Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 8 april 2015

De roos en de lavendel (12)

Wat voorafging: op een vakantie in de Provence werd ik ooit overweldigd door een golf van exotisch surrealisme. Met de fictieve stationschef van l'Isle-sur-la-Sorgue, François Arnaud, in een hoofdrol.

Zijn kinderen baarden François Arnaud diepe zorgen. Hij was een gelovig maar bovenal een bijgelovig en achterdochtig man. Sinds zijn huwelijk met zijn nicht Mireille Calendal meer dan dertig jaar geleden, had hij geen enkele zondagsmis overgeslagen. Geen avond was hij in bed gekropen zonder zijn hand in het wijwatervat onder te dompelen en zonder een borrel binnen te gieten. Het eerste deed hij om Mireille te plezieren, het tweede om zichzelf te plezieren. 

Het huwelijk was destijds gecontesteerd door de goegemeente en er was een vrijbrief nodig geweest van de bisschop om de twee bloedverwanten in de echt te verbinden. De helft van de familie had principieel geweigerd om de viering bij te wonen. Dat deerde François niet echt, want de moraalridders waren ook de grootste drinkers.

Veel vervelender vond hij dat ze bleven herinneren aan het wedervaren van een verre verwant die getrouwd was met een tante en alleen maar een dwergmeisje op de wereld had gezet. Het kind was zo afstotelijk dat hij haar opgesloten hield in zijn woning, met altijd gesloten luiken en met hoge tuinmuren. Hij pootte in het grasperk verscheidene beelden neer van dwergen, die zo mogelijk nog afzichtelijker waren dan het meisje zelf. Het meisje kon aldus de illusie koesteren dat er velen erger aan toe waren dan zij. Ze groeide gelukkig op, zelfs in de overtuiging dat niet zij maar haar ouders abnormaal waren. Ze nam aan dat ze bijzonder grote meubels speciaal hadden laten ontwerpen en dat ze geen bezoek kregen omdat iedereen hun reuzenkracht vreesde. 

Maar toen ze een bijna volwassen tiener was, klauterde ze in de notelaar die haar vader dat jaar, gekweld door ouderdomskwaaltjes, niet had gesnoeid. Vanuit die uitkijkpost zag ze een groep ruiters langskomen. De jongemannen waren niet bijzonder mooi. In de ogen van het dwergmeisje waren ze echter als sprookjesprinsen. Ze begreep de waarheid en stortte zich vanaf de boom op de tuinmuur, waarin brokstukken scherp glas waren verwerkt. Het glas bleek dodelijk efficiënt. Het meisje stierf, als een lek geslagen fietsband. Er sijpelde bloed uit wel tientallen wonden tegelijk.

Toch was zijn huwelijk met Mireille geruime tijd goed geweest in de ogen van François. Hij behoorde nog tot het slag mannen dat meende dat een vrouw een prinses moest zijn in de keuken, een dame op straat en een hoer in bed. In die drieledige verwachting werd hij voor ruim de helft bevredigd door Mireille. Dat was een behoorlijk gemiddelde. 

Ze hadden alvast geen tijd verloren om elkaar te leren kennen. De echtelieden waren als het ware samen opgegroeid in twee aanpalende woningen met een gemeenschappelijke tuin en terras. De wanden tussen de twee huizen waren zo flinterdun dat ze het konden horen als iemand in de andere woning het toilet bezocht. 

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten