Toen ik onlangs de Oudenberg op een rustig moment bezocht, merkte ik hoe stadsarbeiders de nodige voorbereidingen troffen voor het jaarlijkse Krakelingenfeest. Maar evenzeer werd ik opnieuw geraakt door de gedichten van Willy Verhegghe (°1947, Denderleeuw) die men op en in de omgeving van de Muur terugvindt.
Willie Verhegghe is een sociaal geƫngageerd dichter die over de mijnramp in het Waalse Marcinelle schreef en over de oorlog in Viƫtnam. Hij publiceerde ook voor de vzw Schoonderhage. Het grote verdriet omwille van de vroege dood van zijn zoon Miguel vond eveneens een weerslag in zijn werk. In 2004 werd hij benoemd tot stadsdichter van Ninove, de stad aan de Dender waarmee hij erg vergroeid is. Hij woont trouwens sinds 1976 in Pollare (Ninove).
Toch is Verhegghe vooral bekend voor zijn wielergedichten. Hij schreef onder meer over Eddy Merckx en Wouter Weylandt, over kasseien, wielersupporters en de Muur van Geraardsbergen. Op de zijgevel van taverne 't Hemelrijck, boven de Muur, vindt men het gedicht 'De Flandriens' terug. Het gedicht is opgedragen aan Briek Schotte, IJzeren Briek, voor velen zowat het laatste symbool van de roemrijke flandriens. Hierbij de eerste en laatste regels van dit beklijvende gedicht:
Vanachter Leuvense stoven kwamen ze, met forse kop en pezige benen, ze hadden poten aan hun lijf en trokken er harder dan anderen mee aan het stuur. Ze stuurden ansichtkaarten naar huis met groetjes uit het verre Frankrijk en wisten niet, nooit van opgeven. (...)
Ze waren niet van deze tijd, de flandriens, ze moeten nu bijna allemaal in de wielerhemel koersen.
Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten