Freek had een echte zeemanspet op,
die hem stoerder deed lijken dan hij was. Ze voeren met een slakkengangetje de
havengeul uit en geregeld zwaaide Freek uitgelaten naar iemand die hen vanop de
oever nastaarde. Een klas schoolmeisjes zwaaide giechelend terug. Voor hen was
een boottocht op zee het begin van een levenslang avontuur.
Eenmaal ze op zee waren, begon het
varen Robert te vervelen. De hele tijd door zagen ze eendere flatgebouwen op de
zeedijk. Je vroeg je af wie dat ooit had toegestaan. En vooral wie er allemaal
had aan verdiend.
‘Het casino!’ schreeuwde Freek.
‘Kijk, het Thermae Palace! Maar kijk dan toch!’
Hij stopte niet met wijzen,
kinderlijk enthousiast. Robert kon het echter niet helpen dat hij voortdurend
moest denken aan het kantoor dat gesloten was en de potentiƫle klanten die hen
nu niet konden bereiken.
Toen was reeds de eerste aanzet
gegeven voor hun terugval. Sic transit gloria mundi, dacht Robert wel eens. Had
het toen maar meer geregend, in zijn herinnering waren er echter opvallend veel
zonnige dagen in die tijd.
De zee
rook naar vis en op sommige plaatsen naar olie. Ze aten broodjes met
garnalensalade en met heilbot. Freek had witte wijn meegebracht, een Elzasser. Ze hadden een campagne verzorgd voor die
wijn met ooievaars en oesters, een ideetje van Robert, niet briljant, maar de
klant was tevreden. In feite was die wijn te duur voor een picknick, maar het
was uiteraard niet zomaar een picknick. Het was de celebratie van de
succesformule Risk.
Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten