‘Je ziet er goed uit,’ zei Robert. ‘Rome
heeft je deugd gedaan.’
‘De eeuwige stad.’ Yvonne mijmerde wat met
haar glas chablis in de hand.
Misschien zag ze nu allerlei Romeinse plekjes
voor haar ogen defileren. Er waren beslist veel Romeinse fonteinen en piazza
die voor eeuwig op je netvlies gebrand bleven.
‘En Venetië natuurlijk. Venetië
is zo romantisch, al hebben we dan niet met een gondel gevaren. Veel te duur!
Toeristen zijn als kippen. Die worden alleen maar gepluimd.’
Venetië, dat viel hem tegen. Rome leek
hem onschuldiger. Hij nam plaats naast haar op het ledikant. ‘Laten we samen naar
Venetië gaan. Wij tweetjes!’ Het was een ingeving van het moment, een
impulsieve gedachte en daar hield hij door de band niet zo van, maar nu werd
hij voortdurend geestdriftiger.
‘Ik heb geld genoeg gespaard, we kunnen best
samen in een gondel. We varen onder de brug der zuchten en langs het
Dogenpaleis, ja, beslist ook langs San Marco en…’
‘Hou op, Robert, hou in hemelsnaam op!’
Ze hief bezwerend haar hand op alsof hij een kind was dat te opgewonden van
school terugkeerde. ‘Ik ben net naar Venetië geweest, ik hoef er niet zo nodig
meteen weer naartoe.’
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten