‘Vast wel.’ Robert deed geen poging
om zijn cynisme onder tafels of banken te stoppen. Het was onethisch, het
grensde aan corruptie. Er riskeerden mensen een tuchtstraf of erger, ontslag,
misschien zelfs een gevangenisstraf als ooit uitlekte welke feestjes Freek hen
had aangeboden.
De klant was een afgod, maar van elk offer genoot Freek mee.
Soms was de klant nog louter een voorwendsel om de bloemetjes buiten te zetten.
‘We kunnen jou toch niet inschakelen
in de klantenrelaties.’
Nee, dat konden ze niet. Dat wou
Robert zichzelf en meer nog de goddelijke klant niet aandoen. De klanten waren
voetbalmatchen en champagnefeestjes gewoon, geen bezinningsavonden. Klanten
hadden geen nood aan bezinning, bezinning kon alleen nefast zijn voor de
verkoop.
‘Jij was bedoeld als het creatieve
brein. Maar soms vraag ik me af wat jij hele dagen aanvangt? Waar ben jij in
hemelsnaam mee bezig, Rob? Met wereldvreemde verhalen? Als ik je als vriend een
goede raad mag geven: keep it simple!’ Hij bleef maar over zijn neus wrijven,
er dacht beslist een hele harem aan hem.
‘Heb je problemen thuis? Ben je aan de
drank? Mij kan je het gerust zeggen. Misschien is het wel de midlifecrisis.
Vroeg of laat krijgt elke man ermee te maken. Het is geen schande, ik begrijp
dat je er niet wil mee uitpakken, maar het is niks om je over te schamen.’
Robert bekeek hem sprakeloos. Hoe
durfde Freek? Wat deed hij hele dagen? Oké, het was in zekere zin waar, het was
intussen een hele tijd geleden dat Robert nog eens met een sprankelend voorstel
had uitgepakt, maar het enige wat sprankelde aan Freek waren zijn
champagnetraktaties.
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten