Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 29 mei 2016

Risk (12)

Wat voorafging: het reclamebureau Risk heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug. Maar nu wordt het tijd voor een meer eigentijdse kantoorruimte.

Het mocht geen verbazing wekken dat Freek hoopte om over afzienbare tijd naar een vernieuwde kantoorruimte in het Gentse Internationaal Congrescentrum te verhuizen. Hij onderhandelde alsof zijn leven ervan afhing, maar voorlopig viel de gevraagde huurprijs te hoog uit. 

Voor zichzelf had hij alvast een optie genomen op een kantoor met twee dubbele ramen, vier hoog. Je zag er alle torens van Gent, de Sint-Baafskathedraal, het belfort, de Sint-Niklaaskerk en de Boekentoren van architect Henry Van de Velde. Zelfs als je niks te vertellen had, vooral dan, kon je de bezoekers nog altijd imponeren met de skyline van de stad.

Een paar kasten uit het rommelhok waren naar de gang verhuisd. Alleen de bezemkast en een volgestouwde vitrinekast waren achtergebleven, zodat het verleden toch nog tastbaar bleef. Zelfs voor een trendy reclamebureau was het verleden niet betekenisloos.

In de vitrinekast zaten alle documenten van de geslaagde campagne waarmee Risk het imago van Oostende, de toenmalige Koningin der Badsteden, nieuw leven had ingeblazen. Die campagne had de naam van het kantoor gevestigd, het was hun visitekaartje. 

Wie Belga queen zei, dacht aan Risk en vice versa. Het had hen zelfs een award opgeleverd, een verguld beeldje dat nu op Freeks bureau prijkte en waarvan hij persoonlijk wekelijks het stof afborstelde. Het beeldje was niet zo fraai als een Oscar, maar de schoonmaakster die het durfde te betasten, had haar ontslagbrief getekend.  

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 22 mei 2016

Risk (11)

Wat voorafging: het ging reclamebureau Risk vroeger voor de wind. Later was er verval ingetreden en waren ook de menselijke verhoudingen verziekt.

Pas later was het echt beginnen mislopen. Succes vermolmt, zoals een houten steunbalk na verloop van tijd kan vermolmen. Ze waren meer gaan vergaderen, altijd al een slecht voorteken.

Hun vergaderzaaltje had veel weg van een rommelhok. Dat was geen toeval, het was ook lang het rommelhok geweest, misschien had het dat moeten blijven. Waar mensen waren, ontstond rommel. Het was een onweerlegbaar bewijs van menselijke aanwezigheid.

Op een dag had Freek ingezien dat een flashy reclame- en communicatiebureau zoals Risk niet zonder een vaste vrouw verder kon. Hoe hij tot dat inzicht was gekomen, had hij nooit verklapt, maar het feit dat Karin tamelijk jong, blond en knap was, had zeker geholpen.

Ze hadden met vereende krachten hun bescheiden eet- en vergaderzaaltje omgebouwd tot een kantoorruimte. Nadien hadden ze het rommelhok onder handen genomen.

De grootste rommel had Noël met zijn bestelwagentje naar het containerpark gebracht, drie ritten heen en terug. Hij beweerde dat hij evenveel discussies met de parkwachter had moeten voeren, omdat ze het zootje ongesorteerd in zakken hadden gestouwd. Maar bij elke terugkeer verspreidde hij een steeds nadrukkelijker bierluchtje.

Het voormalige rommelhok had geen ramen en er hing bijna altijd een bedompte sfeer, als in een overvolle lijnbus op een regenachtige dag. Niet dat de andere lokalen er zoveel beter aan toe waren. Die keken uit op een sombere straat, waarin alleen een bar die pas in de vooravond opende tot de verbeelding sprak, zij het onvoldoende om hen tot een bezoek te verleiden.

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!




zondag 15 mei 2016

Risk (10)

Wat voorafging: ooit trokken Freek en Robert samen naar zee. Het was een prachtige dag om te varen.

Freek had een echte zeemanspet op, die hem stoerder deed lijken dan hij was. Ze voeren met een slakkengangetje de havengeul uit en geregeld zwaaide Freek uitgelaten naar iemand die hen vanop de oever nastaarde. Een klas schoolmeisjes zwaaide giechelend terug. Voor hen was een boottocht op zee het begin van een levenslang avontuur.

Eenmaal ze op zee waren, begon het varen Robert te vervelen. De hele tijd door zagen ze eendere flatgebouwen op de zeedijk. Je vroeg je af wie dat ooit had toegestaan. En vooral wie er allemaal had aan verdiend.

‘Het casino!’ schreeuwde Freek. ‘Kijk, het Thermae Palace! Maar kijk dan toch!’
Hij stopte niet met wijzen, kinderlijk enthousiast. Robert kon het echter niet helpen dat hij voortdurend moest denken aan het kantoor dat gesloten was en de potentiële klanten die hen nu niet konden bereiken.

Toen was reeds de eerste aanzet gegeven voor hun terugval. Sic transit gloria mundi, dacht Robert wel eens. Had het toen maar meer geregend, in zijn herinnering waren er echter opvallend veel zonnige dagen in die tijd.

De zee rook naar vis en op sommige plaatsen naar olie. Ze aten broodjes met garnalensalade en met heilbot. Freek had witte wijn meegebracht, een Elzasser. Ze hadden een campagne verzorgd voor die wijn met ooievaars en oesters, een ideetje van Robert, niet briljant, maar de klant was tevreden. In feite was die wijn te duur voor een picknick, maar het was uiteraard niet zomaar een picknick. Het was de celebratie van de succesformule Risk.

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 8 mei 2016

Risk (9)

Wat voorafging: vroeger waren Freek en Robert Impens echte makkers. Soms sloten ze bij lekker weer het reclamebureau. Een enkele keer trokken ze samen naar zee.

Het gebeurde toen wel meer dat Freek ’s morgens rond negenen arriveerde en zei dat ze zo’n heerlijk weer hadden voorspeld. ‘Echt een weertje om uit te varen.’ Dan sprong hij in zijn Porsche en reed richting Oostende.

Bij gelegenheid hing Robert ’s namiddags een briefje voor de deur ‘gesloten wegens overmacht’ en trok daarop naar huis om wat in de tuin te spitten of om in het gemeentelijk park te wandelen met Yvonne. 

Op mooie dagen wemelde het in het park van de jonge moeders met kinderwagens. Er werd gespeeld, gegild en zelfs openlijk gezoogd op de banken en op het malse grasveld tussen de bloemenperken. De wereld toonde zich wreder op zonnige dagen omdat er zoveel geluk gedachteloos werd uitgestald. Tevreden mensen ervaren hun geluk als een vanzelfsprekende verworvenheid, niet als een toevallige en voorbijgaande samenloop van omstandigheden.

Als Robert zich nu op regendagen door het Gentse stadspark sleepte, ontmoette hij alleen maar lotgenoten, verschoppelingen van het leven. Af en toe herkende hij iemand en groette dan bijna onzichtbaar. Een bescheiden knikje, een bange haas waardig die in elke mens een jager vermoedt. Een enkele keer stak Robert de hand op, nooit meer dan dat, mistroostigheid liet zich niet opkalefateren met knuffels en zoenen.

Die dag had Robert zich laten overhalen door Freek om mee de zee op te varen. Met wankele tred betrad hij de boot. Freek had voor mondvoorraad gezorgd, kant-en-klare belegde broodjes van een speciaalzaak. En verder natuurlijk drank, veel drank, gezelligheid liep voor Freek doorheen de lever. 

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 1 mei 2016

Risk (8)

Wat voorafging: het is nog koud want Pasen valt uitzonderlijk vroeg. Het is niet voor het eerst dat de collega's van het reclamebureau Risk samen naar zee trekken.

Pasen is uitzonderlijk vroeg dit jaar. Het heeft te maken met de volle maan, dat heeft Robert in de krant gelezen. Omdat het zo uitzonderlijk is, moet het uitgelegd worden met kleurrijke grafiekjes en tijdslijnen. Alleen het uitzonderlijke verdient aandacht. 

Het paasfeest wordt gevierd op de eerste volle maan na het begin van de lente. Vroeger op het jaar kan Pasen nauwelijks vallen. Of toch, bijna tweehonderd jaar geleden, in 1818 –amper drie jaar na de Slag van Waterloo - was het paasfeest zelfs op 22 maart.

De schoolvakantie moet nog beginnen. Leerlingen struikelen nog volop over de Franse vervoegingen of over de tafels van zeven en acht, die heeft Robert altijd de lastigste gevonden.  

Het plein is inmiddels helemaal verlaten, op een vrouw met een hondje na. De vrouw is niet meer van de jongsten en het hondje keft ook al klaaglijk. 'Kom,’ herhaalt Karin en loopt met ingetrokken hoofd naar de wagen. Robert snelt als een keffertje achter haar aan. Eigenaardig genoeg voelt hij zich daar niet eens slecht bij.

Vroeger waren Freek en Robert al eens samen naar zee geweest. Het was een mooie dag, wat stapelwolken maar toch overwegend blauwe luchten. Een beetje fris voor de tijd van het jaar, de opwarming van de aarde was nog geen hoofdpunt in het avondnieuws en de fruittelers in Haspengouw klaagden nog steen en been over de late vorst. ‘Een heel geschikte dag om op zee te gaan,’ vond Freek.

Maar Robert twijfelde, het was de periode waarin hij nog niet durfde te weigeren tegenover Freek. Hun verstandhouding was goed, ze vulden elkaar aan als peper en zout. Ze waren in zekere zin vrienden, geen bloedvrienden weliswaar, maar maten, partners in crime. 

Had Robert het geluk van een zoon mogen ervaren, had hij Freek zelfs gevraagd als peter. Van een dochter niet, nee, niet van een dochter, dat kon je niet maken bij Freek. Kon je dat alles op losse schroeven zetten door lichtzinnig te bedanken voor een geïmproviseerd uitstapje naar de kust? 

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!