Misschien, dat sloot Robert niet uit,
over zoveel zelfkennis beschikte hij wel, dat ze hem nu maar een ouwe zak vond.
Maar later zou ze zijn aandeel in haar loopbaan naar waarde weten te schatten
en met een milde nostalgie aan hem terugdenken.
Het kon zelfs dat ze hem een
beetje als een peetoom zou gaan beschouwen, dat ze elk jaar nog eens op bezoek
zou komen, niet op kantoor, wel bij hem thuis om de anderen niet nodeloos te
bruuskeren. Waarschijnlijk zou ze dan een doosje bonbons meebrengen, die hij gevleid
en na enig aandringen in ontvangst zou nemen. Daarna zouden ze herinneringen
ophalen aan die goede oude tijd, want de geschiedenis zou haar helend werk
doen. Alleen in de herinnering dragen de rozen geen doornen.
Ze zouden lachen, smakelijk en toch zonder
leedvermaak, met Freek die niet eens een brief kon versturen omdat hij dat als
secretaressewerk beschouwde. Ja, het zouden aangename ontmoetingen zijn, waar
ze beiden zouden naar uitkijken, zoals een kind naar een schoolreisje, niet
naar een pretpark maar naar de dierentuin of een leerrijke
kinderboerderij.
Tegen zijn vrouw Yvonne zou hij zeggen: ‘Dit is
een meisje dat nog bij ons op kantoor heeft gewerkt. Ik heb je over haar
verteld. Weet je het niet meer? Ik mag wel zeggen dat ik haar carrière op de
sporen heb gezet.’
‘Is dat zo?’ zou Yvonne vragen, maar
de fiere glinstering in haar ogen zou Robert niet ontgaan.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten