Ooit op een avond in zijn bed had Robert een stem gehoord. Yvonne zat nog beneden voor de televisie, één of andere
bloederige thriller waarvan ze tegen beter weten in de afloop wilde kennen.
Het was een zware mannenstem. God was dus toch een man, al had Robert geen enkel probleem gehad met een vrouw als Allerhoogste. Vrouwen mochten van hem gerust priester worden. Trouwen? Waarom niet? Wie wilde hen dit huiselijke geluk ontzeggen?
Het was een zware mannenstem. God was dus toch een man, al had Robert geen enkel probleem gehad met een vrouw als Allerhoogste. Vrouwen mochten van hem gerust priester worden. Trouwen? Waarom niet? Wie wilde hen dit huiselijke geluk ontzeggen?
‘Doe het!’ had de stem gezegd. Maar
toen Robert Impens wilde vragen wat hij dan wel moest doen, antwoordde de stem
al niet meer. God hield van korte, heldere boodschappen. Dat was een basisregel
van goede communicatie, maar in dit concrete geval had het toch iets meer mogen
zijn.
Mogelijk was het een roeping, waarschijnlijk wel, maar Robert had het uitsluitend tegen Yvonne verteld. Al was die niet echt onder de indruk geweest. Tegen niemand anders had Robert iets losgelaten over de stem. Hij wilde niet het voorwerp worden van spot. Er was veel religiositeit in de samenleving, mensen deden aan yoga of luisterden naar oosterse muziek, zolang je maar niet over God begon.
Mogelijk was het een roeping, waarschijnlijk wel, maar Robert had het uitsluitend tegen Yvonne verteld. Al was die niet echt onder de indruk geweest. Tegen niemand anders had Robert iets losgelaten over de stem. Hij wilde niet het voorwerp worden van spot. Er was veel religiositeit in de samenleving, mensen deden aan yoga of luisterden naar oosterse muziek, zolang je maar niet over God begon.
‘Doe ik vervelend? Wel heb je van je
leven! Dan doe ik maar vervelend. Jij zit mij de les te spellen terwijl je
zelf…’
...geen moer uitvreet, niet werkt en
nooit gewerkt hebt, wou Robert zeggen, maar dat deed hij niet. Het had geen
zin, op sommige momenten viel er met Freek niet te praten en dit was zo’n
moment. Robert stond op, hij klopte met zijn vlakke hand op tafel. ‘Ik hoef dit
niet te nemen, als je dat maar weet!’
‘Praat niet zo hard!’ riep Freek.
‘Moeten Karin en Noël ons horen?
‘Ze mogen het horen. Ik heb geen
geheimen.’
‘Wat bedoel je daarmee?’ siste Freek.
Zijn gezicht werd rood. Het was geen mooie man, het was onvoorstelbaar wat
meisjes in hem zagen, ook mooie meisjes, interessante meisjes. Waarom wilden ze
bedrogen worden?
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten