Ik
zit in een tuinstoel aan de zijkant van de gîte onder de bloeiende linde die
ook in de namiddag nog ruime vlekken schaduw biedt. De lucht is heiig geworden
van de droge hitte. Er hangt een onwaarschijnlijke rust over de vallei.
Op het
gras lopen twee kakelbonte kippen van de buren op zoek naar achtergebleven
kruimels. De derde kip is samen met de haan in het hok achtergebleven waar ze
een ei uitbroedt. Misschien dat er binnenkort nieuw leven rondloopt in de buurt
van de vakantiewoning.
Jitske
komt aangelopen met een prentkaart waarop de ruwe bergen van de Vercors en een
notenboomgaard te zien zijn. ‘We moeten een kaart schrijven naar papa,’ zegt ze
opgewonden.
Ze heeft alvast met haar kleurpotloden op de keerzijde
een kleine tekening geschetst. Ik bekijk het zoals al haar tekeningen met een welwillende aandacht maar ook deze keer is het mij niet meteen duidelijk wat er staat afgebeeld.
‘Het is een engeltje,’ verklaart ze, ‘dat weent omdat het de muziek van Janacek zo-o-o mooi vindt.’
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten