In
de directiekamer opent hij zijn valiesje en haalt een doosje met oranje pillen
boven. De kleur alleen al. Hij gaat een glas water vullen aan de lavabo in het
toilet. Jonathan slikt de pil moeizaam door.
Deze spanning is hem te veel. Had hij maar nooit naar Ilse geluisterd. Ze klonk zo overtuigend. Ze heeft helgroene ogen, fel als bij een kat in het donker. ‘We bouwen ons eigen paradijs,’ zei ze. Hij knikte en monsterde haar boezem, ook die keer.
Deze spanning is hem te veel. Had hij maar nooit naar Ilse geluisterd. Ze klonk zo overtuigend. Ze heeft helgroene ogen, fel als bij een kat in het donker. ‘We bouwen ons eigen paradijs,’ zei ze. Hij knikte en monsterde haar boezem, ook die keer.
Iemand tikt op de deur. Hij schrikt op, heeft hij Lars’ Ferrari gemist toen die de parking opreed? De deur draait voorzichtig open, het is Jef. Hij verontschuldigt zich als hij Jonathan daar ziet zitten. ‘Ik dacht dat er iets scheelde. Ik heb u al verschillende keren naar het toilet horen stappen, mijnheer Jonathan.’
Hij is voor één keer opmerkzaam. Een slecht voorteken. ‘Er is niets, Jef. Maar in elk geval bedankt voor je bezorgdheid.’
Jef
excuseert zich nogmaals. Jonathan hoort hem de trappen afdalen. Nu is hij
opnieuw alleen.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!