Robert keek opnieuw naar Karin. ‘Ja,
vandaag ben ik een stoute jongen,’ gaf hij toe. Hij was opgevoed om vooral niet
stout te zijn, voorbeeldig, steeds vooraan in de kerk, de gebeden meeprevelend,
de gezangen meezingend. Maar vandaag zat hij vol stoute gedachten.
Ook vroeger
had hij wel eens stoute gedachten gekoesterd, hij was geen heilige, niets
menselijks was hem vreemd. Wie werkelijk als een heilige leefde, kon maar beter
meteen voor de marteldood kiezen.
Maar die vroegere ondeugende gedachten
had hij telkens tijdig weten te onderdrukken. Iedereen had het normaal
gevonden, geen schouderklopje was zijn deel geweest. Een uitgestelde beloning
zou zijn deel zijn.
Ook
Robert had meer alcohol gedronken dan hij gewend was. Misschien waren die Irish
coffees toch niet zo’n puik idee geweest. Hoewel ze hielpen hem over de laatste
scrupules heen. Scrupules waren bij hem metershoge barrières. Het paard
naderde, aarzelde, steigerde en keerde dan onverrichter zake op zijn stappen
terug.
Boven begeleidde Robert haar naar haar
kamer en vleide haar neer op het bed. Karin zag er beeldig uit die dag, meer
nog dan anders. Ze had enkele kleine sproetjes op haar slapen die gewoonlijk
onder haar haren verborgen zaten.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten