Onlangs was het bijna misgelopen toen mama bruusk remde. Een truck had hen maar net
niet achteraan aangereden. De chauffeur van de vrachtwagen, zo’n stevige kerel
met een vervaarlijke walrussnor, had zijn middenvinger in de lucht gestoken en
wel driemaal woedend getoeterd.
‘Die vervoerde beslist een verdacht vrachtje,’ had Femke opgemerkt.
Er deden reeds enige tijd geruchten de ronde dat er zich een geheime
stortplaats vol stinkend spul bevond diep in het Kriebelbos.
Maar mama meende
dat ze voorlopig toch maar beter niets tegen papa konden vertellen. Hij had op
het werk al problemen genoeg aan het hoofd. ‘Ik krijg nog een punthoofd,’
zuchtte hij.
Elke avond ging hij bezorgd voor de spiegel staan, maar Femke zag voorlopig
eerder een kalende dan een puntige kop. Haar papa zou nog niet meteen de
kermissen moeten afdweilen als de man met het punthoofd. Misschien wel als
Janneke Maan met zijn kalende knikker, maar dat zei ze hem maar liever niet.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten