Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 25 augustus 2019

Onraad in het Kriebelbos (5)

Wat voorafging: er zijn mannen actief in het Kriebelbos. Ze markeren bomen om ze later af te hakken. Ze willen immers met een vrachtwagen door het bos rijden.

Femke keek ongelovig naar de vele bomen die reeds met rode verf gemerkt stonden. Het waren stuk voor stuk schitterende bomen, gebladerde reuzen die wel tot in de hemel leken te reiken. Ze werd al duizelig als ze nog maar naar hun kruinen keek.

‘Zoveel,’ stamelde ze. Moesten er echt zoveel bomen verdwijnen? Wilden ze soms een snelweg aanleggen doorheen het Kriebelbos?

‘Laat die heren werken.’ Mama was er intussen bijgekomen en probeerde Femke mee te trekken. ‘Wij moeten dringend naar school.’

‘Dat is ook lang geleden dat ze ons heren hebben genoemd,’ zeiden de mannen en de grootste van de twee stroopte fier zijn mouw op om zijn tattoo te laten zien. 

Het was de afbeelding van een draak, zo’n verschrikkelijke draak met schubben die vuur spuwde. Hoewel Femke maar al te goed wist dat draken niet bestonden, rilde ze even. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 18 augustus 2019

Onraad in het Kriebelbos (4)

Wat voorafging: Femke laat haar mama op weg naar school bruusk stoppen. Er lopen mensen in het Kriebelbos. Wat was er aan de hand?

‘Niet zomaar mensen,’ riep Femke en ze sprong reeds uit de auto, hoe hard mama ook schreeuwde dat ze alweer te laat op school zouden arriveren. Juf Caroline, het schoolhoofd, zou dit niet op prijs stellen. Als ze ergens een hekel aan had, dan was het wel aan een gebrek aan stiptheid. Femke zou allicht opnieuw een stel strafregels mogen neerpennen.

Femke spurtte echter het bos in met een gedrevenheid alsof ze kandidate was voor de Olympische Spelen van het Kriebelbos. Ze liep alvast harder dan een slak en zelfs dan een verstoorde mus die net aan haar wormpjesontbijt was begonnen. Dat ze over takken en boomstronken moest springen, dat ze haar nieuwe schoenen hopeloos vuil maakte, het kon haar niet deren. 

Ze rende recht naar twee kerels die met een verfkwast afzichtelijke bloedrode kruisen zetten op de schors van een aantal eeuwenoude beuken.  
‘Wat zijn jullie aan het doen?’ vroeg Femke met haar handen in de zij, net zoals ze de juf vaak zag doen.
‘Kijk eens aan dat juffertje komt ons de les spellen,’ zeiden de mannen monkelend tot elkaar. ‘Deze bomen moeten weg zodat we gemakkelijker met een vrachtwagen kunnen passeren.’

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 11 augustus 2019

Onraad in het Kriebelbos (3)

Wat voorafging: op weg naar school passeren Femke en Fientje langs het Kriebelbos. Elke keer als Femke iets bijzonders opmerkt, gilt ze ferm om haar mama te doen remmen. Ook deze keer.

Toen Femke die ochtend ‘Stoppen!’ gilde, zigzagde mama’s wagen nog honderd meters verder om maar met gierende banden tot stilstand te komen vlak voor het hek rond de kapel aan de rand van het bos. 

‘Dat was op het nippertje,’ zei mama nahijgend alsof ze net de vierentwintig uren van Francorchamps betwist had. ‘Maar ik denk niet dat de kapel nu al open is.’ Al mochten ze wel een kaarsje laten branden omdat het ook deze keer zonder kleerscheuren was afgelopen.

Fientje scharrelde de papieren bij elkaar die uit haar schooltas gevlogen waren. ‘Wat heb je deze keer in het bos gezien, gekke zus?’ vroeg ze. ‘Een uiltje of een vleermuis?’
Femke schudde het hoofd. ‘Veel erger. Mensen!’

‘Mensen,’ herhaalde mama. Zo ongewoon was het toch niet dat er mensen rondliepen in het Kriebelbos? Ze kwamen er wandelen of mountainbiken, bewonderden de boshyacinten of plukten paddestoelen, of soms als ze gebeten waren door lentekriebels wilden ze er stiekem hun vriendje of vriendinnetje een zoen geven. 

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!

zondag 4 augustus 2019

Onraad in het Kriebelbos (2)

Inleiding: de mama van Femke en Fientje stopt de wagen ook voor dieren. Maar soms dreigt dat al eens mis te lopen...

Onlangs was het bijna misgelopen toen mama bruusk remde. Een truck had hen maar net niet achteraan aangereden. De chauffeur van de vrachtwagen, zo’n stevige kerel met een vervaarlijke walrussnor, had zijn middenvinger in de lucht gestoken en wel driemaal woedend getoeterd.


‘Die vervoerde beslist een verdacht vrachtje,’ had Femke opgemerkt. Er deden reeds enige tijd geruchten de ronde dat er zich een geheime stortplaats vol stinkend spul bevond diep in het Kriebelbos. 

Maar mama meende dat ze voorlopig toch maar beter niets tegen papa konden vertellen. Hij had op het werk al problemen genoeg aan het hoofd. ‘Ik krijg nog een punthoofd,’ zuchtte hij. 

Elke avond ging hij bezorgd voor de spiegel staan, maar Femke zag voorlopig eerder een kalende dan een puntige kop. Haar papa zou nog niet meteen de kermissen moeten afdweilen als de man met het punthoofd. Misschien wel als Janneke Maan met zijn kalende knikker, maar dat zei ze hem maar liever niet.

Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!