Wat voorafging: ooit bracht ik een zonnige vakantie door in L'Isle-sur-la-Sorgue in de Provence. Het stadje werd in mijn verbeelding een bakermat van kleurrijke figuren en verhalen.
François
Arnaud was een gerespecteerd burger in L'Isle. Hij was de vader van
drie opvallende kinderen, Bernard, Marie en Rose. Maar bovenal was hij de telg van
een geslacht, waarvan de roem door de mistralwinden werd uitgedragen
over de valleien van de Rhône en de Sorgue. De Arnauds waren even
intens met de Provence verbonden als de lavendel of de olijven. Geen
prestigieus ambt of een telg van het geslacht had het ooit vervuld:
burgemeester, onderwijzer, notaris, priester, en zelfs bisschop.
Zelf
nam François met een waardigheid en beroepseer die men nog zelden
ziet het ambt van stationschef van L'Isle-sur-la-Sorgue waar. Gezien
de vervallen staat van het stationsgebouw in de avenue Guigue en de
twee met distels begroeide spoorlijnen was dat een sierlijke vlag
voor een sjofele lading. Toch wachtte hij zowat elke trein
persoonlijk op het perron op alsof er een dierbare geliefde mee zou
arriveren.
De magere man met de ingevallen gelaatstrekken, de diepe
oogkassen onder de zware wenkbrauwen en de lachwekkende stationspet
staarde de hele tijd naar de klok die hij met een ketting aan zijn
broeksriem droeg. 's Morgens om zeven uur zette hij de klok gelijk
met het tijdsein op de radio. Soms zei hij met een mengeling van
scherts en triomf in de stem dat hij de dag nog moest beleven dat er
een Zuid-Franse trein op tijd reed. Maar de verhalen en geruchten die
het stadje als wervelende dromen doorkruisten, wilden dat hij treinen
die te vroeg dreigden aan te komen voor een rood spoorweglicht
ophield, uit bange herinnering aan het lot van zijn grootoom Jean.
François
was er heilig van overtuigd dat de Arnauds verwant waren met de veel
geprezen schrijver Frédéric Mistral. Met die overtuiging stond hij
alleen, maar dat was wel vaker het lot van grote geesten.
De Krekel
van de Provence had de streek een nieuwe stem gegeven tegenover de
heren van Parijs. Het meest pietluttige dorp in de regio had een
straat of een steeg, een cultureel centrum of een school die naar de
beroemde Mistral genoemd was. Elke keer weer wees François Arnaud
zijn nageslacht trots op die vermoede bloedverwantschap. Hij bleef de
hoop koesteren dat iemand hem ooit zou begrijpen als hij knielde om
de bewuste bakstenen of asfaltlaag haast liefkozend te strelen.
Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten