‘Laten we hiermee ophouden,’ zei
Robert, ‘dit heeft geen zin.’ Hij liep naar buiten.
'Jij bent niet voor rede vatbaar!
Autist!’ schreeuwde Freek nog, maar Robert reageerde al niet meer. Hij had
hoofdpijn gekregen van het gesprek.
Homo homini lupus, beweerden de Romeinen reeds. De mens was een wolf voor zijn medemens. Het was moeilijk om die waarheid in overeenstemming te brengen met de evangelische boodschap. Hoewel, ook Jezus had het aan de stok gekregen met de farizeeërs. En was het Johannesevangelie geen aanklacht tegen de farizeïsche joden? Zeker wel.
Homo homini lupus, beweerden de Romeinen reeds. De mens was een wolf voor zijn medemens. Het was moeilijk om die waarheid in overeenstemming te brengen met de evangelische boodschap. Hoewel, ook Jezus had het aan de stok gekregen met de farizeeërs. En was het Johannesevangelie geen aanklacht tegen de farizeïsche joden? Zeker wel.
Het was lastig om een goed mens te
zijn. Het was even lastig om een gelukkig mens te zijn. Af en toe vroeg Robert
zich af of het wel mogelijk was om een goed en gelukkig mens te zijn. Men zei
wel eens dat goedheid tot welzijn leidde, maar Robert kon zich niet voorstellen
dat iemand als Freek gelukkiger zou geweest zijn als hij een beter mens was
geweest.
Wat had de stem toch bedoeld als ze
‘doe het!’ in Roberts oor had gefluisterd? Waarschijnlijk had iemand als Freek
zich daar weinig zorgen over gemaakt. Was het werkelijk een vrijgeleide? Een
soort van toestemming om voortaan zijn persoonlijk geluk na te streven? Ook als
dat ten koste van de anderen ging.
Kon iemand als Robert gelukkig worden
als zijn geluk verdiend was op het zweet van anderen? Het was niet waar dat
Robert Impens out was, voorbijgestreefd, opgebrand. Hij was niet meer piepjong,
hij was geen spring-in-t-veld, vroeger niet en nu al zeker niet meer.
Maar hij was nog niet afgeschreven. Hij relativeerde de dingen nu meer, dat deed hem minder impulsief handelen, het was echter tevens een teken van wijsheid. Hij zag zichzelf bij voorkeur verder evolueren tot een wijze man op jaren, een soort van orakel van Delphi, weliswaar bescheidener, bij wie mensen terecht konden met hun problemen. Hij zou hen bijstaan, een vriendelijk woord, wat goede raad, een schouderklopje. Hij hoefde er niet eens rijkelijk voor betaald te worden, een bedankje dat wel, graag.
Maar hij was nog niet afgeschreven. Hij relativeerde de dingen nu meer, dat deed hem minder impulsief handelen, het was echter tevens een teken van wijsheid. Hij zag zichzelf bij voorkeur verder evolueren tot een wijze man op jaren, een soort van orakel van Delphi, weliswaar bescheidener, bij wie mensen terecht konden met hun problemen. Hij zou hen bijstaan, een vriendelijk woord, wat goede raad, een schouderklopje. Hij hoefde er niet eens rijkelijk voor betaald te worden, een bedankje dat wel, graag.
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten