Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 24 april 2016

Risk (7)

Wat voorafging: de collega's Robert en Karin van het reclamebureau Risk huren een huis aan zee voor de paasdagen. Maar waarom heeft Freek de plannen gewijzigd en komt hij later?

Na alles wat er de voorbije jaren is gebeurd, kan Robert moeilijk geloven in toeval. Nee, toeval strookt niet met de Freek die hij gaandeweg heeft leren kennen, wel met de Freek uit de beginjaren van Risk. Was dat een ander iemand of wou Robert toen enkel een andere man zien? Iemand die meer op hem geleek en zijn waarden deelde.

Maar hoe achterdochtig Freeks afwezigheid hem ook maakt, Robert is er toch niet rouwig om. Hij tekent met een brede zwaai de papieren af en wil de sleutel in ontvangst nemen maar Karin grist die voor zijn neus weg.

‘Kom,’ zegt ze. Het is het eerste woord dat ze uitspreekt sinds ze het kantoor zijn binnengegaan. Ze neemt nog snel een derde eitje en wijst naar een flatscreen aan de muur waarop men huisjes aan de Côte d’Opale aanprijst, voor wie de Belgische kust te volgebouwd waant. 

Het zien er cleane maar toch gezellige huisjes uit, het ene hoeft het andere niet uit te sluiten. Ze beschikken over een comfortabele zithoek die een ongerept zicht op de zee biedt. Misschien dat je op heldere dagen zelfs de witte kliffen van Dover kan zien.

Bij het buitenkomen, voelen ze opnieuw de kille wind. Er valt wat lichte regen, gemengd met smeltende sneeuw. In de straten van het kustplaatsje lijkt het erg mee te vallen met de drukte. Robert heeft een parkeerplek gevonden op het aanpalende Fabiolaplein. 

Midden op het plein staat een fontein die niet spuit en daar voorbij, achter een rij bloembakken met blauwe viooltjes, hangen in volle paasperiode nog kerstlichtjes. Ofwel is iedereen die uit het oog verloren ofwel wil men die recupereren voor een volgend kerstfeest. Zelfs een gemeentebestuur moet tegenwoordig als een bedelmonnik op de kleintjes letten.

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 17 april 2016

Risk (6)

Wat voorafging: Karin en Robert bevinden zich in een verhuurkantoor aan zee. Ze vinden een huurhuis voor de paasdagen met drie bedden en een sofa voor hen en hun collega's.

Karin lijkt zich niets van het gesprek aan te trekken. Bijna machinaal propt ze een tweede eitje in haar mond. Het zijn kleine paaseieren en ze staan er voor te grijpen. Melkchocolade met romige pralinévulling. De verlokkingen loeren tijdens de vastenperiode overal, zij het zelden zo uitdagend zoet.

‘Zoals u wil,’ zegt de verkoopster kortaf. ‘In feite betreft het drie bedden en een sofa.’
‘Een sofa?’
‘Een ruime sofa,’ verbetert ze zichzelf. ‘Misschien niet ruim genoeg voor een reus, maar zoveel reuzen zien we hier niet.’ Ze lacht, maar Robert besluit niet mee te lachen. Karin geeft evenmin een krimp. ‘We verhuren het huis al meer dan tien jaar en nog nooit heb ik iemand horen klagen.’

Iemand moet ooit de eerste zijn, denkt Robert, maar tot nader order is zelfs Freek geen volwaardige reus. ‘Een sofa is goed genoeg.’ Een bed is beter, maar hij wil niet te lastig doen. Hij vraagt zich af wie er in de sofa zal moeten slapen. 

Robert heeft een vermoeden. Ze zullen naar elkaar kijken in een slopend stilzwijgen. Hij zal als eerste breken en schoorvoetend zichzelf als vrijwilliger opgeven. Robert slaapt nochtans dikwijls slecht op verplaatsing, een andere matras, een ander donsdeken, kortom andere lucht, het bekomt hem zelden goed.

Karin glimlacht, de kans is klein dat zij in de sofa zal eindigen, zo hoffelijk zijn ze wel. Zelfs Freek met al zijn branie zou zoiets nooit durven voorstellen. Dan kruipt die liever onmiddellijk bij Karin in bed. Alleen al bij die gedachte en de zure herinneringen die ze oproept, voelt Robert een stekende pijn in zijn hoofd.

Freek gaat met Noël nakomen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ze allemaal samen zouden reizen in Freeks snelle wagen. Het is vreemd dat Freek in laatste instantie de plannen heeft gewijzigd. Wat voert hij deze keer in zijn schild?

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!



zondag 10 april 2016

Risk (5)

Wat voorafging: vinden de collega's Robert en Karin een huurwoning aan zee voor de Paasdagen? En kan Robert overweg met de knappe, maar ketterse Karin?


Nu noemt Karin zichzelf een ketter, het is meer dan een geuzennaam. Robert is een praktiserend gelovige. Als tiener was hij misdienaar, en niet enkel om van de miswijn te snoepen. Nog altijd woont hij zowat elke week een kerkdienst bij. Gewone eucharistievieringen, maar ook huwelijksplechtigheden en begrafenissen. 

Hij houdt wel van uitvaarten, omdat ze hem aan het denken zetten. Robert denkt graag na over de dood en het leven daarna. Het leek hem vroeger onwezenlijk dat er na dit aardse bestaan geen betere wereld volgde waarin de rechtvaardigen beloond werden. Tegenwoordig vraagt hij zich soms af of die overtuiging niet wordt gevoed omdat het leven hier hem als zand uit de handen glipt. Het leven raast aan hem voorbij als een hogesnelheidstrein en hij moet het steeds vaker stellen met de geluidsoverlast. 

‘De huur van het huis is wel niet goedkoop, meneer Impens,’ plaatst de zakenvrouw hem opnieuw met de beide voeten op de grond. Natuurlijk niet, wat had hij verwacht? Ze kijkt hem doordringend aan alsof ze zijn gedachten wil lezen, ofschoon ze dat vanzelfsprekend niet kan. Indien wel had ze beslist een ander beroep gekozen, zo mogelijk nog lucratiever, in elk geval spannender. 

‘Maar heel geschikt voor vier personen. Er zijn zelfs vier bedden.’ Ze steekt vier zwart gelakte vingers omhoog.
‘Dat is ook de bedoeling,’ zegt Robert kortaf. Vier mensen, vier bedden, vier vingers. Kan het eenvoudiger?

De vrouw haalt de schouders op. Toch schuilt er iets argwanends in haar blik. Hoe kan een niet bijster aantrekkelijke man de charmes van een bevallige vrouw als Karin negeren? Is hij homofiel misschien? Ze staart met opengesperde ogen naar Karin. Zo moet Maria Magdalena op Pasen naar het lege graf gestaard hebben, vol ongeloof dat al snel overging in achterdocht. 


Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!

zondag 3 april 2016

Risk (4)

Wat voorafging: Robert Impens bevindt zich in deze Paasdagen in een verhuurkantoor. Is er nog een woning vrij waar ze de komende dagen kunnen doorbrengen?

‘U hebt geluk,’ zegt de vrouw. Misschien heeft ze ooit in een ver verleden de roulette bediend in een casino, bedenkt Robert. Hij heeft nooit een voet in een speelzaal willen zetten, hij geeft het geluk liever snel door als een brandend houtje, maar hij ziet de vrouw al uitzinnig uitroepen: ‘Het lot is met u: rood, zeventien!’ 

Ze lacht hem poezelig toe. Haar gebit is gaaf zoals bij omroepsters op televisie. Haar kantoor heeft nog één woning vrij. ‘Het is druk, zo kort voor Pasen,’ beklemtoont ze. Ze wappert met haar hand alsof het drukker wordt naarmate zij meer wind verplaatst. Verwacht ze dat hij die hand gaat kussen? Robert doet het toch maar niet. Etiquette mag dan een man sieren, te veel etiquette werkt contraproductief.

Karin Bosch die hem vergezelt, neemt ongegeneerd een chocoladen eitje uit de korf die op de balie staat om de kinderen zoet te houden die aan vaders of moeders hand het woningbureau binnenwandelen. Ze wikkelt het eitje uit het glanzende papiertje en stopt het genietend in haar mond. 

Robert heeft ook wel trek, maar hij durft niet. Als mensen hem aanstaren, voelt hij zich onbehaaglijk, als het lelijke eendje. Alleen vreest hij dat hij de kans heeft verkeken om zich tot een zwaan te ontpoppen. Bovendien is het de Goede Week, er moet gevast worden, voorlopig moet zijn lust het afleggen tegen zijn geweten.

Karin is net als hij katholiek opgevoed. Dat is iets langer geleden dan het lijkt. Ze is goed bewaard, zoals Freek het uitdrukt en het is één van de zeldzame onderwerpen waarover Robert en hij het nog eens zijn. 

Karin heeft halflange blonde haren, speelse ogen in een verrassend ongerept gelaat, maar het meest ontwapenend is haar glimlach, die altijd vertedert. Ze draagt een broek die minstens een maat te klein is, al moet Robert toegeven dat haar spannende billen ook hem niet onverschillig laten. Onder haar korte jas draagt ze een olijfgroen truitje dat elke keer als ze zich rekt een bruin stukje buik laat ontdekken.  

Benieuwd naar het vervolg? Volg deze blog via mail (Submit: zie rechts bovenaan) en je ontvangt alle bijwerkingen vanzelf in je mailbox!