Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 29 april 2018

Risk (112)

Wat voorafging: de toenadering tussen Robert en Karin is op Goede Vrijdag onmiskenbaar. Terwijl ze terugkeren van Nieuwpoort, legt Robert vrijpostig zijn hand op haar knie. Hij geniet van het moment.

Robert voelde hoe Karin haar hand op de zijne legde en op haar beurt hem begon te strelen. Aan het verkeerslicht draaide hij de Leopold II-laan in, dat was een omweg, maar hij wilde de autorit rekken. 

Ze passeerden langs het warenhuis, langs de witte zomerkapel. Mensen trokken de trappen op naar de kapel, vooral oude mensen, sommigen met wandelstokken.

Hij zou een zijstraat nemen, gewoon een blok rondrijden. Er kwam een fietster aangereden, een vrouw die een dikke winterjas droeg. Robert liet haar grootmoedig voor met een brede armzwaai. Het was ongewoon voor hem, hij was doorgaans sober, ook in zijn gebaren. Was het de wijn of toch meer? 

Hij keek naar Karin. Ze lachte opnieuw, ze had de laatste uren al vaak gelachen. Even legde ze haar hoofd tegen zijn schouder. Haar blonde haren streelden zijn hals. Ze gebruikte een shampoo op basis van verschillende kruiden, hij had de tube in de badkamer van de witte villa gezien. 

Haar haren roken naar een lentetuin, het soort tuin waarin Robert graag zijn vrije uren doorbracht. Zijn hand rustte op haar knie, wat hem betrof mocht zijn hand daar nog lang blijven rusten.    

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 22 april 2018

Risk (111)

Wat voorafging: Robert poogt niet langer aan het verleden te denken en aan de toevallige ontmoeting destijds met Karin in het bos. Op Goede Vrijdag is hij met haar gaan eten in Nieuwpoort. Het herbronningsweekend met het reclamebureau Risk lijkt wel een verre droom als hij met Karin terugkeert naar Oostduinkerke.

Toen Robert en Karin naar huis reden, zocht hij naar een aardig muziekje op de autoradio. Dat viel tegen, op de klassieke zender speelden ze de Mattheuspassie, maar op de andere zenders was het huilen met de pet op. Het was kiezen tussen ruige muziek en dansdeuntjes. 

Hoe meer radiozenders erbij kwamen, hoe beperkter de muziekkeuze werd. Na een tijdje vond hij op een Frans radiostation een liedje van Françoise Hardy. Robert neuriede wat mee. Het was een romantisch liedje dat hij lang geleden op de kermis had gehoord, toen men daar nog Franse muziek durfde te draaien.

Al rijdende legde hij zijn hand op Karins knie. Het nylon voelde zacht aan. Ze keek hem aan en glimlachte, een tikkeltje dankbaar, zo leek het wel. Ze had grote, ronde ogen. Niet echt blauw, zeker niet van dat volle blauw, eerder een tint tussen grijs en blauw in. 

Hij streelde haar knie, terwijl hij zich probeerde te concentreren op het verkeer. Ze passeerden de kusttram die beschilderd was met reclame voor een commercieel televisiestation. Robert poogde niet aan Mike te denken, nu toch niet, op dit moment niet. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 15 april 2018

Risk (110)

Wat voorafging: toen Robert jaren geleden op een zaterdagnamiddag ging wandelen in het naburige bos, ontmoette hij bij toeval Karin en haar vriend. Het was de periode van het jaar waarin de boshyacinten weelderig bloeiden. Al vond Karins vriend de hyacinten in het Hallerbos heel wat indrukwekkender. Daar kon je, volgens hem, uren tussen de hyacinten wandelen. Overdreven, vond Karin.


‘Overdrijven? Ik? Als jij tijdens onze wandelingen niet de hele tijd liep te zeuren, had je het zelf ook gemerkt en kon je nu mijn woorden beamen in plaats van mijn geloofwaardigheid in twijfel te trekken. Een man staat of valt met zijn geloofwaardigheid.’

‘Geloofwaardigheid is voor vrouwen evenzeer belangrijk,’ probeerde Robert. Het leverde hem een dankbare glimlach van Karin op.
De man met de baard leunde met zijn arm tegen de schors van een boom. ‘Ik weet het niet,’ zei hij. ‘Ik heb mijn twijfels.’
‘Kom,’ zei Karin, ‘vertel mij eens over jouw twijfels. Waaraan twijfel je zoal?’

Ze zwaaide nog naar Robert terwijl ze met haar twijfelende man weg stapte.
Robert Impens was ook een twijfelende man, een zoekende man. Hij twijfelde over het geloof, niet over geloofwaardigheid. Over zijn geloofwaardigheid had hij weinig twijfels. 

Jammer dat geloofwaardige mensen vaak ook als saaie mensen werden gecatalogeerd. Het was kiezen in het leven en geen enkele weg liep de hele tijd door bergaf. Misschien was dat maar goed ook, als je alsmaar bleef dalen, belandde je uiteindelijk in de hel. En Orpheus en Euridice wisten hoe verdraaid moeilijk het was om de onderwereld heelhuids te verlaten eenmaal je daar was terechtgekomen. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 8 april 2018

Risk (109)

Wat voorafging: na een dagje hard werken in zijn tuin koos Robert destijds voor een wandeling in het bos. Daar ontmoette hij Karin met haar vriend. Een toevallige ontmoeting in de periode van de boshyacinten. Robert voelde zich wat ongemakkelijk bij zoveel toeval.

‘De wereld is klein,’ zei Karin. Ze lachte, dat had ze vast al vaker gezegd. Misschien had ze het zelfs die zaterdag reeds meermaals gezegd. 

Het was een dooddoener die je overal hoorde waar mensen elkaar ontmoetten, in het warenhuis, op markten, zelfs op begrafenissen.
‘Ja,’ gaf Robert Impens toe, ‘dat is waar.’ Het was niet waar, alleen bleven de meeste mensen immer hangen in hun eigen kleine wereld.

Karins vriend kwam nu toch wat dichter. ‘Mooie bloemen. Ze ruiken ook lekker. Beter nog dan parfum.’
Robert glimlachte. Veel parfums probeerden net, een beetje vruchteloos vaak, de geur van bloemen te benaderen.

‘In het bos van Halle zijn er nog veel meer,’ zei Karins vriend. ‘Velden en velden vol. Uren kan je daar tussen de bloeiende hyacinten wandelen. De geur van de bloemen blijft dagenlang in je kleren hangen.’
Nu overdrijf je toch,’ zei Karin.

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 1 april 2018

Risk (108)

Wat voorafging: na hard werk in de tuin gaat Robert wandelen in het bos. Hij droomt van een verblijf in de Provence. Tot hij een verrassende ontmoeting meemaakt.

Zijn vertrek naar het zuiden zou niet voor onmiddellijk zijn, maar ooit, ja, ooit moest het lukken. Hij had niemand waar hij nog moest naar omzien en hij had best wel een centje gespaard. Hij hield van de zon, van de felle kleuren, van het levensritme op grootmoeders wijze. Je kon toch niet eeuwig en drie dagen achter je schaduw blijven aanhollen.

‘Hallo,’ zei plots een stem. Het gebeurde niet zo vaak dat Robert Impens werd aangesproken, het gebeurde nog minder dat het een vriendelijke vrouwenstem was die hem aansprak.
Hij keek op en zag recht in het gezicht van Karin. Ze droeg een spijkerbroek en een sportieve trui, een aansluitende trui, dat merkte hij meteen.

Er was ook nog een man bij haar, die enkele meters verderop stond en zijn hand opstak. Het was een stevige kerel met een baard, het soort kerel dat je kon verwachten in een bos. Een houthakker of een groene jongen, het verschil zat soms in kleine dingen.

Vrolijk Pasen!
Robert zwaaide terug, zelfs een tikkeltje vrolijk. Ze zouden niet moeten beweren dat hij niet vriendelijk was. ‘Kijk eens,’ zei hij. Hij voelde zich wat ongemakkelijk, meestal zat hij verlegen om geschikte gespreksonderwerpen als hij iemand toevallig tegen het lijf liep. 

‘Kijk eens aan, wat een toeval!’ Dat hoopte hij alvast dat het toeval betrof, al kon je dat niet met zekerheid stellen. Het toeval zat in een winnend biljet, een gelukkig nummer of een bananenschil die je nog net kon ontwijken.

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!