Een slaatje ging handig en snel bij Robert, maar het was
allesbehalve haastwerk. Verschillende soorten groenten, naargelang het seizoen
afgewerkt met aardbeien, druifjes of zijn persoonlijke favoriet, een reepje
meloen.
Hij bereidde verder slaatjes met kaas, walnoten en appeltjes, maar ook
met tonijn en olijven, met gerookte zalm, brokjes forel en een sneetje heilbot
of vanzelfsprekend met garnalen en tomaatjes en een cocktailsausje, dat hij de
avond voordien reeds klaar zette.
Het was telkens opnieuw een feest voor
het oog mocht hij niet zonder fierheid zeggen, want hij besteedde bijzondere
aandacht aan het kleurenpalet. Het stemde hem vreugdevol, het gaf hem een
genoegdoening, ja, een oprechte genoegdoening, ook al liet Yvonne zelden iets
van appreciatie blijken. Voor haar bleven slaatjes een snel-klaar-gerecht bij
een gebrek aan een volwaardige warme maaltijd.
Hij dronk er bij voorkeur een glaasje
wijn bij en proefde dan iets van het geluk dat andere mensen in discotheken of
toonzalen vonden. Het geluk loopt zoet naar binnen, het ongeluk valt zelfs met
peper en zout niet te vreten.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!