Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 25 april 2021

Een grijze muis?


Het gebeurde twee jaar geleden op een zaterdagmorgen. Op een uur waarop ik meestal nog uitrust van de werkweek, voerde ik mijn dochter naar het station van Zottegem. In de gang onder de perrons loop je tijdens de week leerlingen van de nabijgelegen provinciale school tegen het lijf. Nu was het er eerder kalm.

Mijn dochter trok naar een festival van fantasy in het Gentse. Voor de gelegenheid was ze uitgedost met een zwarte hoepeljurk, een lange pruik en een witte parasol. Ik vergezelde haar tot op het perron omdat ik ernaar verlangde om nog eens iemand hartelijk uit te wuiven. Mijn dochter was zo attent om mij dit simpele genoegen te gunnen.

De andere reizigers op het perron bekeken haar met bijzondere belangstelling. Onder hen een gespierde dertiger, minstens een dreigend hoofd groter dan ik. Hij had een opvallend rastakapsel en een blikje bier in de hand.

Tot mijn verbazing kwam hij naar ons toegestapt en begon mijn dochter uitgebreid te feliciteren met haar ongewone kledij. ‘Ik vind dat iedereen zichzelf moet zijn,’ zei hij. ‘Er lopen al genoeg grijze muizen rond.’ Die omschrijving was gelukkig niet op hem van toepassing. ‘Ze zeuren omdat ik ’s morgens een blikje bier drink.’ Aan zijn adem te ruiken, een behoorlijk understatement! ‘En omdat ik al eens drugs neem. En wat dan nog?’

Daarop gebeurde het onvoorstelbare. Hij ging door de knieĆ«n en gaf mijn dochter een handzoen. Even vreesde ik in een opname van ‘Blind getrouwd’ beland te zijn. Mijn dochter bedankte hem en complimenteerde hem voor zijn aparte haardracht, waardoor ze blijk gaf van meer zin voor diplomatie dan ikzelf.

Plots wendde hij zich tot mij. ‘Ben jij ook zo’n zeurpiet van het stadsbestuur?’ Ik ontkende en vertelde niet zonder trots dat ik voor het provinciebestuur werk. ‘De provincie! En wat doe je daar?’ klonk het bruut.

Soms is eerlijkheid zo niet onverstandig, dan toch onvoorzichtig. ‘Provinciebelastingen?!’ herhaalde hij en kwam vervaarlijk dicht bij mij staan. ‘De deurwaarder sturen naar mensen?’ Ik keek met toenemende bezorgdheid naar de nabije sporen en zag de krantenkoppen al voor ogen: provincieambtenaar voor rijdende trein geduwd. Zou mijn droeve lot de wereld rondgaan?

Hij slurpte zijn biertje uit, staarde mij aan en zei: ‘Ik vind dat goed. Iedereen moet bijdragen aan de gemeenschap.’ Hij nam afscheid en stapte op de trein naar Brussel.

Ik wuifde versuft mijn dochter uit, verliet het perron en hield halt voor de drankautomaat in het station. Nee, ik nam geen biertje, al scheelde het niet veel.

Deze column verscheen (in licht gewijzigde versie) in het nummer van mei 2019 van ProInfo, het personeelsblad van de provincie Oost-Vlaanderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten