Robert merkte dat er ook in deze sporthal
allerlei vreemde voorwerpen aan de muren hingen. Er waren basketkorven en
netten voor volleybal. De doelen voor zaalvoetbal en handbal stonden in een
hoek tegen de muur geschoven.
Op halve hoogte bevond zich achter glas een
kantine zodat de sportliefhebbers ongehinderd de wedstrijden konden volgen.
Maar Robert associeerde sport vooral met wielerwedstrijden op de weg en
voetbalpartijtjes op een buitenterrein.
Fietsen was trouwens zowat de enige
sport waar hij zichzelf nog aan waagde. Hij had zich zelfs een heuse sportfiets
gekocht, niet van Eddy Merckx of van een andere bekende constructeur, en op de
koop tweedehands.
Maar zelfs een tweedehands racefiets bleek niet goedkoop, zeker niet als je achteraf nog een helm en een bril en handschoentjes en de hele reutemeteut nodig had. Wie beweerde daar ook alweer dat fietsen een volkssport was?
Maar zelfs een tweedehands racefiets bleek niet goedkoop, zeker niet als je achteraf nog een helm en een bril en handschoentjes en de hele reutemeteut nodig had. Wie beweerde daar ook alweer dat fietsen een volkssport was?
Vooraan in de sporthal was een podium
opgebouwd, waarop de instrumenten van de muzikanten stonden uitgestald. Zo te
zien waren ze met een heleboel en Robert vreesde al voor de decibels die hij
mocht verwachten. Hij had kwetsbare oren, die niet waren aangepast aan de
moderne lawaainormen.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten