‘En het werk, Rob, hoe gaat het met
het werk?’
Het was een te bruuske overgang. Hoe
ging het met het werk? Het ging, weliswaar niet denderend, sinds de Belga
Queen-campagne was het nog zelden denderend gegaan. Ze overleefden, daar kwam
het op neer, zij het dat Freek wat rianter overleefde dan voor de anderen het
geval was. Overleven met een magnum fles champagne bij de hand, bleef echter
nog altijd overleven.
Freek verwachtte blijkbaar geen
antwoord. ‘Is het niet lang geleden dat jij nog eens met een briljant idee op
de proppen bent gekomen? Niet zo’n idee van twaalf in een dozijn, maar een idee
dat je achterover doet vallen, waarvan je denkt, het heeft ik weet niet wat,
maar het blijft wel in mijn hoofd hangen.’
Het was inderdaad lang geleden dat
Risk nog eens zo’n idee had voortgebracht, uitgemolken routinecampagnes, o ja,
met hopen zelfs, maar meer was het nog zelden geweest. ‘Geweldige ideeën liggen
niet voor het rapen,’ merkte Robert op.
Briljante ideeën waren als zeldzame
schelpen. Het hele strand puilde uit van de schelpen, waar je onbedacht over
heen stapte. Maar ergens tussen die rotzooi, die alleen kinderen kon boeien,
lag een uniek exemplaar verborgen, het schelpje dat je leven kon veranderen.
Hij vond niet dat hij zich dit moest laten welgevallen. ‘Hoeveel briljante
ideeën heb jij in feite al aangebracht? Van die ideeën die een mens doen
achterover vallen.’
‘Dat hoeft ook niet, Rob. Ik doe de
sales en de marketing, ik breng de klanten aan, ja, zeg het maar, ik lijm ze.
Een lunch, een gratis voetbalwedstrijd, een boottocht. Je zou versteld staan
hoeveel inschikkelijker klanten worden als je ze op de juiste manier benadert.’
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten