‘De bosgeesten waren groter dan gewone kabouters. Een verre grootoom
van mij stond ooit op jacht oog in oog met een zware buffel. Hij had alleen een
speer bij zich, hij gooide die naar het dier, maar de speer ketste af op diens
dikke huid. De buffel stormde woest op mijn grootoom af om hem met zijn horens
af te maken. De buffel raakte hem, mijn oom verloor wat bloed en viel in zwijm.
Het was gewoon een kwestie van tijd voor de buffel de genadestoot zou
toebrengen. Maar toen mijn grootoom wat later opnieuw bij bewustzijn kwam, lag
de buffel te snurken alsof hij aan een winterslaap was begonnen.’
‘Wat was er gebeurd?’ vroeg Fientje, terwijl ze de zak
chips nog eens liet rondgaan.
‘Mijn grootoom bond zijn wonde af en kroop moeizaam
overeind. Hij liep omheen het dier en zag tamelijk kleine voetstappen. Verder
was er nergens iets of iemand te bekennen. Een goede bosgeest was hem te hulp
gekomen en had het dier in een diepe slaap gebracht.’
Fientje floot bewonderend.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten