Het was alsof Karin geschrokken was dat Robert zich reeds in de keuken bevond. Ze leunde tegen de keukentafel, terwijl hij
onhandig bij het aanrecht bleef staan. Hij voelde zich opnieuw nerveus,
nerveuzer dan de avond voordien toen de wijn bij de kip het gesprek bevorderde,
zelfs over een lastig onderwerp als de hongersnood in Afrika.
‘Is er geen eitje als ontbijt?’ vroeg
ze.
‘Zacht of hard gekookt?’
‘Zacht.’
‘Oké, zacht zal het zijn. Had mevrouw
nog iets gewenst?’ Hij probeerde niet te cynisch klinken.
‘Ik neem wel de rest van de wijn van
gisterenavond.’
Zijn gezicht vertrok. Wijn, en niet
eens zure, op een Goede Vrijdag en dat vanaf ’s ochtends vroeg.
‘O, is dat oneerbiedig? Dan neem ik wel
appelsap.’
‘Of
koffie?’ Ze knikte. ‘Dan zet ik koffie.’ Robert was blij dat hij wat om handen
had. Karin was intussen op tafel gaan zitten en schommelde wat als een
tienermeisje met haar benen. Het was echt een kort jurkje en ze had fraaie
benen. Hij vroeg zich af of ze er wel een slipje onder droeg, maar die gedachte
verdreef hij onmiddellijk.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten