor altijd weg uit ons paradijs. Opnieuw krijg ik
dat wee gevoel in mijn onderbuik. Als een kind dat de maan probeert te vangen,
steek ik mijn armen omhoog en ren hulpeloos het vliegtuig achterna, tot ik neerval
in het zand.
Op
het strand verderop zingt iemand een lied over blank en zwart en ik wou dat ik
die woorden niet hoefde te horen. Uit een raam van een flatgebouw wappert een lijkwit
laken. Er zijn die dag nieuwe heikranen, hoger dan wachttorens, opgedoken in de
duinen. Vluchten kan niet langer. Dat had jij al sneller begrepen.
De
laatste wolken worden weggeblazen en nog meer sterren verschijnen aan het
firmament. Honderden, misschien wel duizenden zonnen, lichtjaren ver. En het is
zo’n onvatbare gedachte dat ik naar een hemel vol verleden staar, terwijl ik in
het heden verder moet.
Beweerde
jij niet dat de Afrikaanse sterrenhemels onvergelijkbaar waren?
PS: mijn flitsverhaal met de titel 'Retourtje Afrika' verscheen eerder op de volgende Nederlandse website:
https://www.schrijverspunt.nl/flitsverhalen/10205-retourtje-afrika
PS: mijn flitsverhaal met de titel 'Retourtje Afrika' verscheen eerder op de volgende Nederlandse website:
https://www.schrijverspunt.nl/flitsverhalen/10205-retourtje-afrika
Geen opmerkingen:
Een reactie posten