Robert beet in zijn worst die te weinig
doorbakken was. Hij hield van goed doorbakken vlees, de zeldzame keren op
restaurant bestelde hij steeds steak à point.
‘Waar het om gaat, is dat jij alles opkropt, dat jij vooral
nooit zegt wat je denkt, wat je werkelijk denkt.’
‘Denken kan je gezondheid schaden.’
‘Zie je wel!’ Ze wees met haar hand als
een advocate die zopas het bewijs van haar pleidooi heeft geleverd. ‘Of je
maakt je ervan af met oneliners of reclameslogans. Maar zeg nu eens wat je
werkelijk denkt?’
‘Wil je weten wat ik op dit moment
denk? Wil je dat werkelijk weten?’ Hij praatte luider dan hij gewend was. Hij
verhief zijn stem alleen uitzonderlijk.
‘Ja, zeg het mij, Robert. Je bent een
vreemde voor mij, weet je dat? Ik woon met een vreemde samen.
En dat bevalt mij niet, dat bevalt mij helemaal niet. Steeds opnieuw vraag ik me af: wat zou hij nu echt denken? Wat gaat er in hem om? En ik kom er niet achter, je bent een gesloten boek, Robert, en om eerlijk te zijn, zelfs al wordt de kaft dan elke week afgestoft, er stijgt een duffe geur uit dat boek op.’
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten