Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 31 juli 2016

Risk (21)

Wat voorafging: Robert kan de opmerkingen van Freek over zijn mindere prestaties niet smaken. Wat denkt Freek wel? Is het Robert niet die destijds het reclamebureau op de kaart heeft gezet?

‘Ik hoef dit niet te pikken, Freek. Jij hebt alles aan mij te danken. Risk heeft alles aan mij te danken. Jij bent dan misschien wel de persoon die alles aan de man brengt, maar er zijn verkopers zat.’

Freek haalde geërgerd de schouders op. ‘For heaven’s sake, Rob, neem niet alles zo persoonlijk op!’

‘Mag ik dit niet persoonlijk opnemen dan? Ga je me nu werkelijk vertellen dat deze aanval niet persoonlijk was bedoeld?’

‘Laat ons dit als grote mensen uitpraten. Jij zorgt voor de creatieve invallen, ik behartig de klantenrelaties. Dat was de deal, dacht ik toch.’ Hij bekeek Robert doordringend. Had hij gekund, hij had dwars door hem heen gekeken. 

Dat was helemaal niet de deal, het was zo gegroeid omdat Freek er toch steeds vandoor ging als het concreet werd. Freek was een blaffende hond, hoho, let maar eens op, als hij even de tijd vond, zou hij de wereld versteld laten staan. Wat een pech voor de wereld dat hij nooit tijd vond! ‘Rob, doe nou niet zo vervelend…’

Robert hield zijn handen verontwaardigd in zijn zij. Er was een leraar aan hem verloren gegaan, een predikant, een rabbi zelfs. 

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 24 juli 2016

Risk (20)

Wat voorafging: Freek vindt dat Robert ondermaats presteert bij het reclamebureau Risk. Een boodschap die uiteraard slecht valt bij Robert. Het feit dat Freek de klanten lijmt, maakt bovendien weinig indruk op hem.

‘Vast wel.’ Robert deed geen poging om zijn cynisme onder tafels of banken te stoppen. Het was onethisch, het grensde aan corruptie. Er riskeerden mensen een tuchtstraf of erger, ontslag, misschien zelfs een gevangenisstraf als ooit uitlekte welke feestjes Freek hen had aangeboden. 

De klant was een afgod, maar van elk offer genoot Freek mee. Soms was de klant nog louter een voorwendsel om de bloemetjes buiten te zetten.
‘We kunnen jou toch niet inschakelen in de klantenrelaties.’

Nee, dat konden ze niet. Dat wou Robert zichzelf en meer nog de goddelijke klant niet aandoen. De klanten waren voetbalmatchen en champagnefeestjes gewoon, geen bezinningsavonden. Klanten hadden geen nood aan bezinning, bezinning kon alleen nefast zijn voor de verkoop.

‘Jij was bedoeld als het creatieve brein. Maar soms vraag ik me af wat jij hele dagen aanvangt? Waar ben jij in hemelsnaam mee bezig, Rob? Met wereldvreemde verhalen? Als ik je als vriend een goede raad mag geven: keep it simple!’ Hij bleef maar over zijn neus wrijven, er dacht beslist een hele harem aan hem.

‘Heb je problemen thuis? Ben je aan de drank? Mij kan je het gerust zeggen. Misschien is het wel de midlifecrisis. Vroeg of laat krijgt elke man ermee te maken. Het is geen schande, ik begrijp dat je er niet wil mee uitpakken, maar het is niks om je over te schamen.’

Robert bekeek hem sprakeloos. Hoe durfde Freek? Wat deed hij hele dagen? Oké, het was in zekere zin waar, het was intussen een hele tijd geleden dat Robert nog eens met een sprankelend voorstel had uitgepakt, maar het enige wat sprankelde aan Freek waren zijn champagnetraktaties.

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 17 juli 2016

Risk (19)

Wat voorafging: Freek doet Robert na de vergadering nablijven. Hij wil met hem praten over zijn functioneren bij het reclamebureau Risk.

‘En het werk, Rob, hoe gaat het met het werk?’
Het was een te bruuske overgang. Hoe ging het met het werk? Het ging, weliswaar niet denderend, sinds de Belga Queen-campagne was het nog zelden denderend gegaan. Ze overleefden, daar kwam het op neer, zij het dat Freek wat rianter overleefde dan voor de anderen het geval was. Overleven met een magnum fles champagne bij de hand, bleef echter nog altijd overleven.

Freek verwachtte blijkbaar geen antwoord. ‘Is het niet lang geleden dat jij nog eens met een briljant idee op de proppen bent gekomen? Niet zo’n idee van twaalf in een dozijn, maar een idee dat je achterover doet vallen, waarvan je denkt, het heeft ik weet niet wat, maar het blijft wel in mijn hoofd hangen.’

Het was inderdaad lang geleden dat Risk nog eens zo’n idee had voortgebracht, uitgemolken routinecampagnes, o ja, met hopen zelfs, maar meer was het nog zelden geweest. ‘Geweldige ideeën liggen niet voor het rapen,’ merkte Robert op. 

Briljante ideeën waren als zeldzame schelpen. Het hele strand puilde uit van de schelpen, waar je onbedacht over heen stapte. Maar ergens tussen die rotzooi, die alleen kinderen kon boeien, lag een uniek exemplaar verborgen, het schelpje dat je leven kon veranderen. Hij vond niet dat hij zich dit moest laten welgevallen. ‘Hoeveel briljante ideeën heb jij in feite al aangebracht? Van die ideeën die een mens doen achterover vallen.’

‘Dat hoeft ook niet, Rob. Ik doe de sales en de marketing, ik breng de klanten aan, ja, zeg het maar, ik lijm ze. Een lunch, een gratis voetbalwedstrijd, een boottocht. Je zou versteld staan hoeveel inschikkelijker klanten worden als je ze op de juiste manier benadert.’

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 10 juli 2016

Risk (18)

Wat voorafging: het gaat niet zo best met het reclamebureeau Risk. Dat bleek alvast op hun interne werkvergadering. Nam Freek zijn medestichter Robert iets kwalijk?

Noël en Karin waren terug naar hun kantoor maar aan Robert had Freek gevraagd om nog even te blijven. Moest hij nablijven als een opstandige scholier?

‘Zo,’ zei Freek, ‘zo.’ Hij aarzelde en vroeg dan hoe het met Yvonne ging. ‘De trouwe Yvonne,’ herkauwde hij. Hij kon het niet helpen dat dat ‘trouw’ enigszins onvriendelijk klonk. Freek hield van heel wat vrouwen, zijn hart was veel te groot. Trouwe vrouwen pasten minder in dat plaatje.

‘Goed,’ antwoordde Robert. Hij moest eens weten, dacht hij. Wat een geluk dat Freek de pijnlijke waarheid niet kende! Robert was echter liever terughoudend, zeg maar discreet wat zijn privéleven betrof. 

Andere werknemers namen hun privéleven mee naar kantoor. Elk woord van de partner, elk zuchtje of slecht rapport van de kinderen, zelfs een mank pootje van de hond of de kat, werd op kantoor uitvoerig behandeld en van commentaar voorzien.

Bovendien kon hij zich niet inbeelden dat Freek hem langer liet blijven om over Yvonne te praten. Yvonne waar hij tijdens een borrel wel eens een woord mee had gewisseld, maar bij Roberts weten zelden meer dan dat ene woord.

‘Fijn. Fijn om dat te horen.‘ Freek klapte potsierlijk in de handen en wreef vervolgens aan zijn neus. ‘Iemand denkt aan mij.’ Hij lachte. ‘Dat zei mijn moeder altijd: als je neus kriebelt, betekent dat dat er iemand hard aan je denkt. En mijn neus kriebelt vaak.’
Hij lachte opnieuw en ook Robert lachte, zij het wat geforceerd.

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 3 juli 2016

Risk (17)

Wat voorafging: het gaat slecht met het reclamebureau Risk. Freek verwacht alle heil van teambuildingsdagen aan de kust. 

Robert trok de wenkbrauwen op. Was Freek zelfs de oorsprong van hun naam vergeten? Die man was hopeloos! Alsof zijn voorstel iets zou oplossen. ‘Zinloos,’ zei Robert kortaf. ‘Dat wordt een praatbarak. Gebakken lucht. Pure geldverspilling.'

‘O jee,’ zei Karin, ‘ik weet niet of mijn vriend dit wel zo leuk zal vinden. Dan moet hij zelf voor zijn kostje zorgen. En hij kan niet eens fatsoenlijk een ei bakken.’

‘Het werk gaat voor,’ zei Freek beslist. Een aangekoekte eierpan zou hem niet van zijn voornemen afhouden. ‘Het werk voor alles! Dat is altijd mijn devies geweest. Ook toen ik nog als content manager voor de commerciële televisie werkte. Ze noemden mij wel eens het brein. Le Cerveau.’ Hij hield zijn hoofd wat schuin, zoals in de beroemde film. Het viel maar te hopen dat zijn hersenen niet compleet wegsijpelden.

Hierna ontstak hij een sigaret. Zolang Freek de lakens uitdeelde op kantoor hoefden ze niet te vrezen voor een rookverbod.

‘Bovendien zie ik het ook als teambuildingsdagen. En jij, Karin, bent mijn Maria Magdalena. En Noël is mijn Petrus, de rots waarop ik mijn Kerk bouw.’

Iedereen keek nu naar Robert Impens. Het werd stil. Een stilte kon helend werken maar deze stilte werkte als een pas geslepen vleesmes. Daarop vroeg Noël of er nog iemand koffie verlangde. En misschien een wafeltje?

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!