Femke keek ongelovig naar de vele bomen die reeds met rode
verf gemerkt stonden. Het waren stuk voor stuk schitterende bomen, gebladerde
reuzen die wel tot in de hemel leken te reiken. Ze werd al duizelig als ze nog
maar naar hun kruinen keek.
‘Zoveel,’ stamelde ze. Moesten er echt zoveel bomen
verdwijnen? Wilden ze soms een snelweg aanleggen doorheen het Kriebelbos?
‘Laat die heren werken.’ Mama was er intussen bijgekomen en probeerde
Femke mee te trekken. ‘Wij moeten dringend naar school.’
‘Dat is ook lang geleden dat ze ons heren hebben genoemd,’
zeiden de mannen en de grootste van de twee stroopte fier zijn mouw op om zijn
tattoo te laten zien.
Het was de afbeelding van een draak, zo’n verschrikkelijke
draak met schubben die vuur spuwde. Hoewel Femke maar al te goed wist dat
draken niet bestonden, rilde ze even.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!