Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 31 augustus 2016

Is de liefde onmogelijk?

Christine Angot (°1959) is een populaire schrijfster bij onze zuiderburen. Haar bekroonde roman 'Een onmogelijke liefde' werd er een bestseller. Jammer genoeg gebeurde dat (voorlopig?) niet bij ons. Nochtans betreft het een knap geschreven boek over macht en dominantie. En natuurlijk ook over de liefde en de passie die op termijn zelfs destructief kunnen werken.

Op het einde van de jaren vijftig ontmoet Rachel de erudiete Pierre. Ze hebben een korte affaire, maar de gegoede Pierre weigert met Rachel te trouwen. Ze krijgen wel een dochter, Christine genaamd. Die groeit op met haar moeder en is daar behoorlijk gelukkig. Af en toe heeft ze tevens contact met haar vader. Pas veel later verneemt Rachel dat Pierre hun dochter misbruikt, wat tot grote schuldgevoelens bij haar leidt en ook de relatie met Christine verstoort.
Afbeeldingsresultaat voor een onmogelijke liefde christine angot

zondag 28 augustus 2016

Risk (25)

Wat voorafging: Robert had zich destijds ontferm over Melanie, de stagiaire. Hij had haar zowel nuttige tips als allerlei wetenswaardigheden toevertrouwd.

Melanie, het Indische meisje, had Robert liefdevol op weg geholpen. Hij had haar getoond hoe ze een zakelijke brief moest schrijven, waar ze de posttarieven kon terugvinden en waar ze het briefpapier met het logo van het kantoor bewaarden. Kleine dingen, maar die niet onbelangrijk waren in een kantooromgeving.

Tijdens koffiepauzes onderhield hij haar over algemene onderwerpen die haar op korte termijn misschien minder bruikbaar zouden zijn, maar die zeker haar algemene ontwikkeling ten goede zouden komen. De opbouw van ons zonnestelsel, de Eerste Wereldoorlog, de verkiezingen in Frankrijk, de staatsinrichting in de Verenigde Staten, er waren weinig onderwerpen waarover Robert geen zinvolle introductie kon geven. 

Natuurlijk handelden de meeste gesprekken over huisje-tuintje-kinderen, de banaliteit en de meligheid loerden als een straathond achter elke lantaarnpaal. Robert voelde echter, nee, hij wist gewoon dat Melanie meer van een gesprek verlangde. Ze had een goede opvoeding genoten in een voorbeeldig katholiek gezin en in een hoog aangeschreven meisjeslyceum. Hij merkte wel dat zijn woorden niet op dorre grond vielen, maar vrucht zouden dragen.

Hij had haar zelfs verteld over de Ongelovige Thomas, die alleen maar in de verrijzenis van Jezus wilde geloven als hij zijn handen in Zijn wonden had gelegd. Maar die daarop volmondig zijn geloof had beleden.

‘Daar kunnen wij best een voorbeeld aan nemen, Melanie. De ongelovige Thomas wordt traditioneel als een afvallige afgeschilderd. Maar dat was hij niet, o, neen.’

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

woensdag 24 augustus 2016

Smeltend ijs!

Het gaat dit jaar (voorlopig?) niet zo best met de boekenverkoop in Vlaanderen. Aan 'Het smelt' van Lise Spit zal het niet gelegen hebben. De roman voert nu al enige tijd de bestsellerslijsten in Vlaanderen aan. Niet toevallig! Zelden heb ik zo'n sterk debuut gelezen. Zonder twijfel meteen rijp voor menige literaire onderscheiding. Het boek wordt trouwens zowel vertaald als verfilmd.

'Het smelt' vertelt het verhaal van drie opgroeiende pubers in een typisch Vlaams dorp. Op een bepaald moment loopt het uit de hand tussen Eva en haar twee mannelijke vrienden. Jaren later keert ze terug naar het dorp Bovenmeer om zich te wreken. Maar waarom neemt ze daarvoor een grote blok ijs mee in haar kofferbak?

Benieuwd naar het vervolg van 'Risk'? Afspraak op zondag!



zondag 21 augustus 2016

Risk (24)

Wat voorafging: Robert Impens voelt zich niet meer goed in zijn vel in het reclamebureau Risk, dat hij destijds met Freek heeft opgestart. Nochtans zou hij nog zoveel goede raad kunnen doorgeven.

Wensten de mensen echter wel nog goede raad? Sinds de doortocht van Melanie durfde Robert Impens dat openlijk te betwijfelen. In die tijd verliepen de contacten nog steeds behoorlijk aangenaam tussen de twee oprichters van Risk. 

Oké, de tomeloze adoratie uit de beginperiode was weggesmolten. Maar net als in een huwelijk was er een stabiele band voor in de plaats gekomen. Ze gingen hun eigen weg. Freek verzorgde de externe contacten, Robert stond in voor het minder spectaculaire maar niet minder belangrijke werk achter de schermen. Dat ging goed, er was wederzijds respect. 

Meestal toch, soms had Robert wel al eens het gevoel dat Freek zichzelf belangrijker vond voor het reclamebureau, dat hij zichzelf als de enige chef begon te gedragen. Ze gingen ook nog zelden samen iets drinken zoals in hun beginperiode, maar dat hoefde niet voor Robert. Als de onderlinge waardering maar voldoende groot bleef.

Melanie was een tijdelijke stagiaire op kantoor. Ze was jong, ze werden steeds jonger de stagiaires. Ze had iets exotisch, ze was geadopteerd en hier opgegroeid. Uit India stamde ze, niet uit Nederlands-Indië, dat had Robert Impens haar uitentreuren gevraagd. 

Meestal gaf hij dan een citaat van Hella Haasse of liever nog uit de Max Havelaar ten beste. Hij sprak graag tot de hoofden van Lebak. Robert dweepte haast met de Max Havelaar. Het onrecht dat de plaatselijke bevolking werd aangedaan, werd ook een beetje hem aangedaan. 

Hij gaf de stagiaire vaak advies, zijn vaderinstinct kwam boven. Het was heus niet alleen Yvonne die kinderen had gewild. Zij het meest, dat was waar, bij vrouwen was de kinderwens meer ontwikkeld. 

Maar als hij kinderen zag in hun kennissenkring, kon Robert het doorgaans niet laten om ze even vriendschappelijk over de bol te aaien of ze op de schoot te nemen. Dat kon je met een hond, een dwergkonijn, een hamster of een poes evenzeer, maar kinderen maakten zulke grappige geluidjes en doorgaans plasten ze alleen tijdens hun eerste levensjaren op het vast tapijt.

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak volgende zondag!

zondag 14 augustus 2016

Risk (23)

Wat voorafging: de discussie tussen de twee oprichters van het reclamebureau Risk blijkt zinloos. Maar Robert weigert te aanvaarden dat hij zou afgeschreven zijn.

‘Laten we hiermee ophouden,’ zei Robert, ‘dit heeft geen zin.’ Hij liep naar buiten.
'Jij bent niet voor rede vatbaar! Autist!’ schreeuwde Freek nog, maar Robert reageerde al niet meer. Hij had hoofdpijn gekregen van het gesprek. 

Homo homini lupus, beweerden de Romeinen reeds. De mens was een wolf voor zijn medemens. Het was moeilijk om die waarheid in overeenstemming te brengen met de evangelische boodschap. Hoewel, ook Jezus had het aan de stok gekregen met de farizeeërs. En was het Johannesevangelie geen aanklacht tegen de farizeïsche joden? Zeker wel.

Het was lastig om een goed mens te zijn. Het was even lastig om een gelukkig mens te zijn. Af en toe vroeg Robert zich af of het wel mogelijk was om een goed en gelukkig mens te zijn. Men zei wel eens dat goedheid tot welzijn leidde, maar Robert kon zich niet voorstellen dat iemand als Freek gelukkiger zou geweest zijn als hij een beter mens was geweest.

Wat had de stem toch bedoeld als ze ‘doe het!’ in Roberts oor had gefluisterd? Waarschijnlijk had iemand als Freek zich daar weinig zorgen over gemaakt. Was het werkelijk een vrijgeleide? Een soort van toestemming om voortaan zijn persoonlijk geluk na te streven? Ook als dat ten koste van de anderen ging.

Kon iemand als Robert gelukkig worden als zijn geluk verdiend was op het zweet van anderen? Het was niet waar dat Robert Impens out was, voorbijgestreefd, opgebrand. Hij was niet meer piepjong, hij was geen spring-in-t-veld, vroeger niet en nu al zeker niet meer. 

Maar hij was nog niet afgeschreven. Hij relativeerde de dingen nu meer, dat deed hem minder impulsief handelen, het was echter tevens een teken van wijsheid. Hij zag zichzelf bij voorkeur verder evolueren tot een wijze man op jaren, een soort van orakel van Delphi, weliswaar bescheidener, bij wie mensen terecht konden met hun problemen. Hij zou hen bijstaan, een vriendelijk woord, wat goede raad, een schouderklopje. Hij hoefde er niet eens rijkelijk voor betaald te worden, een bedankje dat wel, graag.

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

woensdag 10 augustus 2016

Gips (3)

Wat voorafging: moet Femkes pols geopereerd worden? Samen met mijn dochtertje wacht ik op het verdict. Hoe langer het wachten duurt, hoe meer mijn zenuwen gespannen staan. Komt het in dit slot van Gips toch nog goed?

Een man rust met zijn gipsen been op een stoel. De zon schijnt de wachtzaal binnen en ik trek het zonnescherm naar beneden.
‘Mag jij dat, papa?’
Tuurlijk mag ik dat. Ik moet toch iets doen om mijn zenuwachtigheid te onderdrukken.

Op de achtergrond speelt een populair radiostation. Echt rustbrengend is de muziek niet. Ik hoor flarden van het radionieuws, ondernemingen in de problemen, begrotingstekorten, terreurdreiging, weinig opwekkends, maar het dringt niet helemaal tot me door.

Het blijft duren. Femke ijsbeert door de wachtzaal. Mijn mobieltje gaat over. Ik verwacht een bezorgde telefoon van mijn vrouw, maar het is het werk. Kan ik die nota vandaag nog doormailen? Voor het weekend in elk geval?
‘Ja,’ zeg ik veel te gauw. Ik wil wel alles beloven als ik mij vanaf nu maar op Femke mag concentreren.

Eindelijk mogen we de foto’s gaan oppikken aan de balie. We hernemen onze tocht door de lange ziekenhuisgangen. Overal staan er halloweenspullen uitgestald, beeldjes en pompoenen die in deze omgeving zo niet lachwekkend dan toch overbodig overkomen. 
We nemen een trage lift naar beneden en langs een glazen gang tussen twee groene perkjes bereiken we de afdeling orthopedie. Onder ons bevindt zich de refter. Het ruikt reeds nadrukkelijk naar vis en groentepuree. Voor het geval ik het mocht vergeten: het is vrijdag vandaag!

Opnieuw moeten we wachten, zoveel meer hebben we die voormiddag nog niet gedaan. Ik dood de tijd door de foto’s van de ziekenhuisartsen te bestuderen. Ze hangen uitgestald alsof het wielerhelden zijn.
Een vrouw klaagt dat zij reeds meer dan twee uur zit te wachten. Ze heeft een lage stem en dikke benen. De moed zinkt zowat in mijn schoenen.
‘Is dat nu een man of een vrouw?’ vraagt Femke.
Misschien een combinatie, denk ik. Maar ik antwoord kortaf: ‘Een vrouw.’

Net op het ogenblik dat mijn vrouw belt, mogen we naar binnen. Ik scharrel onze spullen onhandig bij elkaar en we stappen het dokterskabinet binnen.
De dokter is vriendelijk, de verpleegster lacht. De voortekenen lijken gunstig. Krijgen we een gunstig rapport?
‘Femkes gips staat al vol getekend. Dat is meestal een goed teken,’ zegt de dokter. Hij wijst de breuk aan op een foto. Dat zit oké, volgens hem, en alles evolueert gunstig.

We lopen naar buiten en passeren langs een maquette van het ziekenhuis. Ook de nieuwste vleugel is al toegevoegd aan de maquette. Ik bel naar mijn vrouw met het goede nieuws en probeer vruchteloos mijn emoties te bedwingen.
‘Waarom ween je nu, papa?’ vraagt Femke.
EINDE

Benieuwd naar het vervolg van 'Risk'? Afspraak op zondag!

zondag 7 augustus 2016

Risk (22)

Wat voorafging: het gesprek tussen Freek en Robert over de werking van het reclamebureau Risk loopt enigszins uit de hand. Robert heeft het moeilijk om zijn aandacht erbij te houden. 

Ooit op een avond in zijn bed had Robert een stem gehoord. Yvonne zat nog beneden voor de televisie, één of andere bloederige thriller waarvan ze tegen beter weten in de afloop wilde kennen. 

Het was een zware mannenstem. God was dus toch een man, al had Robert geen enkel probleem gehad met een vrouw als Allerhoogste. Vrouwen mochten van hem gerust priester worden. Trouwen? Waarom niet? Wie wilde hen dit huiselijke geluk ontzeggen?

‘Doe het!’ had de stem gezegd. Maar toen Robert Impens wilde vragen wat hij dan wel moest doen, antwoordde de stem al niet meer. God hield van korte, heldere boodschappen. Dat was een basisregel van goede communicatie, maar in dit concrete geval had het toch iets meer mogen zijn. 

Mogelijk was het een roeping, waarschijnlijk wel, maar Robert had het uitsluitend tegen Yvonne verteld. Al was die niet echt onder de indruk geweest. Tegen niemand anders had Robert iets losgelaten over de stem. Hij wilde niet het voorwerp worden van spot. Er was veel religiositeit in de samenleving, mensen deden aan yoga of luisterden naar oosterse muziek, zolang je maar niet over God begon.

‘Doe ik vervelend? Wel heb je van je leven! Dan doe ik maar vervelend. Jij zit mij de les te spellen terwijl je zelf…’
...geen moer uitvreet, niet werkt en nooit gewerkt hebt, wou Robert zeggen, maar dat deed hij niet. Het had geen zin, op sommige momenten viel er met Freek niet te praten en dit was zo’n moment. Robert stond op, hij klopte met zijn vlakke hand op tafel. ‘Ik hoef dit niet te nemen, als je dat maar weet!’

‘Praat niet zo hard!’ riep Freek. ‘Moeten Karin en Noël ons horen?
‘Ze mogen het horen. Ik heb geen geheimen.’

‘Wat bedoel je daarmee?’ siste Freek. Zijn gezicht werd rood. Het was geen mooie man, het was onvoorstelbaar wat meisjes in hem zagen, ook mooie meisjes, interessante meisjes. Waarom wilden ze bedrogen worden? 

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

woensdag 3 augustus 2016

Gips (2)

Wat voorafging: samen met mijn dochter Femke bezoek ik het ziekenhuis van Ronse. Haar pols is gebroken. Maar geneest die wel goed of moeten ze opereren om een spilletje in te brengen?

De balievrouw onderbreekt haar telefoongesprek om ons de weg te wijzen. Ze belt met een gsm. Iedereen in het ziekenhuis blijkt een gsm te gebruiken. Ik dacht dat dat verboden was.

‘We moeten de lift nemen naar nul,’ zeg ik. We bevinden ons op min twee, de gevolgen van het feit dat het ziekenhuis tegen de heuvel is gebouwd.
‘Wat een grote lift,’ zegt Femke. Ze heeft gelijk, het zijn liften die men kan aanwenden voor rolstoelen en ziekenhuisbedden.

We stappen een lange hal door, waar we een andere lift dienen te nemen. Vervolgens brengen we een eindeloze tijd door in een wachtzaal. Er zijn allemaal verschillende deurtjes, met cijfers van 1 tot 6, telkens gevolgd door een letter a of b. Het doet me denken aan - weliswaar weinig intellectuele - televisiespelletjes waar men hamsters of cavia’s door een doolhof laat trekken tot ze een deurtje binnen lopen. Welk deurtje het diertje kiest, bepaalt de prijs die de kandidaat wint. Maar ik denk niet dat er hier veel prijzen te rapen vallen.

Achter elke deur zit een kleedkamer die toegang geeft tot de radiografie. We wachten tot ze Femkes naam afroepen. Ik mag in het hokje bij de verpleegster gaan staan zodat ik niet bestraald word terwijl ze foto’s nemen van Femke. Ik zwaai naar mijn dochter die haar pols toont.

Nadien dienen we opnieuw te wachten. Ze willen weten of de foto’s van Femkes pols wel geslaagd zijn.
‘Weten ze nu al of er een spilletje nodig is?’ vraagt ze.
Ik weet het niet, ik probeer mijn onzekerheid te verbergen. Waarom zeg ik niet: geen probleem, alles komt goed! 

Benieuwd naar het vervolg van 'Risk'? Afspraak op zondag!