Het was voor het eerst dat Robert volkomen overtuigd was dat hij wat gemist had in zijn leven. Een kind dat hij
’s avonds kon voorlezen, er verschenen tegenwoordig aardige kinderboeken, met
aantrekkelijke tekeningen maar ook creatief opgesteld en met een opbouwende
levensles. Kinderboeken waar je als ouder een poos kon bij stilstaan en wat
duiding kon geven, het leven was niet altijd rozengeur en maneschijn.
Later zou
hij met dat kind naar de zoo zijn gegaan, naar de giraffen en de zeehonden
kijken, of waarom niet naar een museum? Hedendaagse kunst of misschien toch
naar de grote Vlaamse en Hollandse meesters. Je kon nooit te vroeg beginnen met
het ontdekken van Rubens en Rembrandt. Nee, voor Rubens en Rembrandt was het
nooit te vroeg.
‘Je kan veel leren uit die verhalen,
Melanie, je kan er veel uit opsteken. Ook nu, ja, zeker, ook in onze tijd nog.
Die verhalen bevatten een universele boodschap. Een boodschap die de tijd heeft
doorstaan en dat zal blijven doen.’ Hij wreef zalvend over het pijnlijk plekje
op zijn kin waar zij hem even voordien gekwetst had.
Hij voelde dat hij op
dreef kwam. Als hij een boodschap kon brengen, die dieper groef dan het
zoveelste reclamespotje, voelde hij zich opleven. Als scholier had hij al
gedacht dat hij geroepen was door God om Hem te dienen.
In het college was hij
één van de enigen die niet opzag tegen de wekelijkse klasmis. Hij bereidde
teksten voor, oefende nieuwe liedjes in die hulde brachten aan God in de Hemel
en assisteerde de priester. Maar later was Yvonne in zijn leven gekomen en haar
sirenenzang had zelfs Jahweh tijdelijk overstemd.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!