Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 22 april 2015

De roos en de lavendel (13)

Wat voorafging: in mijn verbeelding wemelde het in het toeristische stadje l'Isle-sur-la-Sorgue in de Provence van de vreemde figuren. Zoals de stationschef François Arnaud en zijn vrouw Mireille Calendal.

De vroomheid van Mireille was al bij leven legendarisch. Niemand spendeerde zelfs maar bij benadering evenveel uren in de kerk van L'Isle. Le père Jacob noemde haar grimlachend zijn enige onderpastoor. Ze bezat een merkwaardige verzameling heiligenbeelden, waaronder een bronzen Bénezet, een plaasteren Maria-Magdalena en een in hout uitgesneden sculptuur van Saint-Trophime, bijna zo mooi als in de romaanse kloostergalerij in Arles. 

Dat laatste beeld had ze gekocht voor schandelijk veel geld op een kerkbazar in Saint-Rémy van een doofstomme monnik die het getrokken gezicht had van Vincent Van Gogh. Hij schreef op een karton zijn haast waanzinnige vraagprijs. Mireille durfde niet af te dingen omdat ze tegenover een geestelijke niet wou toegeven aan de ondeugd van de gierigheid.

Het echtpaar diende lang op kinderen te wachten. In L'Isle stelde men zich reeds vragen bij de vruchtbaarheid van François, van wie immers ook geen kinderen bij andere vrouwen bekend waren. Maar vooral Mireille had de schrik te pakken door de verhalen over het dwergmeisje Arnaud en trachtte François in haar vruchtbare dagen wat af te remmen in bed. Toen de eerste twee kinderen ter wereld kwamen, vroeg ze terstond naar hun afmetingen en gewicht en haalde dan opgelucht adem. Ze zouden ze alvast niet levend moeten begraven wegens hun afstotelijkheid.

Achteraf bleken ze evenwel allerminst schrander en oogstrelend. Na hun geboortes ruilde Mireille de felle provençaalse kleuren in voor het zwart van de rouw. Sinds die dag weigerde ze ook zich te laten fotograferen. Tenzij ze er grof voor betaald werd, want haar verdriet was oprecht maar niet wereldvreemd. Dikwijls bedacht ze dat het niet eenvoudig zou zijn één van beiden aan een geschikte partner te helpen. Als het al verantwoord was naar een levensgezel voor hen uit te kijken.

François deelde haar mening niet. Hij was er immers van overtuigd dat het voor elke jongeling een voorrecht was om in de familie Arnaud in te trouwen. Dat gold nog zoveel meer voor Rose, wiens schoonheid de meeste mannen als loopse keffertjes deed kwijlen. Precies daarom maakte François zich het meeste zorgen over haar. 

Hij had immers al opgevangen dat ze 's namiddags en 's avonds dikwijls in de omgeving van het postgebouw vertoefde. Daar hingen mannelijke toeristen rond, die de weg naar de betaalde liefde van de Métropole nog niet hadden ontdekt.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten